6e zondag van de paastijd B
Handelingen 10, 25-26.34-35.44-48;
1 Johannes 4,7-10;
Evangelie: Joh 15, 9-17
Beste parochianen,
Zoals u weet werd op vrijdag 27 april, koningsdag overal in het land gevierd. Op die dag zag ik duidelijk de verbindingsfunctie van het Nederlandse koningschap, voor alle mensen die in dit mooi land wonen. Net als u ben ook ik trots op het Nederlands koningshuis. God zegene hen en hun toekomst. Acht dagen later hebben we de slachtoffers van de tweede wereld oorlog herdacht. En gisteren vierden we de Nationale Bevrijdingsdag van Nederland. Deze gebeurtenissen horen bij de geschiedenis van dit land. Daarom is passend dat wij hieraan aandacht schenken.
Op school hebben we het tréfwoord geleerd. Als er één trefwoord is in het evangelie van deze zondag, is het wel ‘liefde’. En als er iets is dat ons aanspreekt en waar we veel mee bezig zijn, dan is het juist: ‘liefde.’
Liefde is de kern en de basis van ons leven, van onze gemeenschap en van elke menselijke verhouding. Niets wordt zo bezongen, beschreven, beschilderd en verfilmd als de liefde. En misschien mislukt ook niets zozeer als de liefde.
Maar hoe kan dat nu? Ligt het misschien aan tv-programma’s zoals: Blinde liefde, Blind getrouwd, Temptation Island en meer van die niet educatieve programma’s , die liefde herleiden tot een koopwaar, waar je niets voor hoeft te doen? Ligt het aan berekeningen die niets met liefde, maar alles met eigenbelang te maken hebben? Ligt het aan de zoektocht naar avontuur? Of ligt het gewoon aan de menselijke zwakheid, die heel graag krijgt, maar veel minder graag geeft?
Is liefde voor velen misschien een krijg-woord, en geen doe-woord?
Een doe-woord van luisteren en begrijpen, mee denken en mee voelen, mee lachen en mee huilen, mee vergeven en mee geven. ‘Er is geen grotere liefde dan je leven geven voor je vrienden’, zegt Jezus in dat verband, en daarmee drukt Hij de kern van de liefde uit.
Nee, ons leven geven betekent niet dat we moeten sterven op het kruis. Het betekent wel dat we ons leven niet aan onszelf, maar aan anderen besteden. Dat we dus niet voor onszelf leven, maar voor ons gezin, onze familie en onze medemensen. Alleen als we dat doen, maakt de liefde een kans. ‘Dit is mijn gebod: dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad’ zegt Jezus ook, en liefhebben zoals Hij, kunnen wij natuurlijk niet, want Jezus is de Zoon van God, en wij zijn mensen.
Liefhebben zoals God, zoals Jezus ons liefheeft, zal dus nooit lukken,
maar hoe meer wij met Jezus, met God, in verbondenheid blijven, hoe beter we erin zullen slagen.
In de eerste lezing wijst Petrus ons daarbij een heel goede weg aan.
Hij zegt: ‘Bij God bestaat er geen aanzien des persoons.’ Met andere woorden: God maakt geen onderscheid tussen mensen. Het is heel belangrijk om dit goed te beseffen. Als wij dat ook zouden doen, zijn we al op de goede weg om lief te hebben zoals God en Jezus.
Geen onderscheid maken tussen mensen, de een niet beter vinden dan de ander, en onszelf niet beter vinden dan de rest. Anderen en hun anders- zijn aanvaarden, betekent in de praktijk dat wij andere meningen respecteren. Dat wil niet zeggen dat we ook het kwade en het onrecht moeten respecteren en aanvaarden. Integendeel, want als wij dat doen, helpen we mee de liefde uit te roeien, en hebben we geen liefde voor hen die het kwaad en het onrecht moeten ondergaan.
Petrus wijst ons nog een andere weg om na te volgen. Wanneer de Romeinse honderdman Cornelius uit respect voor hem op de knieën valt, zegt Petrus: ‘Sta op, ik ben ook maar een mens.’ Hoe goed zou het zijn als wij dat ook zouden aanvaarden: dat we maar een mens zijn.
Dat wij dus zouden beseffen dat we niet alleen goede, maar ook minder goede kanten hebben. Dat wij zouden aanvaarden dat wij niet beter, niet slimmer dan onze medemensen zijn.
Beste parochianen, God heeft ons niet geschapen om een speeltje te hebben, waarmee Hij zich kan amuseren. God heeft ons geschapen om lief te hebben. Dat is het enige wat telt: liefhebben, want God is liefde. Hij vraagt dat ook wij zouden liefhebben, zoals Hij ons liefheeft. En de mens liefhebben hoeft voor God niet altijd heel mooi te zijn. Er waren en zijn zoveel situaties, waarin wij, mensen helemaal niet geven om de liefde, maar haat en afkeer voelen; waarin wij toegeven aan vijandschap, ruzie en onderdrukking; terrorisme, moord en oorlog.
Maar God blijft liefhebben, en nooit roeit Hij ons, mensen uit om al het kwaad dat wij veroorzaken. Hij schept altijd weer nieuwe kansen. Zijn liefde is sterker dan de menselijke haat en ongehoorzaamheid. Laten wij ons dus in alle omstandigheden spiegelen aan de Heer onze God. Laten wij, net als God, liefde zaaien. Niets anders dan liefde, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. God zal ons daarbij helpen, want God is liefde. In Hem geloven we nu en voor altijd. Amen.
Pastor P.M. Jehandut, svd.