Preek in Anna-Bonifatius op zondag 24 september 2017
Preek bij Jesaja 55, 6-9; Matteus 20, 1-16a
Twee weken geleden hadden we al een betrekkelijk juridisch evangelie en nu lijkt het alweer zo. Het evangelie werpt de vraag op wat een rechtvaardig loon is. Er is een landeigenaar die op 5 verschillende tijdstippen van de dag mensen in dienst neemt: in de vroege ochtend om uur of zes, zeven, om 9 uur en 12 uur, en in de middag om 3 uur en 5 uur. En zelfs degenen die om 5 uur waren begonnen, kregen evenveel geld als degenen die al in de vroege ochtend waren begonnen. Is dat rechtvaardig? Die laatste werkers vonden van niet.
Ik kom best wel vergelijkbare zaken tegen in mijn juridische praktijk. Wat tegenwoordig bijvoorbeeld vaak gebeurt, is dat iemand op een nieuwe woning komt en daarvoor €700 per maand moet betalen. En dan heeft hij een benedenbuurman, die er al 20 jaar woont en voor een even grote woning €300 betaalt. Is dat rechtvaardig? Ik vind van niet. Kan die huur dan niet naar beneden, is mij dan een voor de hand liggende vraag. Maar dat gaat niet, omdat zulke prijzen tegenwoordig normaal zijn.
Dat gold ook voor de eerste werkers. Zij kregen voor een dag werken een denarie, en dat was toen een normaal dagloon. Degenen die later waren begonnen, zeker als dat pas om 5 uur was, die boften. Daarom kon de landeigenaar aan het eind zeggen: “zijn jullie kwaad, omdat ik goed ben.” Hij gaf meer geld dan hij had hoeven geven. En dat mag.
Maar er is hier meer aan de hand. Hoewel ze gelijk hebben dat het niet rechtvaardig is, is het afgunst waardoor ze dat vinden. Rechtvaardigheid is vaak een masker voor andere belangen. Dat is op zichzelf niet erg. Kom, ik ben jurist. Je moet een belang hebben, anders kun je zelfs niet procederen. Maar daardoor kan het wel uit de hand lopen. Rechtvaardigheid moet aangevuld worden met welwillendheid, met liefde. Eigenlijk zouden die nieuwe huurders of die eerste werkers blij moeten zijn voor degenen die meer geluk hadden dan zij. Dat is natuurlijk best moeilijk.
Een praktijkvoorbeeld: Enige tijd geleden had ik een klant die veel klachten had over lekkages, een vreselijk huis. Er waren drie procedures bij de huurcommissie geweest over een huurverlaging, en na elke uitspraak had de verhuurder een beetje gedaan, maar dezelfde lekkages waren vaak weer teruggekeerd. Het was erg onduidelijk geworden wanneer ze de verlaagde huur en wanneer ze de gewone huur moest betalen. En ze had een paar maanden helemaal geen huur betaald, vanwege een enorme overstroming. Inmiddels lag er een brief van een advocaat over een grote huurachterstand. De huurster was het overzicht kwijt, erg moe en wilde “stoppen”. Maar toen ik zei dat ze die drie maanden dan maar het beste kon betalen, omdat dat juridisch niet zo duidelijk was en veel werk, ook voor haar, en om niet eens €800 ging, toen wou ze daar volstrekt niet aan. De afkeer voor de verhuurder zat zo diep, dat ze hem geen cent gunde. En al in de woorden waarin ze dat zei, bracht ze haar moedeloosheid en vermoeidheid tot uitdrukking.
Het is triest. Ze had gelijk en het was allemaal rechtvaardig wat ze deed; ze had een hoop ellende meegemaakt. Maar toch, wat ze zou moeten doen, was die verhuurder vergeven. Rechtvaardigheid moet door liefde worden aangevuld. Nu was ze opgesloten geraakt in de rechtvaardigheid, en daar werd ze erg moe en ongelukkig van. Om echt rechtvaardig te kunnen zijn moeten we leren lief te hebben, ter wille van anderen, maar ook ter wille van onszelf.
Aan het eind van het evangelie vraagt de landeigenaar: “Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies.” Ik zou daarop antwoorden “Nee!” Iemand die veel bezit heeft, mag helemaal niet daarmee doen wat hij wil. Er zijn wetten, bijvoorbeeld over het minimumloon, waar ook rijke landeigenaars zich aan dienen te houden. En dat is heel goed. Maar hier is de landeigenaar God, en dat maakt het weer heel anders. Want God is almachtig en er staat niets boven Hem. De rechtvaardigheid begint met de vrijheid van God. In de eerste lezing staat dat Gods gedachten niet onze gedachten zijn, en zoals de hemel is boven de aarde zo gaan Gods wegen en Gods gedachten onze wegen en gedachten te boven. Van God kun je niet zomaar zeggen dat Hij zich aan wetten moet houden, die Hem begrijpelijk en voorspelbaar zouden maken. God kan met het zijne doen wat Hij verkiest. Dat is waar. Maar ja.
Afgelopen woensdag is mevrouw Panday overleden. Twee weken geleden hebben haar dochters aan het eind van de viering over haar zware ziekbed verteld. Het zou toen en ook nu veel steun hebben gegeven als we iets konden zeggen over waarom dat zo moest zijn. Begrijpen kan echt steun geven. Het is niet zomaar een intellectuele oefening. Maar toch is dat begrijpen er niet. Gods wegen gaan onze wegen te boven, staat in de eerste lezing. En dan moeten we uitkijken dat dit niet gaat klinken als “Gods wegen zijn nu eenmaal ondoorgrondelijk,” en we gaan weer over tot de orde van de dag. Want dat betekent dat we met God ook geen relatie kunnen hebben. En dat is niet het geval. We kunnen ons openen voor dat goddelijk denken, hoever dat ook van ons af staat, voor de genade die, gek genoeg, boven de rechtvaardigheid staat. We kunnen vertrouwen en bidden en ons aan God overgeven. De huurster was gevangen was in haar opvatting over rechtvaardigheid. Er dreigt het gevaar dat we ons op een soortgelijke wijze opsluiten in onze ideeën over wat God zou moeten doen, hoe begrijpelijk en goed die ideeën ook zijn. Die huurster had daarom moeten aanvaarden dat de ellende die ze meemaakte maar tot op zekere hoogte door een lagere huur gecompenseerd kon worden en dat die verhuurder geen excuses zou maken, en toch moest ze hem vergeven. Niks aan te doen en we kunnen niet begrijpen waarom God de dingen niet minder pijnlijk en smartelijk heeft gemaakt. Maar wat weten er ook van. We moeten ons erbij neerleggen als het zo moeilijk of pijnlijk is en bedenken dat God ook in het lijden aanwezig is, en zelfs met ons meelijdt.
Dan kunnen we een soort openheid voor God verkrijgen. En als we erin slagen om zo te leven, zien we zijn liefde, en kunnen we echt rechtvaardig zijn. Dan weten we dat er meer is dan een huis met overstromingen, een gebrekkig werkende gerechtigheid en pijn en verdriet. God is in het lijden, maar Hij gaat het ook te boven. En dan spreken zijn werken zijn lof, zoals Ina heeft gezongen. En we zien dat die werken al nu Gods vrijheid en zijn goedheid tonen, ondanks dat lijden, of misschien soms ook in dat lijden. En uiteindelijk zal álles door Hem ten goede wordt gekeerd. Daarom kunnen we Hem vertrouwen en ons aan Hem overgeven.
Moge dan de Heer ons vertrouwen steunen, en onze ogen openen voor datgene waarin Hij ons zijn liefde toont. Amen.
Peter Commandeur