2021 Preek zondag 4 juli Gerardus-Majellakerk

14e zondag door het jaar B GM

Ezechiël 2,2-5; Marcus 6,1-6

God wil onder ons wonen!

Lieve parochianen. Onze viering zijn we begonnen met een mooi openingslied: Hier wordt een huis voor God gebouwd waar mensen samenkomen en waar Hij zelf aanwezig is om onder ons te wonen.

Dit lied bevestigt de waarde en de spiritualiteit van dit gebedshuis en tegelijkertijd bevestigt het ook de kwaliteit van ons samenzijn hier en nu. We zijn blij dat God in ons midden aanwezig is. Door de Schriftlezingen die we net gehoord hebben, spreekt God, Jezus ons allen aan op wat Hij met ons leven wil. God wil dat wij naar Hem luisteren en zijn woorden opnemen als spijs en drank voor ons lichaam en onze ziel.

God wil altijd onder de mensen aanwezig zijn, ook in de tijd van de profeet Ezechiël. De Israëlieten waren fel tegen God. Ze  wilden niets te maken hebben met Hem. Ze waren totaal afgesloten voor God. Maar God had geduld met hen. God stuurde zijn profeet Ezechiël naar hen toe als teken van zijn aanwezigheid in hun midden. Gods liefde voor hen was en is groter dan hun zwakheden en zonden.

God wil dat mensen blij en gelukkig zijn met hun leven. Daarom deed Jezus veel wonderen tussen de mensen. Hij onderrichtte hen in  hun gebedshuizen. Jezus wilde en wil dat mensen gelukkig zijn met hun leven. Dat was en is het diepste verlangen van Jezus  voor ieder mensenkind.

Jezus wil dat we gelukkig zijn met ons leven. Wij zijn gelukkig dat covid19 bijna weg is uit ons midden. Wij zijn blij dat wij nu op dit moment meer vrijheid hebben. Nu kunnen we op vakantie gaan. Wij kunnen winkelen of naar  een restaurant gaan enz. Wij blijven hopen dat, wanneer iedereen gevaccineerd is, het coronavirus ons leven niet meer in gevaar zal brengen.

Maar, onze regering heeft ons allen dringend gevraagd om ons te houden aan de basis-coronaregels in ons dagelijkse leven. Wij moeten dat blijven doen om het coronavirus totaal weg te krijgen uit onze samenleving.  

Wij gaan verder naar Nazareth waar Jezus op bezoek ging bij zijn eigen stad en zijn eigen familie. Zijn stadgenoten waren boos op Hem. Ze konden Hem niet accepteren. Ze wilden niets horen over zijn vele wonderwerken die Hij gedaan had op andere plekken. De Nazareners waren niet bereid om naar Jezus te luisteren. Voor hen was Jezus niets waard. Ze sloten zich totaal af voor de zegen en genade die ze van Jezus, van God konden ontvangen.

Door hun geslotenheid maakte Jezus geen kans om de mensen in zijn eigen stad blij en gelukkig te maken. Wat is dat voor wijsheid die hem gegeven is?, zeiden zijn stadgenoten onder elkaar. Waarschijnlijk kenden ze Jezus’ identiteit helemaal niet. Ze wisten niet wie jezus in werkelijkheid was.

Met Jezus’ verlangen om zijn stadsgenoten blij en gelukkig te maken was niets gebeurd vanwege hun geslotenheid. Jezus stond verbaasd over hun ongeloof. Daarom sprak Hij deze moeilijke woorden tot hen: ‘Nergens wordt een profeet zo miskend  als in zijn eigen stad, onder zijn verwanten en huisgenoten’.

Maar in die moeilijke situatie had Jezus toch twee mensen van hun ziekte genezen. Ze waren heel blij en dankbaar dat Jezus hen had kunnen helpen om hun gezondheid terug te krijgen.

De geslotenheid tegenover God kan ook ieder van ons overkomen, wanneer wij te druk bezig zijn met ons werk en met allerlei andere zaken en geen tijd meer hebben om te bidden of om stil te zitten bij de Heer. Laten wij openstaan voor de Heer die ons gelukkig wil maken en ons voor ons leven een nieuw perspectief wil aanbieden.

Het  communie lied van deze viering kan ons misschien helpen om de balans te vinden tussen de ora et labora –bidden en werken- aspecten van ons leven. En die balans maakt ons blij en gelukkig met ons leven. Ik citeer het tweede couplet van dat communie lied om ons erdoor te laten inspireren:  

‘Engelen zendt Hij alle dagen om hem of haar tot vaste gids te zijn. Zij zullen hem of haar op handen dragen door een woestijn van hoop en pijn. Geen vrees of onheil doet hem of haar beven, geen ziekte waar een mens van breekt. Lengte van dagen zal God geven, rust aan een koele waterbeek’.

In de geest van dit lied gaat onze aandacht naar de slavernij-problematiek in onze wereld. Voor alle betrokkenen van de slavernij was en is het pijnlijk om die te ervaren. Daarom moeten we die blijven herdenken nu en in de toekomst. De mensheid moet lering trekken uit de slavernij-problematiek. Dat moet nooit meer gebeuren in de toekomst. Voor al de slachtoffers van de slavernij-problematiek en hun familie bidden we in deze viering om Gods kracht en zegen.   

Lieve parochianen. Laten we ons openstellen voor Gods aanwezigheid in ons leven. Hij wil onder ons wonen. Hij wil ons bijstaan en ons vergezellen wanneer wij ons alleen voelen, verdriet en pijn hebben. Vandaag zei Hij tot ieder van ons, wees niet bang. In goede en slechte tijden zal Ik altijd met jullie zijn. Dat is onze God in wie wij geloven. Amen.

P.M.Jehandut SVD