2020 Preek zondag 30 augustus Gerardus Majella

22e zondag door het jaar A Jeremia 20,7-9, Mattheüs 16,21-27.

 Zijn wij de echte volgelingen van Jezus geworden?

Lieve parochianen. Deze vraag kwam in mij op, toen ik in de afgelopen dagen, de Schriftlezingen van deze zondag las. Deze vraag stel ik vandaag opnieuw aan ons allen. Zijn wij de echte leerlingen van Jezus Christus geworden? Deze vraag helpt ons om onze christelijke identiteit opnieuw te herontdekken. Laten we vandaag hierover samen na denken en mediteren.

‘Ieder huisje heeft zijn kruisje.’ Deze woorden hoor ik vaak mensen zeggen. Het betekent dat elk gezin zijn eigen problemen heeft. Iedereen krijgt met tegenslag te maken. Iedereen heeft zijn of haar leed te dragen. En Jezus zegt: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, laat hij dan zijn kruis opnemen en Mij volgen. Jezus achternagaan is kiezen voor de liefde. Wij mogen licht zijn voor anderen, op de plaats waar we wonen en werken. Het is zeker niet gemakkelijk om zo te doen, maar samen mogen we het proberen te doen.

Je kruis opnemen en jezelf verloochenen zoals Jezus zegt, wil niet zeggen dat we onszelf helemaal weg moeten cijferen, dat we geen verlangens en ambities mogen hebben. Integendeel, het betekent worden wie je ten diepste bent: kind van God en medemens.

Het volgen van de Heer, jezelf verloochenen en je kruis opnemen is geen gemakkelijke weg. Dat weten we allemaal uit onze eigen levenservaring. De moeizaamheid zagen we in de eerste lezing al bij Jeremia. De profeet wordt met een stok geslagen en gevangen gezet. Waarom?  Omdat hij het volk oproept zich te bekeren en alleen de Heer te aanbidden.

Wie opkomt voor recht en waarheid, zoals Jeremia doet dat, moet lijden, wordt uit de weg geruimd. Dat gebeurt ook met Jezus. Hij moet lijden, Hij zal sterven. Hij ziet het aankomen als de onontkoombare consequentie  van zijn wijze van leven. Petrus kan dit niet aanvaarden. Hij heeft Jezus zojuist de Messias genoemd, de zoon van de Levende God.

De Messias die Petrus voor ogen heeft, is een machtige koning die het volk Israël zal bevrijden van de Romeinse overheersing. Maar de werkelijkheid blijkt een totaal anders te zijn: Jezus is kwetsbaar en zal gedood worden. Een lijdende Messias?

Petrus kan het niet aanvaarden. Hij wordt boos en kwaad op Jezus, onze Heer, omdat hij zoveel van Hem houdt. Hij heeft Jezus lief en wil niet dat Hem kwaad geschied. Geen wonder dus dat Petrus, Jezus de les begint te lezen: ‘God beware U, Heer! Dat mag U niet overkomen.’

Jezus reageert ook fel. Hij wijst Petrus streng terecht. Hij wil dat Petrus zijn verwachting bijstelt, dat hij anders leert kijken: Ga weg, Satan, want jouw gedachten zijn niet Gods gedachten, maar die van mensen.’ Jezus heeft ervoor gekozen, uit  grote liefde voor de mensen, zijn weg van dienstbaarheid te gaan. Hij wil zich niet laten leiden door menselijke overwegingen, maar door wat God van Hem wil.

Hij wil zijn roeping ten einde toe volbrengen. Hoe zwaar ook, zijn weg is niet zonder perspectief, want Jezus spreekt dan wel over zijn eigen lijden en dood, maar Hij zegt er nog iets bij: dat Hij op de derde dag zal worden opgewekt. Zou Petrus deze laatste zin gehoord hebben? Het lijkt er niet op. En toch is juist die gebeurtenis de kern van het evangelie, van het verhaal van de Levende God.

Het zijn grote woorden: je kruis opnemen, jezelf verloochenen. Jezus nodigt ons ertoe uit, als wij Hem willen volgen. Maar de vraag is, hoe kunnen we dit waarmaken in ons dagelijks leven? Moeten we er martelaren voor worden, moeten we er bijzondere dingen voor doen? Nee. Wij proberen iets te doen op de plek, waar we wonen en werken, het donker verdrijven door een licht te zijn voor anderen, door goed te zijn voor elkaar, met hart en ziel, uit grote liefde.

Zo gaan we de weg van Jezus, die zelf de anderen heeft liefgehad, tot het  einde toe, tot in de dood, en die zo de duisternis verdreven heeft en het licht heeft gemaakt, voor heel de wereld.

Lieve parochianen. Wij gaan even terug naar de vraag: Zijn wij de echte leerlingen van Jezus Christus geworden?

Wat wij weten is dat we gedoopt zijn, dat we de Eerste Heilige Communie hebben ontvangen, dat we het Vormsel-sacrament hebben ontvangen, dat we bijna elke zondag naar de kerk gaan, dat we bijna elke dag bidden, dat we iets samen doen voor onze ABG gemeenschap, dat we naar het woord van God hebben geluisterd, dat we aan onze zieke parochianen aandacht hebben gegeven, dat we de gestorven parochianen hebben begraven, dat we onze aandacht hebben gegeven aan mensen in nood.

Het juiste antwoord op deze vraag of we echte leerlingen van Jezus zijn geworden kan ieder van ons zelf geven. Want, ieder van ons weet precies hoe serieus je bent in het navolgen van Jezus Christus. Voor mij persoonlijk geeft Jezus Christus vorm aan mijn religieuze identiteit. Laten we in Jezus blijven geloven, ons eigen kruis dragen en Hem volgen. Amen.

Pastor Marianus Jehandut,SVD