Preek op 23 april 2017 in de Drie Stromen
Lezingen: Hand.2, 42 -47; Petrus, 1, 3-9 en Joh. 20, 19 -31
Zusters en broeders,
Na Pasen komen we Thomas tegen. Wie is die Thomas toch? Lijken we misschien een beetje op hem? Zoeken ook wij net als hij naar tekens van Gods aanwezigheid? Hebben ook wij bewijzen nodig om echt tot geloof te komen .
Een zwerver wilde een kerkdienst bezoeken. Maar hij werd door de koster tegengehouden. De man maakte er natuurlijk nogal een punt van. Hij wilde persé naar binnen. De pastor werd er bij gehaald en zei: ‘Komt u maar terug als u gedoucht bent en schone kleren aan hebt gedaan.’ ’Ik weet niet waar ik kan gaan douchen en ik heb geen andere kleren’, antwoordde de zwerver. Maar ik wil graag de viering bijwonen. ‘Het spijt ons’, zei die nette pastor, ‘U zou teveel overlast veroorzaken .’De pastor trok de deur voor zijn neus dicht en hield zo veel stank buiten de deur. De zwerver bleef echter op de stoep zitten en zei tegen een man, die er toevallig ook zat;’ Het is heel spijtig ,maar ik mag er niet in. ‘Ach, zei Jezus- want dat was de man, die naast hem zat- maak er maar geen punt van. Ik probeer ook al jaren binnen te komen. En ik word ook niet geaccepteerd.
Komt Jezus binnen in onze kerk? Komt Hij binnen in on s eigen leven of in ons eigen hart? Het feest van Pasen is het feest van de ontmoeting met de verrezen Christus. De man op de stoep van de kerk blijkt de verrezen Christus te zijn. Wie is Christus voor ons en wie is Hij voor Thomas, over wie het Evangelie vandaag gaat?
Is Thomas een ongelovige Thomas? Kan hij niet een gemakkelijke overgave bereiken, zoals dat bij vele andere leerlingen het geval is? Nee, een gemakkelijke of soepele gelovige is hij niet. Hij heeft veel twijfels. Hij heeft ook vragen. Op welk gebied liggen die vragen? Hij heeft Jezus meegemaakt. Hij heeft Hem prachtige en mooie dingen zien doen. Maar wat is er gebeurd? Hij is teleurgesteld en ontgoocheld. Jezus is degene, die geleden heeft en om het leven is gebracht. Als de leerlingen hem vol enthousiasme vertellen, dat de verrezen Heer hen is verschenen, kan hij dat niet zomaar aannemen. Hij komt dan met een radicale eis. Pas als Hij de wonden van Jezus met zijn handen kan aanraken en zijn hand kan leggen in de doorboorde zijde van Christus, zal hij pas echt in Hem kunnen geloven. Hij wil zien, dat de verrezen Christus, die verschenen is, dezelfde is als Hij, die lijden en dood heeft ondergaan.
Voor de tweede keer verschijnt Jezus in de in de gemeenschap van de leerlingen. Dat heeft Jezus zuiver aangevoeld. Want daar in die kleine gemeenschap begint de kerk. Hij moet daar wel bij zijn. De vragen en de aarzelingen van Thomas horen er ook bij. De aarzeling van Thomas loopt uit om een grootse en bijzondere erkenning. Thomas belijdt Jezus als: ‘Mijn Heer en mijn God’. Een kerkgeleerde noemde deze zondag van Thomas een nieuwe zondag. Dat is een mooie term, want voor de apostelen was dit een nieuw begin. Je kan zeggen: een nieuw begin van de kerk. Want in de woorden van Thomas voelen we aan, dat het de verrezen Heer is die verschijnt. De verrezen Heer is de bron en de kracht om werkelijk kerk te zijn.
Thomas en de andere leerlingen waren aan het wachten op God. Ze waren nog vol angst en twijfels. Maar na de tweede verschijning spreekt Thomas een krachtige belijdenis uit, ook namens alle andere leerlingen. “Mijn Heer en mijn God’. En zo maakt hij als het ware een begin met de kerk. Een nieuwe zondag. Iedere zondag wordt ook wel een klein Pasen genoemd Dus het is volop de moeite waard om hier te komen.
De leerlingen zaten in een zaal. Het was een gesloten zaal. Want de mensen die daar verbleven hadden twijfels en waren bang. Toch komt Jezus in die sfeer en in dat klimaat binnen. Heeft de kerk ook niet iets van zo’n gesloten zaal, waar alleen maar mensen komen, die angstig en bezorgd zijn? Of kan de kerk ook de ruimte worden, waar Jezus binnen kan komen in de gemeenschap maar ook in onze harten,
Waarom zouden we bang zijn? Zijn we bang dat Jezus uit een vreemde wereld komt net als die zwerver op de stoep van het beging van deze preek? Zijn we bang, hem werkelijk binnenlaten, ook als Hij verschijnt als iemand die stinkt of als iemand die als een vreemde binnen wil komen.
De verrijzenis van de Heer nodigt ons uit de angst van ons af te leggen. We worden uitgenodigd tot hoop, vertrouwen en geloof. Dat kan gebeuren in de kerk. Dat moet een open en gastvrije gemeenschap zijn. Dat mag of kan ook een gebeurtenis zijn in ons eigen hart of in ons eigen leven. Het is beloken Pasen. Een oud woord om aan te duiden, dat we Pasen hebben besloten. Maar natuurlijk is Pasen vooral een feest, dat iets in ons moet laten ontbranden. Het moet het vuur van liefde, vertrouwen en enthousiasme laten ontbranden, wat we ook hebben meegemaakt of wat ons is overkomen. Dat Pasen werkelijk een goed en mooi gebeuren mag zijn in onze kerk, in ons leven en in ons eigen hart.
Pastor Leo Nederstigt