De Kruisweg en de liefde van God
1. Het verraad van Judas
Mt. 26, 49-52
Judas die Jezus zou overleveren had een teken afgesproken: “Degene die ik zal kussen, die is het. Grijp Hem.” Hij ging recht op Jezus af en zei: “Gegroet, rabbi!,” en kuste Hem. Jezus zei tegen hem: “Vriend, ben je daarvoor hier?” Toen kwam de bende dichterbij, ze grepen Jezus en overmeesterden Hem. En kijk, één van de volgelingen van Jezus greep naar zijn zwaard, trok het, sloeg in op de knecht van de hogepriester en hakte hem zijn oor af. Toen zei Jezus tegen hem: “Steek je zwaard weer op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.”
Meditatie
Met een kus heeft Judas Jesus overgeleverd voor 30 zilverlingen, het inkomen dat een ongeschoolde arbeider in 4 maanden kon verdienen. Tegenwoordig zou dat iets meer zijn dan het minimumloon, ongeveer €1500 per maand; over vier maanden is dat €6000. Best veel geld. Geld is iets vreemds. Het is iets wat we nodig hebben, maar tegelijk suggereert het allerlei geweldige mogelijkheden die we niet kunnen betalen, zodat we ons ingeperkt of gefrustreerd gaan voelen. En waartoe zijn we bereid om die mogelijkheden wel te kunnen krijgen? Ik ben genoeg mensen tegenkomen die anderen op straat wilden zetten, alleen om meer geld te kunnen verdienen. En dan ken ik hun situatie niet, maar van Judas weten we die ook niet. Hij had misschien een dure hypotheek, of een dure vriendin. Dat maakt het begrijpelijker, maar het zijn natuurlijk geen verontschuldigingen.
Het goede, de dingen die echt waardevol zijn, zijn gratis. Ze kunnen niet gekocht worden, en ook niet, wat Petrus probeert, met geweld worden verkregen. Het goede kan je niet kopen en niet afdwingen: het goede komt zomaar.
2. Het oordeel van Pilatus
Mt. 27, 17‑19, 21, 24
Pilatus sprak tot het volk: “Wie wilt u dat ik zal vrijlaten: Barabbas of Jezus, die Christus wordt genoemd?” Hij wist heel goed dat ze Hem uit nijd overgeleverd hadden. Terwijl hij op zijn rechterstoel gezeten was, stuurde zijn vrouw hem de boodschap: “Laat u niet in met deze rechtschapen mens, want ik vannacht in een droom veel om Hem moeten doorstaan.” Pilatus sprak opnieuw: “Wie van de twee wilt u dat ik zal vrijlaten?” Ze zeiden: “Barabbas.” Toen Pilatus zag dat hij niets verder kwam, maar dat er veeleer tumult ontstond, liet hij water brengen en waste ten overstaan van het volk zijn handen, terwijl hij verklaarde: “Ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtschapen man; gij moet het zelf maar verantwoorden.”
Meditatie
Pilatus wist dat het volk wilde dat Jezus werd veroordeeld, alleen omdat ze nogal boos op Hem waren. Zijn vrouw zei ook dat Jezus rechtvaardig was. Maar Pilatus wil niet tegen het volk ingaan. Dat vraagt te veel inspanningen. Dan moet hij met al dat tumult omgaan, op de vrijdagmiddag nog wel. En hij is ook bang voor wat zulke boze mensen hem zouden kunnen aandoen. Rechtvaardigheid was voor hem daarbij vergeleken niet belangrijk. Niet alleen hebzucht, zoals bij Judas, maar ook lafheid en luiheid veroorzaken veel lijden.
3. De geseling van Jezus
Lucas 22:63-64
De mannen die Jezus bewaakten, bespotten en sloegen Hem. Ze wierpen een doek over zijn hoofd en vroegen Hem: “Wees nu eens profeet: Wie is het die U geslagen heeft?” Nog vele andere beschimpingen voegden ze Hem toe.
Meditatie
Johannes schrijft dat de liefde die God is, zich onder ons heeft geopenbaard omdat God zijn enige Zoon in de wereld heeft gezonden om ons het leven te brengen. Bij die wereld horen ook soldaten, die de enige Zoon van God gebruiken voor hun spelletjes. Zelfs deze scene geeft aan hoe groot de liefde van God is voor mensen, die dit zijn Zoon aandoen, terwijl toch God mens is geworden.
Hoe wanhopig de kruisweg er ook uitziet, we moeten ons niet vergissen, juist daardoor wordt de liefde van God voor de mens zichtbaar, die sterker is dan zelfs de marteling van de Kruisweg.
4. De bespotting van Jezus
Mt. 27, 28-30
De soldaten trokken Hem zijn kleren uit en hingen Hem een rode mantel om. Ook vlochten zij een doornenkrans, zetten die op zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in de rechterhand. Dan vielen zij voor Hem op de knieën en bespotten Hem met de woorden: “Gegroet, koning der Joden!” Ze bespuwden Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op het hoofd.”
Meditatie
Jezus wordt bespot en gemarteld en Hij laat het toe en Hij zwijgt; God zweeg ook. Ook wij vragen vaak aan God: “Waarom, Heer?” Waarom is er een pandemie en worden mensen ziek? Waarom raken mensen hun baan en hun geld kwijt? Waarom zijn mensen soms zo uitzichtsloos eenzaam en ongelukkig? En een antwoord krijgen we niet. Maar vanmiddag proberen we om ons verdriet en onze geschoktheid, ons lijden en ons onbegrip te verbinden met het lijden van Christus, zodat geweld en oorlogen en het verdriet en de eenzaamheid van de mensen niet meer zo zinloos zijn. Ook zulke dingen zijn verbonden met het goddelijke. Ergens, op een manier die we niet kunnen begrijpen, heeft het een plaats bij onze God.
5. God en mens
Paulus in de brief aan de Philippenzen 2:6-8
Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zich van zijn goddelijkheid ontdaan en is aan de mensen gelijk geworden. Hij heeft zichzelf vernederd en werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan het kruis.
Meditatie
Uit liefde voor de mensen heeft God ook een mens willen worden. En daartoe heeft Hij alles prijsgegeven: zijn goddelijkheid, zoals Paulus schrijft, maar ook zijn goede naam, zijn zelfrespect, en straks zijn leven. Jezus is een misdadiger die geëxecuteerd zal worden. Zozeer had God de mensen lief dat Hij niet zomaar een mens werd, maar een mens die heel ver af kwam te staan van de glorie en macht van God. De liefde van God omvat de gehele mensheid. Ook de mens die ontluisterd is, die geslagen is en veroordeeld, ook die wordt door God liefgehad.
6. De kruisiging van Jezus
Lc. 23, 33
Toen ze op het zogeheten Schedelveld aankwamen, sloegen ze Hem daar aan het kruis, en ook twee misdadigers, de één rechts en de ander links van Hem.
Een bekend gedicht van Martinus Nijhoff heet `de soldaat die Jezus kruisigde’. In het gedicht ontdekt de soldaat dat degene die hij aan het kruis slaat, juist hem blijkt lief te hebben en om zijn liefde vraagt. De soldaat slaat door want dat was hem opgedragen. Maar door die liefde verandert alles en hij voelt de spijker in zijn eigen hand, omdat ook hij Jesus lief is gaan hebben.
Wij sloegen hem aan’t kruis. Zijn vingers grepen
wild om de spijker toen’k de hamer hief.
Maar hij zei zacht mijn naam en “heb mij lief.”
En’t groot geheim had ik voorgoed begrepen.
Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
en werd een gek die bloed van liefde vroeg:
ik had hem lief, en sloeg en sloeg en sloeg
de spijker door zijn hand in het hout dat barstte.
Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand
trek ik een vis, zijn naam, zijn monogram,
in iedere muur, in iedere balk of stam,
in mijn borst of hurkend in het zand.
en antwoord als de mensen mij wat vragen:
“Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.”
7. De dood van Jezus
Mc. 15, 33-37
Vanaf het zesde uur viel er een duisternis over het hele land, tot aan het negende uur toe. En op het negende uur riep Jezus met luider stem: “Eloï, Eloï, lama sabaktani!” Dit is vertaald: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten.” Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest.
Meditatie
Onder het kruis staan degenen die Jezus het meest liefhebben: Maria, zijn moeder, Johannes, de leerling die Jezus liefhad, en volgens de evangelist Johannes ook Maria Magdalena. Zij horen zijn kreet van wanhoop: “mijn God mijn God, waarom hebt Ge mij verlaten.” En ze zijn bij zijn sterven. Dat zijn vormen van lijden waar mensen vaak niet meer overheen komen. Dan raken ze verbitterd, en soms vereenzamen ze omdat ze geen aandacht meer aan anderen kunnen geven. Maar Johannes zou later schrijven dat alle liefde van God komt en zelfs dat God liefde ìs. Ik denk dat hun aanwezigheid onder het kruis uitdrukt dat zelfs die uiterste Godverlatenheid door de liefde die God is, overwonnen kan worden.
8. De graflegging van Jezus
Joh. 19, 38-42
Daarna ging Jozef van Arimatea, een leerling van Jezus maar in het geheim uit vrees voor de Joden, aan Pilates vragen of hij het lichaam van Jezus mocht weghalen. Pilatus stond dit toe en hij nam het lichaam weg. Nikodemus, de Hem vroeger ’s nachts had bezocht, kwam ook en bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer 10 pond. Ze namen het lichaam van Jezus, winkkelden het met de welriekende kruiden in zwachtsels, zoals bij een Joodse begrafenis gebruikelijk. Op de plaats waar Hij gekruisigd werd, lag een tuin en in die tuin een nieuw graf. Hierin legden ze Jezus neer.
Meditatie
Josef van Arimatea en Nikodemus leggen, zorgzaam, Jesus neer in een grafheuvel, met bomen ernaast. Nu rust hij in het graf. Het lijden is uitgewoed en de vrede, een vrede als in een tuin, begint te dalen over de aarde. En ook wij waken bij zijn graf en verwachten zijn opstanding. Laten we in onze geest en in ons lichaam zijn dood bewaren opdat zijn leven in ons werkzaam zal worden en we de kracht van zijn verrijzenis zullen ervaren.
9. De hemel
Paulus in de brief aan de Philippenzen 3, 10‑11
Ik wil Christus kennen; ik wil de kracht van zijn opstanding gewaar worden en de gemeenschap met zijn lijden; ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven, om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden.
Meditatie
De vorige paus heeft een keer gezegd dat de hemel ontstaat waar God en mens elkaar ontmoeten. Dat gebeurde bij uitstek in Jezus van Nazareth. En op Goede Vrijdag ontmoette God de mensen die zijn zoon bespotten en geselden en aan een kruis sloegen. Toen ontstond de hemel zelfs voor een moordenaar, zelfs voor degenen die riepen “kruisigt Hem, kruisigt Hem” en zelfs voor ons, voor heel de onverschillige moderne wereld, waarin zoveel kerken niet meer gebruikt worden en waar nog maar weinigen onder de 40 jaar belangstelling hebben voor het lijden van Christus. Ook voor ons, opdat wij uit de dood zullen opstaan, zoals Paulus zegt, opdat wij in Gods liefde opgenomen kunnen worden, is Jezus aan het kruis geslagen. Wie de diepte van die liefde beseft, kan niet anders dan op zijn beurt Jezus daarvoor liefhebben.
Peter Commandeur