2021 Preek zondag 21 november Gerardus Majellakerk

Jezus als Koning anders

Overweging op 21-11-2021 

Feest van Christus koning

Vandaag vieren we het feest van Christus koning, en daarmee zijn we aan het einde gekomen van het kerkelijk jaar. Met dit feest vieren we dat Christus koning is van het hele universum. Dit feest is nog niet zo oud. Het werd pas in 1925 ingesteld door Paus Pius XI. Hij legde de nadruk op het koningschap van Jezus Christus over mens en wereld. Daarmee ligt de verleiding van enig triomfalisme, van grootheidswaanzin, op de loer. Het is daarom van belang om te zien dat Jezus niet zomaar een koning is die groter is dan de andere koningen en machthebbers. Het is omgekeerd: wat hij doet en zegt, dat noemen wij koninklijk in de betekenis van waardig. Daarmee is het eerder een omkering van waarden, die in onze wereld hoogtij vieren. 

Jezus is Koning anders

Jezus is Koning anders.  Hoe is hij een andere koning? Dat horen we in het evangelie, dat we zojuist hebben gehoord. Daarin staan Pilatus en Jezus tegenover elkaar. Pilatus is de Romeinse politicus die aangesteld is door de keizer. Voor Pilatus behoort het koningschap tot deze wereld. Een koning heerst met macht over een rijk. Jezus wijst in het gesprek met Pilatus op een heel ander rijk: zijn rijk is niet van hier en behoort niet tot deze wereld. Jezus doelt op het koninkrijk van God. Dat is het rijk dat Jezus vertegenwoordigt. Zijn koninkrijk is van een andere orde dan de gewone, concrete werkelijkheid. Hoewel de werkelijkheid van God niet zichtbaar is, gaat er wel een werking van uit: vrede, liefde, barmhartigheid, troost. Jezus belichaamt het koningschap dat van God afkomstig is. Hij stelt de geweldloze macht van de goddelijke heerschappij present in een wereld, waarin de machthebbers het voor het zeggen hebben, en zwakke, kwetsbare mens het onderspit moet delven.

Koningschap van Jezus in het evangelie

Pilatus heeft dus een heel ander koningschap voor ogen dan Jezus. Welk koningschap Jezus bedoelt laat hij duidelijk zien als hij op een ezelsveulen Jeruzalem binnenrijdt met palmpasen. Hij toont geen macht, maar dienstbaarheid. Hij toont een dienstbaar koningschap aan alle burgers van zijn rijk: de arme, de hongerige, de dorstige, de vreemdeling, de zieke, de gevangene en iedere verschoppeling voor wie geen plek is in onze wereld. Zij horen erbij.

Maar dat koningschap kan Pilatus niet goed bevatten, en daarom vraagt hij aan Jezus: ‘Dus koning bent u wel?’ Jezus antwoordt daarop: ‘U zegt het: koning ben ik.’ Jezus bevestigt nogmaals dat hij koning is. ‘Daartoe ben ik geboren en daartoe ben ik naar de wereld gekomen’. Dat Jezus als een koning werd geboren horen we de komende weken op weg naar kerstmis. De drie wijzen volgen de ster die hen naar een nieuwe koning zal leiden. Als koning Herodus daarvan hoort, staan er twee koningen tegenover elkaar. Herodus als de machthebber en Jezus als een kwetsbaar kind. In het verhaal van de engel die Maria aanzegt dat ze zwanger zal worden van een goddelijk kind (Lucas 1, 33) wordt al verteld over Jezus’ koningschap: ‘tot in eeuwigheid zal hij koning zijn en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ Zijn koningschap is niet aan tijd gebonden, het nu en altijd van kracht. Zijn koningschap staat in dienst van God en mensen. Hij is naar de wereld gekomen om te getuigen van de waarheid: ‘ieder die uit waarheid is, luistert naar mijn stem’.

Breien voor God

Maar hoe kunnen we luisteren naar zijn stem? Jezus heeft ons dat geleerd door ons woorden aan te reiken om te bidden: Onze vader, die in de hemel zijt, uw rijk kome. Op deze wijze richten wij ons in ons dagelijks gebed tot God. Maar ondanks deze woorden, lukt ons niet altijd om naar zijn stem te luisteren. 

Daarover vertelde mij oudere dame. Vol teleurstelling vertelde ze mij keer op een keer, dat ze er niet meer zo in geloofde dat bidden hielp, dat God je hoorde. Want, zo zei ze: ‘al mijn hele leven lang bid ik elke dag mijn ochtend- en avondgebed, ook voor en na het eten en ook nog elke dag de rozenkrans. Maar ik zou net zo goed een bandje kunnen opzetten, want volgens mij maakt het geen enkel verschil of ik nu wel of niet bid. Ik merk helemaal nooit dat God mijn gebeden hoort, laat staan dat hij ze verhoort.’ Bij mezelf dacht ik: Heeft ze ooit wel eens gezwegen tijdens het bidden? Heeft ze wel eens aandachtig geluisterd naar wat God haar te zeggen heeft, vroeg ik mijzelf af. En ik vroeg haar: ‘Zou u het eens op een andere manier willen proberen, bidden?’ Ze knikte aarzelend. ‘Weet u wat… u breit graag hè? U zet de radio uit en steekt een kaarsje aan en dan gaat u vanaf vandaag elke dag een kwartiertje zitten. U zegt helemaal niets, niet hardop en ook niet in uw gedachten, maar u breit een kwartiertje voor Gods aangezicht.’ ‘Nou’, zei ze, ‘baat het niet, dan schaadt het ook niet, ik zal het uitproberen. Na een paar weken vertelde ze, dat ze het eerst wel een beetje gek had gevonden maar dat ze het toch elke dag had gedaan: breien voor God. En, zei ze: ‘Ik heb me nog nooit zo vredig gevoeld, ik heb geloof ik voor het eerst ervaren, dat bidden vooral luisteren is!’

Dat ook wij mogen luisteren naar de stem van God, die groter is dan ons hart. Op deze wijze is Christus een koning: betrokken op ons allemaal. Hij luistert immers naar het hart van ieder mens.

Moge het zo zijn.

Dr. Kitty Bouwman

Gelezen: Daniel 7, 13-14 en Johannes 18, 33-37