Overweging – Woord en Communie Dienst – 9 juli 2017 AnnaBon
Thema : “God en elkaar kennen met je hart”
Lieve mensen,
wat mij het meeste opvalt in het evangelie vandaag, zijn de eerste regels. Jezus prijst zijn hemelse Vader. Dat is niet zo bijzonder. Dit doet hij vaker. Bijzonder is de reden waarom. De reden is dat de Vader de geheimen van het Rijk Gods openbaar maakt voor kinderen. Daar staat tegenover dat die geheimen verborgen waren – en soms blijven – voor geleerde en verstandige mensen. Zo gaat God het liefste met zijn schepselen om. Dit is zijn favoriete werkwijze. Hij wil nabij komen aan degenen met de minste aanspraken, aan de mensen die er het meest voor open staan.
Deze regels uit het evangelie deden mij denken aan de Engelse schrijfster Karin Armstrong. In haar boek “De Wenteltrap” vertelt ze over haar ontmoeting met Jacob.* Deze jongeman heeft extra zorg nodig. Soms heeft hij last van epilepsie. Ook met leren heeft Jacob moeite. Hij zit op een bijzondere school. Zijn vader en moeder zijn allebei geleerde en werken aan de universiteit. Ze besteden veel zorg en aandacht aan Jacob en laten zich daarbij helpen door vrienden en kennissen, waaronder Karin Armstrong. Met al zijn beperkingen heeft Jacob ook een bijzonder talent. Hij heeft een antenne voor dingen waar andere mensen aan voorbij gaan. Zo blijkt Jacob ook gevoelig te zijn voor de wereld van geloof, gebed en liturgie. Regelmatig bezoekt hij een kapel en een kerkdienst. Op een dag vertelt Jacob dat hij graag gedoopt wil worden. Voor zijn ouders komt dit als een verrassing. In de wereld van de universiteit doet men niet meer aan religie. Toch nemen zijn ouders zijn wens serieus en ook de paters doen dit. Jacob wordt gedoopt tot zijn grote vreugde. Met zijn hart heeft hij begrepen waar het werkelijk omgaat in de relatie met God en met de mensen. In zijn eenvoud overtreft Jacob al die geleerde ongelovigen. [ * Karin Armstrong, De Wenteltrap. Mijn weg uit de duisternis. Amsterdam, Bezige Bij, 2003, p.226-232. Engelse origineel: The Spiral Staircase. New York, Ballantine, 2003.]
Misschien mag ik er iets aan toevoegen, zodat U mij niet verkeerd begrijpt. God wil niet dat wij ons verstand uitschakelen. Hij heeft het aan ons gegeven om het goed te gebruiken. Zoals Jezus zegt in het grote gebod: “Je moet God liefhebben met heel je hart, heel je verstand en al je kracht”. Wanneer we geloven, hoeven we ons verstand niet op nul te zetten. Het is juist de bedoeling dat we het inzetten voor het Koninkrijk van God.
Ik denk nu bijzonder aan alle jongeren die geslaagd zijn voor hun eindexamen. Bij mij in de buurt hangen vlaggen met schooltassen eraan. De jongeren mogen trots zijn op het behaalde resultaat. Hetzelfde geldt voor alle leerlingen die zijn overgegaan met een goed rapport. Ook die mogen trots zijn. En hun pappa’s en mamma’s en hun opa’s en oma’s. Maar ook de leraren die hun bijdrage hebben geleverd.
God heeft ons al die verschillende talenten gegeven om ze volop te gebruiken. De vraag is nu: op welke manier? In de eerste lezing werd al een tipje van de sluier opgelicht. De Messiaanse koning zit niet hoog te paard. Hij doet niet uit de hoogte. Hij gebruikt geen geweld of onderdrukking. Hij is rechtvaardig en deemoedig. Zijn “logo” is een lastdier. Een dier dat belangrijk is in vredestijd, in het leven van elke dag. Een dier dat het bestaan van de mensen lichter maakt door hun lasten te dragen. Een dier dat zelf nog jong en kwetsbaar is als een veulen. Op díe manier wil de Messias voor ons koning zijn. Door die uitstraling ontstaat een nieuw klimaat waarin vrede tussen de volken mogelijk wordt.
Misschien dacht U bij de eerste lezing even aan Palmzondag, wanneer Jezus op een ezeltje Jeruzalem binnenrijdt. Dat is helemaal goed! Het visioen van de profeet Zacharia krijgt handen en voeten in het leven van Jezus.
Vandaag laat Jezus in het evangelie van Mattheüs zien hoe God voor ons God wil zijn. Als helper en reisgenoot op onze levensweg. Niet door ons leven extra zwaar te maken, maar door ons rust en verlichting te schenken. Zo komt God in ons leven rakelings nabij. Zo verandert Hij de kwaliteit van ons bestaan. Dan kunnen wij met nieuwe ogen kijken naar de werkelijkheid en kunnen we de wereld in die geest veranderen. Dan ervaren we dat we in de schaduw van God mogen wonen, zoals we zullen zingen bij de Communie.
Die rust en verlichting kunnen we vinden wanneer we ons overgeven aan die geest van zachtmoedigheid. We mogen dan ontdekken dat onze verschillen geen reden tot ruzie hoeven te zijn, maar een bron van kracht kunnen worden. Omdat we allemaal anders zijn, kunnen we veel van elkaar leren. De één kan de ander helpen op de punten waar we zelf niet zo goed in zijn. We hoeven ons niet te schamen. Als we ergens moeite mee hebben, mogen we elkaar om hulp vragen. Het is belangrijk dat we niet helpen op een neerbuigende manier. Het gaat erom dat we ontdekken waar iemand wél goed in is, en dát benutten als aangrijpings-punt. Bij hem of haar het “sterke gebied” groter maken.
Dit geldt voor alle menselijke relaties. In onze families. Op ons werk. In onze activiteiten in de sport of als vrijwilliger. Het geldt ook voor de samenwerking als gelovigen hier in Amsterdam Oost. Ik voel me een beetje buitenstaander, dus ik kan er niet veel over zeggen. Maar vanuit mijn ervaringen elders weet ik, dat er mooie dingen kunnen ontstaan, wanneer mensen op een creatieve manier samenwerken.
Bij al deze dingen moeten we niet vergeten wat het evangelie van deze zondag centraal stelt. Gods plan is verborgen voor geleerden van deze wereld. Het zijn kinderen en eenvoudige mensen die met hun hart aanvoelen, waar het werkelijk om gaat.
Dit geheim van Gods aanwezigheid en zijn werkzaamheid in deze wereld is zichtbaar geworden in de liefde van Jezus tot op het kruis. Het wordt ook tastbaar in de communie die wij straks met elkaar delen.
Moge zijn geest van zachtmoedigheid ook een beetje vaardig worden over ons, zodat wij God en elkaar beter leren kennen en waarderen.
Amen.
Jaap van der Meij