29e zondag door het jaar B SPB
Jesaja 53,10-11; Marcus 10,35-45.
Elkaar helpen met Gods Liefde
Onze kerkgemeenschap wordt gedragen
door vele vrijwilligers zoals: de koren, de kostersgroep,
lectorengroep, locatiebestuur, livestreamingsgroep,
misdienarengroep enz.
Deze groepen parochianen doen hun werk
met toewijding en compassie.
Dat merk ik uit de dagelijks praktijk in onze parochie.
Door alles wat zij deden en doen voor onze gemeenschap,
maken ze een mooie verbinding met de zin van het leven.
De zin van ons leven ervaren we door alles wat wij doen
zowel voor God, voor onze medemensen als voor onszelf.
Wat is de blijde boodschap van Jezus voor ons vandaag?
Jezus is onderweg naar Jeruzalem met zijn apostelen
en met andere leerlingen die ongerust en zelfs bang waren
over wat met Jezus zou gebeuren.
Aan de apostelen vertelde Jezus wat Hem te wachten staat:
Hij zal door de hogepriesters en de schriftgeleerden ter dood veroordeeld
en aan de Romeinen overgeleverd worden.
Die zullen de spot met Hem drijven, Hem geselen en vermoorden,
maar na drie dagen zal Hij opstaan uit de dood.
Na deze onaangename mededeling van Jezus
kwamen onmiddellijk Jacobus en Johannes naar Hem toe
en vroegen naar de belangrijkste post
wanneer Jezus zou gaan heersen in de glorie van zijn koninkrijk.
Dat was eigenlijk geen vraag, maar een eis,
want ze zeggen:
‘Meester, we willen dat U voor ons doet wat wij U vragen.’
Het was een hele onaangename eis, die aan Jezus werd gesteld.
Maandenlang waren zijn leerlingen Hem gevolgd.
In die maanden hebben ze met hun eigen ogen gezien
hoe Jezus wonderen verrichtte voor armen,
zieken, blinden en mensen in nood.
Maanden lang hebben ze ook gezien
hoe Jezus de blijde boodschap van Gods liefde en vrede had verkondigd,
en toch wilden ze eigenlijk niets anders dan aan Jezus
een hoge positie eisen in zijn koninkrijk.
Ze dachten toen dat Jezus de machtigste koning zou worden
in het nieuwe koninkrijk van Israël dat Jezus zou stichten.
Als zijn eigen apostelen niet wisten wat Jezus te wachten stond,
hoe kunnen dan andere mensen en misschien ook wij dat dan weten?
Hij zal door een van zijn eigen leerlingen
voor dertig zilverlingen verkocht worden.
Dertig zilverlingen was toentertijd de waarde van een slaaf.
De waarde van Jezus leven was niet meer dan dat van een slaaf.
Andere leerlingen zullen op de vlucht slaan
wanneer Hij gearresteerd wordt,
en Petrus zal Hem driemaal verloochenen.
Hij zal gekruisigd worden als een slaaf.
Wat er gebeurt is precies wat Jezus eerder aan hen vertelde.
Daardoor is de verwachting van Jacobus en Johannes
over de komst van de glorie van Jezus koninkrijk
somber geworden.
Want Jezus is niet gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen, zegt Hij.
Dat is dus de kernboodschap van wat Hij zelf uitstraalt:
niet heersen, maar dienen.
Geen machtsmisbruik maar liefde en vrede.
De uitdaging voor ons allen.
De vraag voor ons is:
Hoe gaan we om met die blijde boodschap?
Misschien willen we ook in de woorden van Jacobus
en Johannes tot Jezus zeggen:
‘Meester, we willen dat u voor ons doet wat wij u vragen.’
Of denken we er ook aan Hem te loven en te danken?
En, is ons leven meer dan verlangen naar macht en waardering?
Want eigenlijk leeft dat in ieder van ons:
de wil om gewaardeerd te worden voor wat we doen
of om wie we zijn: als vader, moeder, kind, leraar, werkgever,
arbeider, bediende, arts, priester, diaken, gepensioneerde enz.
Wie of wat we ook zijn of doen:
de macht die ervan uitgaat trekt ons vaak aan.
Hoezeer dat verlangen kan mislopen zien we in de wereld om ons heen:
Macht wordt machtsmisbruik, ook in relaties en gezinnen,
waarbij vrouwen vaak het slachtoffer worden van mannelijk geweld.
Nog meer machtsmisbruik zien we in de heerszucht
van presidenten en politici wereldwijd.
Tegenwoordig horen we via de sociale media
over het machtsmisbruik in de scholen,
in de bedrijven, verenigingen en in de kerk.
De vreselijke kerkelijke schandalen van misbruik door priesters
die in Frankrijk aan het licht gekomen zijn,
doen opnieuw de kerken verder leeglopen
en treffen daarnaast opnieuw
de vele onschuldige priesters en geestelijken
die maar één verlangen en één roeping kennen,
en dat is de blijde boodschap van Jezus uitdragen en beleven.
En wij?
In de eerste lezing hoorden we de woorden van Jesaja:
‘Want de Heer wilde dat zijn dienaar zou lijden.
Zijn dienaar moest gedood worden.
Hij moest zijn leven geven
om de schuld van de mensen te dragen.’
Deze woorden zijn heel passend bij Jezus’ leven.
Want, Hij is gekomen niet om te heersen, te vernederen,
maar om vol liefde te dienen.
En dat is wat we als christen willen beleven en uitdragen:
Dat God, Jezus liefde is, en dat Hij niet heerst, maar dient.
Vol liefde dienen in Gods naam.
Dat is onze roeping als volgelingen van Christus
in deze moderne tijd.
Laten wij elkaar helpen zoals Jezus dat wil.
Amen.
M.Jehandut SVD.