2021 Preek zondag 5 december Anna-Bonifatiuskerk

2e Adventszondag Anna-Bonifatiuskerk

Baruch 5,1-9; Filippenzen 1,3-6.8-11;Lucas 3,1-6

DE STEM ROEPT IN DE WOESTIJN

Op deze tweede zondag van de Adventstijd komen we een  bijzondere figuur tegen, namelijk Johannes de Doper. Zijn manier van leven is heel bijzonder, maar heel passend bij onze huidige situatie. Hij trok zich terug uit de samenleving en ging naar de woestijn. De omikron en de Delta varianten van het coronavirus zorgen ervoor dat ook wij ons terugtrekken uit de samenleving en naar de woestijn van de corona pandemie gaan, vergelijkbaar met hoe Johannes de Doper het zelf had ervaren. Momenteel, voor een periode van drie weken lang of misschien nog langer, moeten we met zijn allen zo veel mogelijk thuis blijven vanaf vijf uur ‘s middags tot en met vijf uur ‘s ochtends.

Ieder van ons moet nu een mondkapje dragen en zo veel mogelijk anderhalf meter afstand van elkaar houden, en moeten we ook onze handen regelmatig wassen. Hierdoor hopen we dat we de omikron en de delta varianten van het gevaarlijke virus kunnen verslaan. Wij moeten de moed hebben om op de goede toekomst te blijven hopen. Daarvoor hebben we de kracht van God nodig: de Heilige Geest. Gods Geest is onze spirituele kracht die we kunnen gebruiken om deze turbulente situatie met rust en vrede te kunnen dragen. De Heilige Geest is de kracht van God die ieder van ons van Hem heeft ontvangen via de  sacramenten van onze kerk.

Op deze tweede Adventszondag zijn we opnieuw geroepen om nederig naar de Heer te luisteren. Het openingslied van deze viering heeft dat al heel duidelijk gezegd: ‘Verheft uw hart, weest wel gemoed, verhoopt de dag die daagt voorgoed. Gedenkt uw Heer en zijn verbond in Woord en Brood, totdat Hij komt.’  

De kracht van die woorden helpt ons om in deze adventstijd de weg van de Heer goed voor te bereiden, om ons hart te openen voor de komst van de Heer, om ons elkaar te laten troosten en te bemoedigen, om ons opnieuw te motiveren en elkaar te helpen, zeker nu, waarin we met geduld moeten wachten op de tweede komst van de Heer in ons midden.

De eerste komst van de Heer is al twee duizend jaar geleden geweest: in de eerste Kerstnacht. Hoopvol verwachten we zijn wederkomst. In dat wachten proberen we gehoor te geven aan de oproep van Johannes de Doper: bereid de weg van de Heer, zegt hij, en maak zijn paden recht. Elk dal moet gevuld worden, de kronkelpaden moeten recht, de ruwe wegen effen worden. Heel de mensheid zal Gods redding zien.

De oproep van Johannes de Doper richt onze aandacht op de kronkelpaden van de vluchtelingen en de corona crisis dichterbij en ver weg, op de kronkelpaden van de kinderbijslag affaire die nog niet opgelost is, op de kronkelpaden van het klimaatprobleem in onze wereld, op de kronkelpaden van de inflatie in Nederland en Europa. Dit alles hebben we in de afgelopen dagen op de sociale media en tv vaak gehoord. Dit zijn de kronkelpaden die wij en onze samenleving recht moeten zetten. Voor deze grote uitdagingen hebben we een gezamenlijke concrete actie van aanpak nodig. Als wij en onze samenleving deze grote uitdagingen nu niet kunnen oplossen, dan zou ons leven steeds moeilijker gaan worden.

Wat is onze reactie daarop?  Als mens voelen wij ons klein, kwetsbaar en machteloos tegenover al die moeilijke situaties. Wij zitten nu echt in nood. Ik zeg dit niet om u allen bang te maken. Nee. Ik zeg dit gewoon omdat ik voel wat u op dit moment voelt. Wij zijn allemaal mensen met een gevoel en beperkingen. Daarom hebben we elkaar nodig, zeker nu. In onze machteloosheid en kwetsbaarheid mogen we naar de Heer luisteren. Dat is voor ons heel belangrijk om te doen. Hij is onze toevlucht in onze nood.

Via Johannes de Doper brengt de Heer ons vandaag nieuwe hoop. ‘Heel de mensheid zal Gods redding zien.’ God zal ons redden in de turbulente situaties. Deze woorden laten ons zien dat de Heer ons nooit in de steek laat, zeker nu niet. Daar geloof ik heel sterk in. Hij is aanwezig in onze machteloosheid en kwetsbaarheid. Zijn aanwezigheid kunnen we ervaren wanneer wij tot Hem bidden en naar zijn Woord luisteren, wanneer wij zijn Lichaam en Bloed ontvangen in de Eucharistie. Dat is de kracht van ons geloof.

De kracht van ons geloof kunnen we goed gebruiken om te vechten tegen de bovengenoemde turbulente situaties. De tussenzang uit de psalm 72 van deze viering zou ons gebed en onze hoop kunnen zijn die ons mag troosten en bemoedigen. “Voor kleine mensen is Hij bereikbaar, Hij geeft hoop aan rechtelozen, hun bloed is kostbaar in zijn ogen, Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.”

Zusters en broeders, wij zitten nu op de tweede zondag van de Adventstijd. Advent betekent dat je stil staat bij je situatie van nu, dat je in deze coronatijd openstaat voor God, voor troost en bemoediging, dat je niet bang hoeft te zijn, dat je goede moed mag hebben. Want, de Heer heeft de dood overwonnen. In deze Adventstijd proberen we om meer te bidden, ons meer te bezinnen op en meer te mediteren over de wil van God voor ons leven hier op aarde.

Dat de oproep van de profeet Baruch in de eerste lezing ons mag helpen om ons leven te verbeteren betreffende wat niet goed is in Gods ogen en dat we open mogen staan om de schoonheid van de Heer in ons hart op te nemen, dat we ons hart vrij maken als de woonplaats van God in ons en dat we open mogen staan om elkaar te helpen, te troosten en te bemoedigen. Zo proberen we met zijn allen om op de oproep van Johannes de Doper in de woestijn van ons leven een goed antwoord te geven. De Heer zal ons daartoe helpen. Amen.                      

P.M.Jehandut SVD.