2018 Column Leo Fijen: Zegen

Op een zomerse zondagavond keek ik niet naar televisie om met het bord op schoot de mooiste voetbalflitsen te zien, maar was ik in een buurt waar ik zelf nooit kom. Ik parkeerde mijn auto in de Lombokstraat van Amsterdam-Oost en zocht de katholieke kerk aldaar. Mijn hoofd was niet bij het wereldkampioenschap voetbal, mijn hart was bij de overleden pastor Leo. Want zo werd en wordt hij in deze straten genoemd.

Ik schreef eerder over hem, Leo Nederstigt, de priester die zijn hele leven in Amsterdam heeft gewerkt. Hij deelde zijn ziekte via rondzend- brieven met allen die hem dierbaar waren, hij leerde ons allemaal dat het niet makkelijk is om los te laten maar dat God juist dan bij je wil zijn. Hij ontroerde mij en vele anderen met zijn troostende woorden: God wil de duisternis van ons niet wegnemen, nee, Hij wil juist in het donker bij ons wonen. Maar deze Leo Nederstigt koesterde in die duisternis van zijn slopende ziekte ook al het goede dat hem ten deel viel en riep ons op het leven te koesteren.

Kort na Pinksteren is hij gestorven en begraven, onder grote belangstelling. Hij was zeer geliefd, dat zag ik ook bij de avondwake in de Gerardus Majellakerk. De gebedsruimte puilde uit, jong en oud, kerkelijk en buitenkerkelijk, iedereen was er. Of zoals de buurtwerker van de gemeente Amsterdam vertelde: Leo was van ons allemaal. Van rijk en arm, van protestant en moslim, van vluchteling en vrijwilliger. En ze kwamen allemaal aan het woord. Als ergens zichtbaar werd wat kerk kan betekenen in de buurt, dan was het op deze zondagavond in Amsterdam-Oost.

Het mooiste werd tot het laatst bewaard. Een man stond op en vroeg iedere aanwezige waarom alles in de verleden tijd werd gezegd. Als je dood bent, leef je toch verder in de harten van mensen, zo hield hij ons voor. Pastor Leo is niet ver weg, wist hij zeker. En zoals hij iedereen in de Indische buurt zegende, zo zegent hij ons ook door de dood heen. Iedereen knikte en voelde de zegen van pastor Leo neerdalen. Die zegen draag ik deze zomer met me mee.

Deze column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 24.