2021 Preek zondag 28 februari Gerardus-Majellakerk

OVERWEGING op de 2e zondag in de 40-dagentijd in de Gerardus Majella, 28-2-2021

Lezingen: Genesis 22, 1-2,9a,10-13,15-18 en Marcus 9, 2-10

Zusters en broeders,

Wandelen is een van mijn hobby’s. Wandelen is al leuk als je gewoon een rondje maakt vanuit huis, een blokje om zeg maar. Je kunt ook een dagtocht maken ergens anders in Nederland of in een vakantieland. Bij zo’n grote tocht volgen we meestal een route. In Nederland staan er vaak bordjes om de route aan te geven, in het buitenland moet je het meestal doen met een beschrijving van de route in een folder of in een boekje. Dan moet je goed opletten, want je mist gemakkelijk een zijpad en dan raak je de route kwijt. Dat gebeurt vooral als het pad een beetje overgroeid is of als er opeens een hek staat waar je overheen moet. Het komt altijd wel weer goed, maar ik volg liever gewoon de route.

Wat ook kan gebeuren is dat je zeker weet dat je goed op de route zit, maar dat je vooruit kijkt en niet ziet hoe je aan het eind van het pad verder kan. Dan begin je te twijfelen, natuurlijk, maar je moet gewoon doorlopen, want er zijn heel veel paden die je pas ziet als je de schijnbaar doodlopende weg bent afgelopen. Er is een pad, alleen zie je het pas als je daar bent.

In de eerste lezing wil God Abraham op de proef stellen, testen. Hij stuurt hem op pad om zijn zoon Isaak te offeren. Het is een vreemde opdracht, vind ik, want Isaak is de enige zoon van Abraham. Isaak is de toekomst van Abraham. Moet hij die gaan offeren om te laten zien hoe gehoorzaam hij wel niet is? Eigenlijk is dat gruwelijk.

Er zijn veel uitleggers van dit verhaal die zeggen dat het gaat om de uitkomst van het verhaal: in de landen rondom Israël waren veel godsdiensten waar kinderoffers wèl een rol speelden. Dit verhaal laat juist zien dat God zo’n offer nìet wil. Op het moment dat Abraham Isaak wil gaan offeren ziet Abraham een ram in het struikgewas. Het offer van Isaak gaat niet door.

Het verhaal van Abraham en Isaak gaat erom gaat dat je geen kinderen moet offeren. Met dat in gedachten wil ik graag stilstaan bij het begin van de lezing. God wilde Abraham op de proef stellen. Wat wilde God eigenlijk testen? Niet alleen of Abraham met Isaak op weg wilde gaan, maar voor mijn gevoel vooral of Abraham van de ingeslagen weg wilde afwijken. Abraham ging op weg om zijn zoon te offeren, zoals dat om hem heen op veel plaatsen gebruikelijk was. Toen het moment daar was, toen het er echt op aankwam, liet hij zich door God een andere weg wijzen.

Dat God je een andere weg kan wijzen, lees ik ook in het evangelie. Jezus gaat met Petrus, Johannes en Jacobus een hoge berg op. Jezus begint te stralen, Mozes en Elia verschijnen en ze gaan met Jezus in gesprek. Het is een beeld dat laat zien hoe diep Jezus is verbonden met de Wet en de Profeten uit de Heilige Schrift. Het is een kostbaar moment, een moment dat veel duidelijk maakt over wie Jezus ten diepste is.

Petrus wil dat graag vasthouden. Hij zegt: ‘Rabbi, het is goed dat we hier zijn, laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia’. Hij wil het bijzondere moment graag vastleggen. Tenten maken. Heilige huisjes bouwen. Maar er verschijnt een wolk, en uit de wolk klinkt een stem: ‘Dit is mijn Zoon, de welbeminde, luistert naar Hem’.

Abraham gaat op weg, Petrus , Johannes en Jacobus gaan op weg, wij gaan op weg. Voor ons allemaal geldt de vraag of we in staat zijn te luisteren naar God, naar de stem uit de hemel die zegt: ‘Dit is mijn Zoon, de welbeminde, luistert naar Hem’.

Als Jezus met zijn leerlingen de berg afdaalt, verbiedt Hij hen aan iemand te vertellen wat ze hadden gezien, voordat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan. Daar zit voor mijn gevoel wel een logica in: we kunnen naar de Zoon luisteren omdat Hij is opgestaan. Omdat Jezus is opgestaan, kunnen we naar Hem  luisteren.

De leerlingen vroegen zich onder elkaar af wat dat eigenlijk is: opstaan uit de doden. Ik geloof niet dat daar in het evangelie van Marcus antwoord op wordt gegeven in de zin van: de opstanding uit de doden betekent en dan punt 1, 2 en 3. Het enige antwoord is de ontmoeting met de verrezen Heer zelf. Die ontmoeting inspireert de leerlingen om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden.

‘Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luistert naar Hem’ zei de stem uit de wolk. Hoe kunnen wij luisteren naar de Zoon, hoe kunnen wij luisteren naar de verrezen Heer? Dat is een goede vraag voor in deze veertigdagentijd. Ik geloof niet dat er op die vraag een antwoord is dat voor iedereen geldt. Hoe je kunt luisteren naar de Zoon is een persoonlijke vraag, die een persoonlijk antwoord vraagt.

Voor mij is de opstanding zo’n weg die je inkijkt en waarvan je niet kunt zien hoe die verder gaat. Je gaat het alleen zien als je er naartoe loopt. Als je op weg gaat, zie je welke wegen er voor je geopend worden, doorheen de takkenbossen en andere hindernissen die het je zo moeilijk kunnen maken.

Moge de Heer ons zegenen met een open oor voor zijn stem en de nieuwe wegen die Hij ons wijst.

Amen

Hans Mesdag