2021 Preek zondag 31 oktober Gerardus Majellakerk

Overweging nav Deuteronomium 6,2-6 en Marcus 12,28b-34

Het beeldende kruisteken: de verbinding van de wereld, van ons met God langs de verticale as, de verbinding van ons met de wereld, met de mensen langs de horizontale as. En in het midden komen ze bijelkaar. De liefde van God voor de mensen en van de mensen voor God raakt de liefde van de mensen onderling. Daar kruisen de lijnen van liefde elkaar. En hoe belangrijk is de liefde! Kinderen, volwassenen en ouderen, die om welke reden dan ook, door niemand liefdevol worden bejegend of aangeraakt, komen emotioneel te kort. Een gebrek aan liefde kan een mens geestelijk ziek maken.

Niet voor niets spreekt het belangrijkste gebod in de bijbel van liefde. Liefde heeft namelijk de kracht om ons te genezen en ons tot geestelijke groei te brengen. In de liefde zit de koestering, maar ook de verbondenheid, de verbinding van mensen met elkaar.

We raken de ander pas liefdevol aan wanneer we ons verbonden voelen met hem of haar. Daar gaat het in alle religies om: ons woord religie is afgeleid van het Latijnse religio. Het betekent verbinding en zegt dat de mate waarin je je verbindt met je omgeving, bepaalt in hoeverre je levenshouding religieus is.

Je zou kunnen zeggen dat God aanwezig is in die betrokkenheid van mensen op elkaar, in die verbinding met elkaar. Dat besef  van verbondenheid geeft zin, geluk en vreugde aan ons bestaan.

Terwijl we verbonden en betrokken raken op anderen – wat gebeurt als we zinvol leven naar wat Jezus ons leerde in de bergrede, dan sluipt het geluk onze levens binnen. Dat geluk heet liefde.

Een zinvol leven leiden betekent voor de meesten van ons dat je iemand probeert te helpen. Wanneer we iemand helpen moeten we er misschien wel meer voor laten dan er voor doen. Wanneer iemand zich echt door jou geholpen voelt, bemoedigd of getroost, dan is dat meestal niet te danken aan jouw bewuste bedoeling, maar vooral aan de manier waarop je bij iemand bent. Als het gebeurt, als je die ander bereikt of ontmoet is het alsof dat bijna jouws ondanks gebeurt.  Het lijkt alsof het jouw gegeven is de juiste toon te treffen, de juiste snaar te raken. Het kunnen raken van de ander overkomt ons zogezegd. Het vermogen de ander te raken is ons gegeven.

Je hebt het vast wel eens meegemaakt. Iemand spreekt je jaren later eens aan en zegt dat je toen en toen zo iets belangrijks hebt gezegd of gedaan en dat die ander daar zo mee geholpen was. Zelf kun je je nauwelijks voor de geest halen bij welke gelegenheid dat was en wat je toen gezegd of gedaan hebt. Maar dit is precies wat ik bedoel: We hadden het nauwelijks door, maar op dat moment, toen, verbonden we ons met de ander en wel bijna buiten ons besef om. Bijna buiten ons om werden we in staat gesteld zo bij die ander te zijn dat er een wezenlijke verbinding tot stand kwam waarin die ander ons als helend nabij ervoer.

En dat lijkt mij het moment waarop de horizontale en verticale as van het kruis elkaar raken: de genade van God valt ons toe op de momenten waarop we aandachtig voor de ander aanwezig zijn. De verbinding die wij met onze naaste maken valt ons toe als de liefde van God voor ons. En deze liefde kleurt ons omgaan met de ander.

Volgens mij gaat het er niet primair om om wat we doen. Het gaat om de manier waarop we het doen. De ander is afhankelijk van jouw vermogen om zin te geven aan zijn bestaan. Een ander of een beter leven, een zinvol leven maak je niet zelf; het wordt je gegeven. Wat voor jou werkelijk belangrijk is, wat zin geeft aan jouw bestaan, wordt je gegeven. Door of via anderen. Omgekeerd is de ander net zo afhankelijk van jou als jij van hem. Dat besef maakt het makkelijker om onszelf te aanvaarden, gewoon, zoals we zijn. Dat je bent wie je bent, een mens die gelijk heeft en soms ongelijk, een gewoon mensenkind met zijn kwetsbaarheid, zwakheid en teleurstellingen over zichzelf. Zulke mensen, wij dus, verbinden zich met elkaar en met God en kunnen ondanks alles wat we denken fout te doen of onhandig te doen liefdevol handelen naar anderen toe. Zulke mensen, ons dus, wordt gegeven en we zullen ons geven  aan anderen vanuit het besef dat we niet zonder elkaar kunnen. Ik denk nu aan de klimaatconferentie die morgen in Glasgow begint. Ook daar verbinden we ons mee, gewone mensen die we zijn, uit liefde voor elkaar, de aarde en God.

Wanneer Jezus zegt: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” verwijst Hij naar Gods liefde voor ons die niet ophoudt en er al was voor wij besef van Gods liefde hadden. Daarom kan een mens van God houden. Want Gods liefde is als een diepe onvergankelijke onderstroom die altijd doorgaat en die ervoor zorgt dat we niet uitdrogen. Die liefde van God herkennen we in de natuur, de sprankelende creativiteit, in taal en tederheid. Die liefde herkennen we in onze verbondenheid met elkaar. In onze liefde voor elkaar. En in ons vermogen er te zijn voor de ander.

Omgekeerd, in het stilzwijgend meeleven met de anderen kunnen we onze manier van van God houden, tonen.  In het gebod “Heb uw naaste lief als uzelf”,  heeft Jezus het over  de dienstverlening over en weer van mensen aan elkaar omdat we in onze weerloosheid afhankelijk zijn van elkaar. Jezus prijst de Farizeer en zegt dat hij  niet ver is van het Koninkrijk. Daarmee geeft Hij aan dat het liefhebben van God en je naaste zich wel moet vertalen onze verantwoordelijkheid om naar vermogen bij te dragen aan het geluk en welzijn van anderen. Zoals in het evangelie staat is dat betekenisvoller dan alle andere offers. Pas wanneer we aan de ander wel doen, komt het Koninkrijk onder ons. Zoals Jezus al voordeed is het wel doen, het dienen van de ander een christelijke, of liever een religieuze houding.  Godsdienst lijkt niet mogelijk te zijn zonder “mensendienst” Sterker nog. Godsdienst is onmogelijk zonder mensendienst. We worden pas gelukkig als we de zin van het leven met en voor anderen kunnen uiten in het naar vermogen bijdragen aan het geluk en welzijn van anderen. We verbinden ons met anderen. 

Misschien is van God houden, het eerste gebod, wel makkelijker dan van mensen houden. Daarom koppelt Jezus ze aan elkaar. Ze horen bij elkaar. Ze houden elkaar in stand, ze vullen elkaar aan, ze verwijzen naar elkaar, ze herinneren aan elkaar, zodat we de liefde niet verleren of de rug toekeren. De liefde voor onze naaste niet, de liefde voor God niet. 

Amen

Uschi Janssen