2018 Preek zondag 18 februari AnnaBon

Overweging Anna-Bonifatiuskerk op zondag 18 februari 2018

1e Zondag Vasten in het Jaar B

18 februari 2018

Gen. 9,8-15 – Ps. 25 (24) – 1 Petr. 3.18-22 – Marcus 1,12-15

 

Op Aswoensdag is de Veertigdagentijd begonnen: de voorbereidingsperiode op weg naar Pasen. Alle lezingen in de Veertigdagentijd gaan over aspecten van het mysterie van Pasen. Vandaag – op de eerste zondag – zoomen we in op de grote lijnen in het verhaal van God met de mensen. In die geschiedenis ontmoeten we de eerdere Verbonden die God met zijn volk en met heel de mensheid heeft gesloten, te beginnen bij Noach.

In de Bijbel stammen alle volken af van Noach. Hij is een soort “tweede Adam”: de mensheid maakt bij hem een nieuwe start, alsof op de “reset”-knop is gedrukt. Wat is er aan de hand? Het boek Genesis schildert hoe – na Kain en Abel – de mensheid afglijdt naar een samenleving van tomeloos geweld. Eén voorbeeld: een onhandige puber die een kras veroorzaakt, wordt terplekke doodgeslagen. En de dader schept hier nog over op ook! (Gen. 4,23-24). Voor zo’n totaal ontspoorde samenleving is er geen hoop meer. Alleen een grote schoonmaak en een nieuw begin kan uitkomst brengen. Na de grote vloed sluit God een verbond met Noach en al zijn nakomelingen. De mensen moeten behoedzaam omgaan met elkaar en alle levende wezens (Gen. 9,3-7). Dan zal God de aarde beschermen tegen totale verwoesting (eerste lezing). De apostelen grijpen terug op dit verbond met Noach tijdens het eerste concilie. De vraag is dan: wanneer niet-Joodse mensen in Jezus gaan geloven – moeten zij dan heel de Wet van Mozes doen? Nee, zeggen de apostelen: Het doopsel is genoeg en de voorschriften die horen bij het verbond van Noach (Hand. 15,29).

Verbond is hier het sleutelwoord. Hier gaat het om een verbond met heel de mensheid. Wanneer Jezus bij het Laatste Avondmaal spreekt over een Nieuw Verbond in zijn bloed, gaat het opnieuw over heel de mensheid. Het plan van God met de wereld had vanaf het allereerste begin heel de mensheid voor ogen. Het verbond met Abraham en later met het Joodse volk zijn stappen op een lange weg, met als einddoel Gods liefde die zich openbaart aan alle volken.

In de tweede lezing horen we de apostel Petrus. In zijn brief komt hij terug op het verbond met Noach. Hij zoomt in op het ongeloof van de tijdgenoten. Een ark bouwen is een hele klus. Noach moet daar lang aan gewerkt hebben. Hij heeft vast uitgelegd wat hij deed en waarom. Ongetwijfeld heeft hij zijn medemensen opgeroepen tot bekering van hun gewelddadige leven. Maar zijn tijdgenoten wilden niet luisteren. Ze schonken geen geloof aan zijn woorden, zegt Petrus. Daarom bleef er voor God niets anders over dan die wereld van kwaad en geweld weg te vagen door een grote vloed. De watermassa’s maakten een nieuw begin van leven mogelijk voor de mensheid. Zo is het ook in onze dagen, zegt Petrus. Het water van het doopsel maakt een nieuw leven mogelijk voor ieder individu dat Jezus Messias erkent als Heer en Zoon van God. Dit alles berust op het lijden, sterven en verrijzen van Christus. Hoewel hij zelf rechtvaardig was, is hij toch voor onrechtvaardigen gestorven, om ons dicht bij God te brengen. Dit is een wonderbare ruil. de onschuldige sterft in plaats van de zondaars. De Zoon van God sterft, opdat de mensen deel krijgen aan het eeuwige leven. Na zijn opstanding zetelt Christus aan de rechterhand van God de Vader en wordt hij gediend door de engelen en de hemelse machten.

Het motief dat Jezus wordt gediend door de engelen, vinden we vandaag ook in de evangelielezing. Marcus is heel beknopt over de beproevingen die Jezus in de woestijn moet doorstaan. De details over stenen-in-brood-veranderen vinden we bij Mattheus en Lucas, maar niet bij Marcus. Aan de beproeving door satan wijdt Marcus evenveel woorden als aan het bediend worden door de engelen. Hierin schuilt een diepe betekenis. Bedienen doe je voor iemand die belangrijker is dan jij. De engelen laten zien dat Jezus dichter bij God de Vader staat dan zij zelf. Jezus is de Zoon van God. Maar de beproeving in de woestijn is een voorafbeelding van het lijden en sterven van Jezus. Dit lijden en sterven is geen mislukking van zijn opdracht, maar maakt er wezenlijk deel van uit. Aan het einde van het Marcus-evangelie zal een engel bij het graf over Jezus zeggen: “Hij is niet hier. Hij is verrezen!”. Zover is het vandaag nog niet. Vandaag gaat Jezus naar Galilea en verkondigt het Rijk Gods en roept op tot inkeer. ‘Kijk naar je eigen leven met de ogen van het Rijk Gods en ga de dingen anders doen’. Deze oproep brengt ons terug bij het begrip Verbond.

Het Verbond heeft twee lijnen. Een verticale en een horizontale lijn. Die twee lijnen zien we ook terug in het teken van het kruis. De verticale lijn betreft onze liefde tot God, onze persoonlijke relatie met Hem in gebed en Godsvertrouwen. De horizontale lijn betreft alle relaties met onze medemensen. Welke lijn de meeste aandacht krijgt, kan variëren. Dit hangt af van ons karakter, van onze levensgeschiedenis en ook van onze levensfase. Pubers zijn nog zoekende naar een Godsbeeld dat niet langer kinderlijk is. Voor hen weegt de horizontale lijn vaak het zwaarst. Dingen doen met leeftijdgenoten. Samen dingen doen voor andere mensen. Bijvoorbeeld, jongeren die de bewoners van het verzorgingshuis een leuke middag laten beleven. Later in je leven krijgt de verticale lijn meer aandacht. Bij de geboorte van een kind ervaar je het wonder van het leven, dat je krijgt, om niet. Ziekte en dood van dierbaren laten je nadenken over de zin van het bestaan en over de rol van God in ons leven. We krijgen meer oog voor het mysterie. Toch staat het mysterie nooit los van het concrete leven.

In onze gemeenschappen van Anna-Bon en Gerardus zijn wij in zekere zin een afspiegeling van de heel mensheid. Verschillende talen, culturen en geschiedenissen komen hier samen. Vorige week zondag was ik met een groepje lectoren in het Tropenmuseum. We gingen naar de tentoonstelling over slavernij en over de doorwerking daarvan in de 21ste eeuw. We hadden twee jonge gidsen. Het verhaal heeft veel indruk op mij gemaakt. Het sloot goed aan bij de preek van pater James die morgen over de genezing van de melaatse. Ook in onze tijd vermijden wij het contact met sommige mensen, hebben we vooroordelen en sluiten wij anderen buiten. Vaak zijn we ons hier niet van bewust. We doen het niet met opzet – en al helemaal niet met boze bedoelingen. Maar toch … ergens zit het toch in ons systeem. “Het hemd is nader dan de rok”. Hoe kunnen we dit patroon doorbreken? Misschien kan de Veertigdagentijd voor ons een stimulans zijn om contact te leggen met mensen die we wel vriendelijk groeten, maar met wie we nog nooit een gesprek hebben aangeknoopt. Straks bij de koffie krijgen we daarvoor de kans. Het koffiedrinken na de viering wordt soms “het achtste sacrament” genoemd. Elk sacrament heeft – net als het verbond – die structuur van het kruis. Het verbindt ons met God en met elkaar. Het wijst ons op de onderlinge saamhorigheid. Daarom vind ik de naam van het parochieblad zo goed gekozen. Moge de veertigdagentijd voor ons een oefentijd worden in saamhorigheid. Amen.

Toegift

De apostel Paulus spreekt in zijn brief aan de Romeinen vol liefde en hartzeer over zijn eigen, Joodse volk. Hij zegt onder meer: “van hun zijn de verbonden”. (Rom. 9,4). Waaraan denkt Paulus? In elk geval aan het verbond met Abraham en de andere aartsvaders. Zeker ook aan het Verbond dat God op de berg Sinaï sluit met het Joodse volk en dat door Mozes is opgeschreven. Maar ongetwijfeld denkt Paulus ook aan het verbond dat God sluit met koning David en aan de belofte dat uit zijn geslacht de Messias geboren zal worden. Tenslotte is er het Nieuwe verbond waarover de profeet Jeremia spreekt en dat na terugkeer uit de ballingschap werkelijkheid wordt door het optreden van de wetgeleerde Ezra en de wijze bestuurder Nehemia. Alles bij elkaar kom ik op vier verbonden met het Joodse volk en zijn koning. Maar Gods plan met de wereld houdt niet op bij de grenzen van het Joodse volk. God wil zijn liefde uitstrekken naar alle volken. Daarom worden de vier verbonden met het Joodse volk omarmd – en omraamd – door twee verbonden met heel de mensheid: het verbond met Noach en het Nieuwe Verbond in Jezus Christus.

Einde.

Jaap van der Meij