2020 Preek zondag 1 maart Anna-Bonifatiuskerk

Preek eerste zondag Vasten A

Begroeting

Welkom in deze viering, op de eerste zondag van de 40-dagen tijd.
Vorige woensdag zijn we de veertigdagentijd ingegaan.
Zoals eertijds het Joodse volk veertig jaar in de woestijn verbleef op weg naar het beloofde land, zo verblijven wij veertig dagen in een geestelijke woestijn op weg naar Pasen.
Wij doen dit, samen met de God die ons hier samenroept in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.

Openingswoord

Op deze eerste zondag van de veertigdagentijd – onze zoektocht naar Pasen – worden we geconfronteerd met de verlatenheid van de woestijn.

Helemaal alleen gaat Jezus er de strijd aan met negatieve krachten.

Die strijd resulteert in een definitieve levenskeuze:

Hij wil zijn leven ten dienste stellen van de mensen, van God.

Omdat wij niet altijd even vastberaden blijken in het maken van positieve keuzes en we het vaak moeilijk hebben om voorrang te geven aan wat wezenlijk en belangrijk is in ons leven, vragen wij om vergeving.

 Gebed om ontferming

Moge de Barmhartige God die al onze begrippen en voorstellingen te boven gaat,

ons weer vrij maken van zonden, Zich over ons ontfermen, ons geleiden op weg naar het volle leven. Amen.

Openingsgebed

Heer, onze God, elk jaar opnieuw wilt Gij ons in deze veertigdagentijd oproepen tot inkeer en gebed.

Wijs ons wegen van verrijzenis om bewust te kiezen voor het spoor dat uw Zoon ons heeft voorgeleefd.

Hij die ons heeft gezegd: geen brood alleen, maar liefde, geen pracht en praal, maar eenvoud, geen macht, maar dienstbaarheid, niet uitdagen, maar vertrouwen.

Zend uw Geest over ons opdat wij sterk zouden staan in de strijd tegen onrecht en ziekelijke welvaart, tegen gemakzucht en onverschilligheid.

Wij vragen het U, in Jezus’ naam. Amen.

Overweging

In de Bijbel staat ‘veertig dagen’ of ‘veertig jaren’ voor een afgeronde periode van bezinning, soms ook van crisis, waarin een mens op zoek gaat naar zichzelf en tot een keuze komt. Veertig dagen om kritisch naar jezelf te kijken. ‘Wie ben ik, wie wil ik zijn of worden, ‘waar ben ik nu eigenlijk mee bezig? ‘Is er geluk in mijn hart? Wat wil ik betekenen voor een ander en hoe staat het met mijn relatie tot God?’ Dat zijn de vragen die wij ons in de komende Veertigdagentijd stellen.

In het evangelie van vandaag zien we, dat Jezus zich 40 dagen terugtrekt.

In de eenzaamheid van de woestijn, als voorbereiding op zijn openbaar leven. Hij ervaart daar in de woestijn een grote verleiding, om te kiezen voor het snelle succes, voor het grote geld en voor de macht. Gaan we even bij Hem staan. Daar in de woestijn. Want wat Hij meemaakt, is ons niet vreemd.

Als je dan eenmaal de supermarkt bent binnengestapt, word je nog eens verleid met de reclame, aanbiedingen enzovoort. We horen mensen vaak zeggen als ze thuiskomen van de supermarkt ‘Ik heb me weer eens laten verleiden’.  Ze hebben weer maar eens een keer meer gekocht dan ze van plan waren. Je kiest wel voor het ene, maar je moet tegelijk het andere achterlaten. En dat andere blijft bekoren.

Ook is het leven soms een beproeving. Als het kwaad goede mensen treft, ervaren we dat als een beproeving. Dan kunnen we zuchten: “Waarom laat God dat toe?” Of: “Hoe kan God dit willen?”


Jezus maakt hier mee wat het volk Israël lang geleden meemaakte in de woestijn. Toen moest het volk leren op God te vertrouwen. Jezus moet ook in de woestijn op zijn Vader vertrouwen. Dat is het wat de verleider probeert te ondermijnen. Doe het zelf, je kunt het. Stel je niet zo afhankelijk van God op. Waar heb je dan je talenten voor gekregen? Je doet er toch niets verkeerds mee? Red jezelf, kom voor jezelf op.

Wat gebeurt er als je het vertrouwen in God verliest? Dat overkwam de eerste mens. Toen was het de slang die het vertrouwen ondermijnd. En de slang slaagde erin: God is een leugenaar, je moet God niet vertrouwen, en zeker niet wachten op zijn belofte. Pak het nu maar zelf, dan weet je wat je hebt. En dat is wat we soms doen. Zelf pakken, toe-eigenen, nemen, in plaats van ontvangen. Ze wilden bij wijze van spreken zelf bepalen wat goed is en wat kwaad. Ze wilden de baas zijn over het leven. Ze lieten zich overtuigen door de verleider.

In hun voetspoor zijn er velen geweest. Er zijn mensen geweest, die bij wijze op de stoel van God zijn gaan zitten. Maar soms zijn wij het zelf die op simpel en eenvoudig niveau het leven naar onze hand willen zetten, anderen onze wil en onze inzichten willen opleggen en menen dat de wereld alleen beter wordt van onze inzichten en onze manier van doen of spreken.


Bij Jezus zien we hoe het anders gaat. Aan het einde, nadat alle bekoringen zijn overwonnen, lezen we: “Daarna liet de duivel hem met rust, en er kwamen engelen om hem te dienen.” God houdt zijn belofte, maar de vervulling komt pas als we door de beproeving heen zijn gegaan.

God weet toch hoe zwak wij zijn. Jezus zelf zegt het tegen Petrus in de Hof van Olijven: “De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Bid dat je niet op de beproeving ingaat.” En elke keer als we het Onze Vader bidden, zeggen we: “breng ons niet in beproeving”. Jezus leert ons om aan God te vragen dat Hij ons niet in die beproeving brengt, want wij zijn niet zo sterk als Hij.

Uit eigen kracht zullen wij de bekoringen niet kunnen weerstaan. Maar door Hem, met Hem en in Hem kunnen we overwinnen. En die overwinning begint ermee dat we niet zelf pakken, niet zelf toe-eigenen en nemen, niet manipuleren en forceren, maar vertrouwen dat God zorgt, ook als het lijkt dat onze verlangens nooit vervuld worden. Het woord van God is onze kracht. Werkelijk: De mens zal niet leven van brood alleen; dat betekent: echt geluk zit niet in wat we hebben, pakken en zelf beslissen.

Meer nog dan anders wordt ons in de veertigdagentijd gevraagd dat de oude mens, Adam, in ons sterft, en de nieuwe mens, Christus, in ons opstaat. We gaan door de woestijn heen om te leren vertrouwen op Gods belofte en Gods voorzienigheid. Pas als we door die test heen zijn gegaan, kunnen we komen tot verrijzenis.

Wel, dit is de eerste zondag van de veertigdagentijd. Heb je de smaak te pakken? Dan gaan we nog 6 zondagen door, tot aan Pasen.

Gebed over de gaven

Dankbaar om moeder aarde, om haar rijke gaven, om het werk van vele mensenhanden, willen wij U eren.

Dit brood en deze wijn willen we, in navolging van Jezus, delen, omdat wij willen kiezen voor een wereld zoals Gij die droomt: een wereld waar men leeft voor het geluk van anderen.

Moge dit breken en delen ons sterken en bemoedigen, en ons doen uitzien naar die nieuwe wereld. Amen.

Vredeswens

Heer Jezus,
Gij hebt de strijd tussen goed en kwaad gekend
en Gij hebt vrede gevonden.
Wees ons nabij en schenk ons uw vrede.
Maak ons tot mensen die uw vrede delen,
Gij die leeft in eeuwigheid. Amen.

Die vrede van de Heer zij altijd met u.

Geven wij ook mekaar een hartelijk teken van vrede.

Slotgebed

Heer, onze God, veertig dagen van herbronning en heroriëntatie liggen voor ons.

Moge zij vruchtbaar worden voor onszelf en voor de wereld om ons heen. Leer ons hoe wij elkaars bondgenoten kunnen worden, mensen naar uw hart.

Behoed ons voor dromen die bedrog zijn, en doe ons kiezen voor wat echt en hecht is. Amen.

Zending en zegen

Wat wij hier meekregen, was meer dan een paar woorden. Ons werd een voorbeeld aangereikt van een Mens die eerlijk en oprecht zijn weg is gegaan, ten einde toe.

De Geest van Jezus wil ons vergezellen op onze tocht van veertig dagen, ons sterker maken, en ons zegenen: in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest.

Amen.

Edmund Owusu, svd