2e zondag van de 40-dagentijd
Genesis 15,5-12.17-18; Lucas 9,28b-36.
Nieuwe hoop op de toekomst
Zusters en broeders. Vandaag zijn we op de tweede zondag van de veertigdagentijd gekomen. Wij zijn samen onderweg naar Pasen toe. De Schriftlezingen van deze zondag mogen ons opnieuw inspireren en helpen onze reis naar ons innerlijke zelf, naar elkaar en naar God toe verder voort te zetten.
Heel dikwijls praten we over de hemel. Wanneer wij praten over de hemel, dan wijzen we vaak naar boven. Wij kijken omhoog, omdat we weten dat we dan de hemel bedoelen en wij van de aarde zijn. Het is de plek van God. Het is de plek van hoop. En hoop doet leven.
Abram in de eerste lezing had weinig hoop. Hij had zijn oude leven en zijn land verlaten, oorlog moeten voeren. Hoe nu verder? Hierbij denken we aan de huidige brute oorlog in Oekraïne. De duivel van de politieke macht manifesteert zich in wapens en in zijn eigen machtsbelang. En de burgers van het land worden de dupe daarvan. Het kwaad is nog steeds in onze wereld aanwezig. Wij hopen en bidden steeds dat de vrede zo snel mogelijk in Oekraïne terug komt. Zoals u weet, heeft, namens de Martelaren van Gorcum parochie gemeenschap, onze Pastoraatsgroep een brief naar de Katholieke kerk in Oekraïne gestuurd als teken van medeleven en solidariteit met haar nood situatie. Heel fijn dat we dat gedaan hebben.
Wij gaan even terug naar Abram. In die weinig hoopvolle omstandigheden sluit God een verbond met Abram. ‘Kijk naar de hemel en tel de sterren, als je kunt’. Een onmogelijke opgave. Je hebt dat misschien zelf wel eens geprobeerd. Op het eiland Flores, waar ik vandaan komt, heb je nog van die verlaten plekken waar je in de nacht bij helder weer de sterren-zee kunt zien. Daar is nog geen lichtvervuiling. Hoe langer je kijkt, hoe meer sterren je ziet. Abram heeft zeker ook na een paar minuten gedacht: dit kan niet waar zijn. God belooft hem een overvloedig nageslacht. En wat voor nageslacht. Doorte kijken naar de hemel, ziet Abram Gods belofte. God zal zijn belofte aan Abram waar maken. Daar gelooft Abram heel sterk in.
Dit verhaal gaat verder in de tijd van Jezus. Op de berg Tabor zijn drie apostelen getuigen van wat hen en ons te wachten staat. Het is alsof ze over het lijden heen kunnen kijken. Ze zien een glans van de heerlijkheid, een glans van een echt paasfeest, als we thuiskomen in de hemel. Staan in een glanzend wit licht heeft Christus een onderhoud met Mozes en Elia. Mozes die het teken is van de hele Tora: Gods richtingwijzer naar het koninkrijk. En Elia die als grootste profeet bekend staat als de aankondiger van de Messias.
Deze twee Godsgezanten: richting-gevers en aankondigers van het Koninkrijk van God, zijn in gesprek met Hem die de Weg is, de Waarheid en het Leven. En waar spreken ze over? Lucas schrijft dat ze spraken over zijn exodus, zijn uittocht die Hij zou voltrekken in Jeruzalem. Ja, zijn uittocht. Zijn Exodus. Hij zou voor ons uitgaan, door woestijn en lijden, ja zelfs door de dood heen, om uiteindelijk terecht te komen in het ware beloofde land. De hemel waarin God regeert. Om zo de hele mensheid achter Hem aan te krijgen, opdat ieder door Hem, eeuwig leven zou hebben.
En natuurlijk staan Petrus, Jakobus en Johannes stom verbaasd. Dus toch. Het is dus toch waar. We spelen geen spelletje. We worden niet voor de gek gehouden. Hier is echt sprake van een groot geheim. Een geheim dat eigenlijk geen geheim is, want iedereen mag, ja zelfs moet het weten. Je moet weten waarom je leeft. Dat je niet voor je zelf leeft. Want niemand leeft voor zichzelf. En niemand sterft voor zichzelf. We leven en sterven voor God onze Heer. Aan Hem behoren wij toe.
Ook al lijkt ons leven zo afgedwaald van God en van zijn geboden, ook al lijkt de wereld compleet losgeslagen, aan Hem behoren wij toe. God wil dat Hij ooit weer zijn echte koninkrijk -van liefde, vrede en gerechtigheid- kan vestigen op een nieuw aarde met een nieuwe hemel. Een nieuwe plaats voor ons om te leven, waar we kunnen wandelen voor het aanschijn van God. Die weg moeten we nu bewandelen. Niet om er zelf beter van te worden, maar om te leven voor God en zo als medewerkers van het Evangelie, het kwaad uit te bannen. Dat is onze hoop voor Oekraïne dat momenteel dorst heeft naar vrede en veiligheid.
De drie apostelen waren in de zevende hemel. Daar wilden ze eigenlijk niet meer uit weg. “Heer, zullen we drie tenten opslaan. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia?”. Dit gebeuren kunnen we terug zien op de cover van ons liturgie boekje. Dan horen ze dat ze nog een weg te gaan hebben. Een stem uit de wolk roept: “Dit is mijn Zoon, luistert naar Hem”.
En Jezus roept hen overeind en samen dalen ze de berg af. Er ligt nog een grote taak. Op weg gaan door het leven.
Ook wij dalen de berg weer af. We verlaten deze hemelse ruimte en gemeenschap om ons weer te wijden aan onze taken. Om die taken gelovig te vervullen. Zo gaan wij door het leven. Aangeraakt door het geheim van het leven. Door het geheim van het leven met de verrezen Christus, die wij telkens weer mogen tegenkomen in de Eucharistie en in zijn Blijde Boodschap vanuit de heilige Schrift.
Abram keek omhoog en zag Gods belofte. Petrus, Jakobus en Johannes waren op de berg even in de hemel en zij waren de eerste getuigen van wat God in Christus liet zien: thuis mogen komen bij God. Voorbij alle lijden heen. Deze woorden brengen ons naar de nood situatie in Oekraïne.
In de afgelopen dagen is aan alle parochies gevraagd, om geld te verzamelen voor onze medemensen in Oekraïne. Ze hebben nu onze financiële hulp hard nodig. Laten we dit met zijn allen doen met de kracht van ons geloof. Daarvoor houden we vandaag een speciale collecte die bestemd is voor onze zusters en broeders in Oekraïne. Hierdoor geven we hen nieuwe hoop op de toekomst. Amen.
P.M. Jehandut SVD.