Preek zondag 6 oktober 2019 27e zondag door het jaar C Anna-Bonifatiuskerk
Habakuk 1:2-3;2:2-4 – Lucas 17:5-10.
Zusters en broeders.
Het is altijd fijn dat wij op zondag zoals vandaag, in deze kerk bij elkaar gekomen zijn. Wij gaan zingen, bidden en naar Gods woord luisteren en de Heer Jezus ontvangen in de vorm van de heilige Communie. Dat is het geestelijke voedsel voor ons allen. En dat is het voedsel voor onderweg.
De openingslied, vers drie klinkt zo mooie in onze oren: Geef leven aan mijn ziel, wees Gij mijn lied, geef dat ik eeuwig U mag toebehoren. Onthoudt mij uw getuigenissen niet. Ik was een schap, en had de weg verloren. Zoek, Heer, uw knecht. Ik hoor wat Gij gebiedt. Gij hebt mij immers tot uw dienst verkoren.
Beste parochianen,
In de afgelopen dagen ging ik in gesprek met een parochiaan. Zij vertelde mij over haar levens situaties. In dat gesprek vertelde zij me, ook over haar twijfels in het geloof. Zij gaat naar de kerk bijna elke dag. Zij doet mee met de Bijbel studie in Duivendrecht die een keer per maand plaats vindt. Ze bidt veel voor haar lieve man. Zij wil graag dat haar man tot geloof mag komen zoals zij zelf. Zij vroeg mij: pater… wanneer zal God mijn gebed horen? Ik werd helemaal stil van, toen ik die vraag hoorde. Zij zelf was er ook stil van geworden, vanwege haar eigen vraag.
Ik dacht even na… en dan zei ik tot haar: dat zij het geduld van de heilige Monica, de moeder van Sint Augustinus, probeert van te leren. Het vuur van je eigen geloof moet blijven branden in je dagelijkse leven. Je mag zo veel mogelijk aan je lieve man laten zien over de waarde van je geloof in woord en daad. Je probeert elke dag bidden voor je zelf en voor je man.
Laat je lieve man horen dat je voor hem bidt, en dat je veel van hem houdt. Je doet wat je kan doen voor je man, en de rest doet God zelf. Alleen God kan je man tot geloof brengen, en niemand anders, jij ook niet. Zij was heel blij met dat gesprek en ze zei: pater,…. hartelijk dank voor dit gesprek, ik ga rustig doen wat ik kan doen voor mijn lieve man. Het was het eind van ons gesprek.
Zusters en broeders,
Jezus geeft ons vandaag opnieuw het antwoord op onze vraag over het geloof. De leerlingen die met Jezus samen leefden, vroegen aan Jezus om meer geloof te hebben. Ze wilden graag dat hun geloof in Jezus sterker mag worden. Jezus gaf hun ten antwoord op hun vraag, met zijn mooie mosterdzaadje verhaal. Dit verhaal is heel bekend voor ons allen. Dat hebben we net opnieuw gehoord in het evangelie van deze zondag.
Het mosterdzaadje geloof is sterker genoeg om de bergen van onze twijfels van ons hart weg te nemen. Het mosterdzaadje geloof is sterker genoeg om ons verdriet, onze pijn en lijden weg te nemen. Het mosterdzaadje geloof is sterk genoeg om onze ABG gemeenschap te hervormen of te vernieuwen, en te werken naar bloei en naar de nieuwe toekomst. Ons mosterdzaadje geloof is sterk genoeg om onze verbondenheid met elkaar te versterken en te bewaren. Ons mosterdzaadje geloof is sterk genoeg om het klimaatprobleem in onze wereld aan te pakken. Ons mosterdzaadje geloof is sterk genoeg om onze kinderen goed op te voeden, en onze ouderen met liefde en aandacht te verzorgen.
Dat mosterdzaadje geloof zit onzichtbaar in ieder van ons. Laten wij ons mosterdzaadje geloof in ons hart blijven branden, en de vreugde van ons geloof verder mag delen met andere mensen, met onze kinderen en kleinkinderen.
Mensen in onze omgeving hebben de vreugde van ons geloof nodig, ze willen het graag zien, ze willen graag zien dat wij de leerlingen van Jezus zijn, die de vreugde van het evangelie uitstralen naar de wereld toe, en ook naar binnen onze eigen gemeenschap. Er wordt gezegd dat de kerkgebouw en geld zijn op zich geen doel van ons kerk-zijn. Maar, het doel van ons kerk-zijn is niet anders dan God, Jezus en de Heilige Geest.
De kerk helpt ons om bij God de vader, Jezus de Christus en de Heilige Geest te brengen. De kerk als gebouw is louter een plek waarin wij samenkomen om God te prijzen, te loven en te danken. De kerkgebouw kan Gods beweging niet beperken. God is groter dan onze kerkgebouw. Wij mogen liefhebben aan onze kerkgebouw, dat mag wel, en dat moet ook zo zijn, maar de kerk is voor ons een middel om tot God te komen en in verbondenheid met elkaar te brengen.
Laten wij God bedanken dat wij het mosterdzaadje geloof van Hem hebben ontvangen. En dat mosterdzaadje geloof moeten we bewaren in ons hart. Dat mosterdzaadje geloof brengt ons tot de eenheid met God in gebed en in de stilte van onze meditatie. God nodigt ons elke keer opnieuw om bij Hem te komen en naar Hem te luisteren: “Kom allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken zegt Jezus (Mattheüs 11,28).
Wij zijn hier gekomen, niet omdat wij lasten van ons leven hebben, maar wij zijn hier gekomen om elkaar te ondersteunen en te bemoedigen in het geloof. En meer dan dat. Dat wij hier bij elkaar zijn gekomen om ons geloof samen te vieren. En dat is heel mooi om het te kunnen ervaren. God zegen ons allen met zijn hemelse zegen. Amen.
pastor Marianus Jehandut