Preek op 13 augustus 2017 in de AnnaBonifatius
Lezingen: 1 Kon. 19, 9a.1113a en Matth,14, 22 -33
‘Waar kan je God ontmoeten?’ Dat is een vraag, die mensen nog eens stellen. Eens was er een gesprek tussen een pas bekeerde christen en een niet gelovige vriend. Die laatste vroeg: ’Jij hebt je bekeerd. Dan moet je wel veel van Christus afweten, zeg me eens: in welk land is hij geboren?’ De vriend zei: ’Ik weet het niet. Vervolgens vroeg de ongelovige vriend: ‘Hoe oud was Jezus, toen Hij stierf?’ Weer antwoordde de ander: “Dat weet ik echt niet’. ‘Hoeveel preken heeft Jezus gehouden’, vroeg de niet gelovige. ‘Ik weet het echt niet zei de pas bekeerde christen. De vriend zei: ’Jij weet maar heel weinig voor iemand, die zich tot het christendom heeft bekeerd. ‘Je hebt gelijk. Ik schaam me er voor dat ik zo weinig over Hem weet. Maar dit weet ik wel: Een jaar of drie geleden dronk ik veel en graag. Ik had schulden en mijn gezin viel uiteen. Iedere avond wachtten mijn vrouw en mijn kinderen vol angst op mijn thuiskomst.Maar een tijdje geleden heb ik de drank opgegeven. We zijn uit onze schulden. We zijn weer gezellig thuis. Iedere avond vinden mijn kinderen het leuk, wanneer ik weer thuis kom. Dit alles heeft Christus voor mij gedaan. Zoveel weet ik van Hem. Hij is met ons bezig.’ Dat was de reactie van de pas bekeerde.
‘Waar kan je God ontmoeten?’ Ieder van ons heeft een eigen geschiedenis of een eigen ervaring. Dat merken we ook aan de Schriftlezingen van vandaag. Ik vind de lezing over Elia ontroerend. Vol wanhoop en ontmoediging is Elia naar de berg Horeb gegaan. Hij verwacht dat Hij daar God kan ontmoeten. Er zijn daar ook intense ervaringen. Allereerst ervaarde hij een geweldige storm. Die werkte van alles uit. Zo spleten de bergen. Op de storm volgt een aardbeving. Ik heb een collega uit Indonesië gesproken, die een aardbeving heeft meegemaakt in het gebied waar hij woonde. Heeft hij daar God in ontmoet? Nee, hij dacht niet onmiddellijk aan God. Hij moest zichzelf vasthouden. Het gevoel van angst was heel sterk. Wel riepen mensen om Gods hulp. De aardbeving maakte heel veel kapot: huizen, straten, kerken, scholen. Alles was kapot. Maar wat die collega nog weet, is dat er daarna een grote verbondenheid ontstond met elkaar. Ze troostten elkaar. Ze hielpen elkaar.
In de lezing is er daarna sprake van vuur. Vuur kan verschrikkelijk zijn en angstig maken. Is daar God te ontmoeten? Ook dat maakt angst voelbaar. Vervolgens en als laatste komt het suizen van een zachte bries. Dat heeft niets te maken met spektakel of heftigheid. Het heeft eerder te doen met rust, kalmte en innerlijke vrede. Dat blijkt de sfeer te zijn, waarin God tot ons wil komen. Zo gaat het bij Elia. Zo wordt de ontmoeting met God beschreven.
En hoe gaat het in het Evangelie? Jezus stuurt zijn leerlingen weg in een boot. Hijzelf gaat net als Elia een berg op om in afzondering te bidden. Als de leerlingen op dat meer zitten, breekt er een storm los. De leerlingen worden bang. Dan zien ze Jezus over dat meer lopen. Dat maakt de leerlingen van streek. Ze meenden dat er een spook te zien was en ze beginnen van angst te schreeuwen. Zo kan het gaan in ons leven. Er zijn heel veel dingen, die ons bang kunnen maken of in de war brengen. Geen wonder dat we dat ‘spoken’ noemen.
Maar Jezus zegt tegen zijn leerlingen: ‘weest gerust, ik ben het, vreest niet’. Soms kan de storm in ons leven opsteken. Hoe ziet die storm er uit? Er kan ziekte in jouw leven ontstaan of in het leven van een dierbare. Ontslag of gebrek aan werk kunnen verhinderen dat je een weg vindt door het leven. Met kinderen kan er van alles en nog wat gebeuren. De zorgen, die je over hen maakt, kunnen je behoorlijk in de war brengen. Brood op tafel en een huis om in te wonden zijn dingen, die je innerlijke rust behoorlijk kunnen verstoren. Je rustige leventje kan totaal verstoord worden.
Als we die dingen meemaken, worden we uitgenodigd tot vertrouwen. ‘Wees gerust, ik ben het, vrees niet.’ Dat is de boodschap, die op ons afkomt in moeilijke tijden. Je kan het sterker zeggen. Jezus is zelf aanwezig in de storm van het leven. Die aanwezigheid is een bron van steun en moed. Hij kan ons bemoedigen en vrij maken. Zo deed Hij voor Petrus in de storm op het meer. Ondanks dien twijfel, was Hij daar. Ook in onze stormen zal Hij aanwezig zijn. We kunnen groeien in menselijkheid en in vertrouwen.
Pastor Leo Nederstigt