Overweging van 22 juli 2018 in Gerardus
16e Zondag door het Jaar B
Lezingen : Jeremia 23,1-6 – Marcus 6,30-34 – Ps. 23
Lieve mensen, het is vakantietijd. Laten we daarom deze overweging luchtig beginnen. Met een paar quizvragen. Eerste twee makkelijke zodat ook de jongsten kunnen meedoen.
Hoe heet onze koning? – Willem-Alexander. –
Hoe heet onze koningin? – Máxima. –
Nu een moeilijker vraag.
Waarom heeft onze koning de naam Willem gekregen? – Hij is genoemd naar zijn voorouders. Willem van Oranje en de stadhouders. Koning Willem I enz. –
Nu een nóg moeilijker vraag:
Waarom kreeg hij ook de naam Alexander? –
Koning Willem III had een zoon, prins Alexander. Hij was de beoogde opvolger. Doordat hij jong stierf, kwam zijn kleine zusje op de troon als koningin Wilhelmina. De stad Amsterdam wilde de naam van de jonge prins in gedachtenis houden en noemde een plein naar hem: het Alexanderplein, tegenover het Tropenmuseum; de Sarphatistraat kruist daar de Plantage Middenlaan.* Toen tachtig jaar later onze koning werd geboren, kreeg de baby ook de naam Alexander. Hiermee werd aangegeven dat de geschiedenis van de koninklijke familie doorgaat, waar hij ooit dreigde af te breken.
Waarom juist deze vragen voor onze quiz? Dit komt door de eerste lezing – uit de profeet Jeremia. Aan het einde daarvan wordt een nieuwe koning beloofd uit de familie van David, een wettige afstammeling. Hij zal een koning zijn zoals een goede koning hoort te zijn. Hij zal als een herder voor zijn volk zorgen. Hij zal de wetgeving handhaven zodat er rechtvaardige verhoudingen tussen de mensen komen èn blijven. Het volk zal leven in vrijheid en veiligheid. De nieuwe koning krijgt een bijpassende naam: “de Heer is onze gerechtigheid”. Jeremia houdt geen quiz, maar hij rekent wel op het goede geheugen van zijn publiek. Want tachtig jaar eerder was er ook al een koning geweest met die naam. Maar die vorst was een slechte herder. Hij verwaarloosde zijn volk en was ontrouw aan God. De nieuwe koning zal zijn naam waar maken, want in de Bijbel is een naam ook een programma. Jeremia voegt nog iets toe. De nieuwe koning staat er niet alleen voor. Hij heeft om zich heen een team van goede herders. Hoe vullen zij samen dit nieuwe herderschap in? Daarover gaat de evangelielezing vandaag.
Jezus is geen solist. Jeremia had dit heel goed gezien. Jezus vormt om zich heen een team van goede herders. Hij heeft zijn leerlingen goed opgeleid in de tijd dat ze samen met hem optrokken. Vorige week stuurde Jezus zijn leerlingen op pad. Vandaag keren ze terug en brengen ze verslag uit aan Jezus. De meester neemt uitvoerig de tijd. Hij luistert naar alles wat ze hebben meegemaakt, wat ze hebben gedaan en onderwezen. Dit laatste verbaast ons misschien. U vraagt wellicht: Waarom luistert Jezus naar wat de apostelen hebben onderwezen? Wil hij controleren of ze geen fouten hebben gemaakt? Dit zou kunnen. Altijd bestaat het gevaar dat je de boodschap te veel aanpast aan het publiek en dan word je ontrouw aan je opdracht. Maar ik denk dat voor Jezus iets anders veel belangrijker is. Je hebt iets pas echt begrepen wanneer je het kunt toepassen in een nieuwe situatie. Door te luisteren naar wat de apostelen hebben onderwezen, ontdekt Jezus of zijn leerlingen de boodschap echt hebben begrepen. En daar komt nog iets bij. Ook de leraar zelf leert tijdens het onderwijzen. Dit is mijn ervaring met studenten in de opleidingen en met vrijwilligers en pastores in de parochies. Er ging geen avond of cursus voorbij zonder dat dat ik ook zelf iets leerde. Mensen kwamen altijd met vragen waarvan ik dacht: zo heb ik nog niet naar gekeken. Een concreet voorbeeld speelde zich af in deze ruimte, daar aan de koffietafel. Met de lectoren lazen we de kortste brief van de apostel Paulus, die aan Filemon. Het onderwerp van de brief is een slaaf die weggelopen is. Door het uitwisselen van ervaringen kreeg ik een andere blik op het thema. Toen pastor Leo uitviel door zijn ziekte, kregen we een extra avond, die we dankbaar hebben gebruikt. In denk dit ‘leren door te onderwijzen’ de diepere reden is waarom Jezus naar de verhalen van zijn leerlingen luistert.
Mijn argument hiervoor vind ik in de laatste zinnen van de evangelielezing. Hier gaat het opnieuw over onderwijzen, nu door Jezus zelf. “Toen hij aan land ging, zag Jezus een grote menigte”, staat er. En nu komt het: “Hij voelde medelijden met hen”. Eigenlijk is dit nog zwak uitgedrukt. Letterlijk staat er in het Grieks: “zijn hart keerde zich om in zijn lijf ”. Jezus krijgt pijn in zijn buik als hij ziet hoe slecht de mensen eraan toe zijn. Want “zij waren als schapen zonder herder”. En wat doet Jezus? “Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.” Wat wil dit zeggen? U heeft al begrepen dat onderwijzen niet eenrichtingsverkeer is. De leraar luistert naar de behoeften van zijn leerlingen en speelt hierop in. Maar waarom leren? Mensen iets leren zet hen op eigen benen. Geld sturen naar de Derde Wereld is goed, maar de mensen leren om zelf voedsel te verbouwen is beter. Jezus leert de mensen om zelf actief bij te dragen aan rechtvaardige verhoudingen.
Over de hoofden van de apostelen heen geeft Jezus deze opdracht ook aan ons. Hoe kunnen wij herders worden voor elkaar? Waarom is samen leren belangrijk ook in onze situatie? Door te luisteren naar elkaars verhalen zijn we herders voor elkaar – juist wanneer onze ervaringen verschillen. Dan laten we elkaar opengaan en opbloeien. Dan troosten we elkaar en helpen de ander door een moeilijke periode. Zo vormen we een levende en geloofwaardige gemeenschap. Maar er is nog een tweede reden. Door met elkaar te spreken over ons geloof, vinden we de woorden die nodig zijn om uit te drukken waarom we geloven, wat het voor ons betekent. Die woorden zijn belangrijk voor onszelf, maar ook voor ons gesprek met buitenstaanders – familieleden, vrienden, collega’s. Een goed voorbeeld is goud waard. Maar zonder toelichting van wat ons geloof inhoudt, ontgaat veel mensen de diepere motivatie ervan. In een tijd waarin materialisme de boventoon voert, mogen wij als gelovigen wel iets mondiger worden. Op die manier zet Jezus ook ons op eigen benen in onze tijd. Mogen wij zo steeds meer op onze leermeester gaan gelijken.
Amen.
Jaap van der Meij
– * Stadsatlas Amsterdam. Straatnamen en brugnamen verklaard. Redactie Martha Bakker. Uitgeverij: Amsterdam Publishers. Gemeente Amsterdam 2006.