2021 Preek zondag 16 mei Anna-Bonifatiuskerk

Overweging

We hebben geluisterd naar een gebed van Jezus (Joh. 17, 11-19). Jezus bidt in de kring van zijn leerlingen op zijn laatste levensavond. Zijn afscheid is gekomen en hij zal de weg gaan van lijden en dood die zal leiden tot de vereniging met zijn hemelse Vader. Hij bidt voor zijn leerlingen, die achterblijven in de wereld. De grondtoon van zijn gebed is een groot verlangen dat zijn leerlingen één zijn van hart en geest.

De eenheid tussen zijn leerlingen was namelijk het spel komen te staan door het verraad van Judas, waardoor Jezus werd vermoord. Om de eenheid te herstellen moet er iemand worden uitgekozen om de Twaalf voltallig te maken (Hand. 1, 15-26). Het getal twaalf moeten we natuurlijk niet letterlijk nemen. Het getal twaalf heeft een symbolische betekenis. Denk maar aan de twaalf maanden in een jaar, de twaalf stammen van Israël. In de Bijbel is twaalf is het getal van volheid, die alles en iedereen omvat. Het is het getal dat het geheel vertegenwoordigt. Daarom kiest Petrus 120 vrouwen en mannen uit om een nieuwe leerling uit te kiezen en dat is tien maal twaalf. Eerst wordt er een profiel van de nieuwe apostel gemaakt: de sollicitant moet onder het gezelschap van Jezus zijn geweest, vanaf zijn doop tot aan zijn hemelvaart. Alleen zo kan iemand het verhaal van Jezus door vertellen. Er zijn twee kandidaten. De keuze voor de nieuwe apostel leggen ze voor aan God: God mag kiezen. Hoe kun je weten wat God wil? Om Gods wil te achterhalen, bidden ze eerst tot God. En dan laten zij Barsabbas en Matthias loten. Dan blijkt dat God Matthias heeft uitgekozen. Hij mag de dienende taak als apostel uitvoeren. Op deze wijze is de eenheid hersteld.

We weten dat er van de eenheid waarvoor Jezus bidt, niet zoveel terecht is gekomen. De volgelingen van Jezus zijn verdeeld geraakt. Niet alleen de christenen, maar ook de kerken. In de loop van de geschiedenis van de kerk, zijn er heel wat scheuren en barsten in de eenheid van de kerk ontstaan. Dat is van alle tijden, ‘het allemaal maar mensenwerk’, vertelde mij ooit een monnik.

Dit roept de vraag op, hoe we de eenheid, waarover Jezus spreekt in zijn gebed dan wel moeten verstaan. Laten we nog eens luisteren naar zijn gebed:

‘Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals wij.’

In zijn gebed vertrouwt Jezus de zorg voor zijn leerlingen, en daarmee ook de zorg voor alle gelovigen, toe aan zijn hemelse Vader. Jezus bidt en smeekt om eenheid tussen zijn leerlingen. Deze eenheid is gebaseerd op de relatie van Jezus met zijn hemelse Vader, en ook op de eenheid die er is tussen Vader, Zoon en heilige Geest. Zij vormen met elkaar een liefdesgemeenschap. Daarin mogen wij delen. 

Over deze liefdesgemeenschap gaat het in de tweede lezing die wij gehoord hebben (1 Joh. 4, 11-16). Daarin wordt verteld over liefde die woont in God. Wanneer wij elkaar liefhebben, dan woont God in ons. Als wij in de liefde wonen dan gebeurt er iets tussen u en mij. Deze liefde is niet van mij, en ook niet van u, maar overkomt ons. We kunnen deze liefde niet zelf maken. Het gebeurt aan ons. Wanneer het aan ons gebeurt dan opent er zich een ruimte, waarin we gastvrij worden onthaald, en mogen zijn zoals we zijn, niet meer en niet minder. Dan wonen we samen in de liefde. Over deze liefde gaat het als Jezus spreekt over de eenheid, waar hij zo naar verlangt. Zijn streven naar eenheid is geen vrijblijvende hobby, maar een liefdesopdracht aan de geloofsgemeenschappen. Daarover zingen wij in een lied over de heilige Geest:

O Geest, die levend maakt

En voegt het al aaneen

Wij zijn verstrooid geraakt

Maar Gij houdt ons bijeen.

Weersta toch aan de macht

Die onze harten scheidt

O alvermogend woord

O licht van eeuwigheid

In het gebed van Jezus klinken ook de woorden: dat we in Gods naam bewaard worden. En wat is Gods naam? Er zijn vele namen voor God: schepper van hemel en aarde, de heilige, de almachtige, vader van ons allen, moeder van ons allen, de genadige en barmhartige, de rechtvaardige, de alomtegenwoordige, de verborgene, de liefhebbende. De Islam kent wel 99 namen voor Allah. Een veelheid van namen, maar eigenlijk kunnen we God niet in woorden bevatten.  God is immers een mysterie, een geheim dat ons te boven gaat. We weten er eigenlijk niets van. Maar dat betekent niet dat we over God hoeven te zwijgen. Het gaat om een mysterie dat niet te doorgronden is, en dat gericht is op verbondenheid, ondanks alle onderlinge verschillen en belangen. Dat te verstaan, vraagt om verstilling, meditatie en gebed.

Het gebed van Jezus drukt het verlangen uit naar leven in samenhang met anderen, waar recht gedaan wordt aan God, aan elkaar en aan onszelf. Op een andere wijze verwoordt Jezus dat verlangen in zijn gebed: zij zijn niet van deze wereld. Hoewel we in de wereld leven, zijn wij niet van de wereld. Wij kunnen andere keuzes maken dan het recht van de sterkste of ieder voor zich en God voor ons allen. Wij kunnen kiezen voor een leven, waarin het belangrijker is wie je bent, dan wat je hebt. Daarmee kom je in de richting van de Naam, waarin Jezus hoopt dat we bewaard worden.

Daarover gaat het volgende verhaal. Het is alweer dertig geleden dat mijn vader vrij plotseling stierf. Ik herinner mij nog goed, dat ieder van ons na de begrafenis even op zichzelf wilde zijn. Mijn zus maakte een fietstocht, mijn broer een tochtje met de auto, en ik ging wandelen langs het IJsselmeer. Bij toeval troffen we elkaar op de dijk van het IJsselmeer, waar ineens een prachtige regenboog stond. We zeiden tegen elkaar: dat is een teken van pa. Dat wisten we. Dit teken gaf ons op dat moment het vertrouwen, dat ondanks de pijn van het afscheid, hij ons niet los laat. Hij zou met ieder van ons verbonden blijven.

Natuurlijk geloof ik niet, dat de regenboog voor ons speciaal is verschenen. Maar deze natuurervaring voedde wel ons vertrouwen, dat hij bewaard wordt in Gods liefde. Liefde die sterker is dan de dood. 

Dat ook wij bewaard mogen worden in de liefde van God. Mogen het zo zijn.

Dr. Kitty Bouwman