2022 Preek zondag 20 maart Anna-Bonifatiuskerk

3e zondag van de veertigdagentijd

Exodus 3,1-8a.13-15;  1 Kor 10,1-6.10-12; Lucas 13,1-9.

Een vruchtbaar leven

Onze aandacht gaat momenteel nog steeds naar de brute oorlog in Oekraïne. De oorlog gaat gewoon door. Daardoor zijn er meer en meer mensen die omgekomen zijn. In onze parochie kwamen we vluchtelingen uit Oekraïne al tegen. Ze zijn naar Nederland gevlucht om hun leven te redden. Wij voelen mee met hun pijn en hun verdriet. Ze hebben momenteel onze hulp hard nodig. Daarom vraag ik u allen om die mensen zo vriendelijk mogelijk te ontvangen en hen te helpen zolang u dat kunt. Hierdoor drukken we ons medeleven en solidariteit met hun nood situatie uit. Daarnaast  bidden we tot God voor vrede tussen Rusland en Oekraïne dat God, de leiders van beiden landen tot verzoening en vrede mogen brengen. Wij blijven hopen en bidden dat vrede in Oekraïne zal terug komt.    

In deze onzekere situatie proberen we onze veertigdagentijd verder voort zetten. En vandaag zijn we op de derde zondag van de veertigdagentijd aangekomen. Laten wij de inspiratie voor de komende zes dagen samen putten uit de verhalen van de schriftlezingen die we net gehoord hebben.  

In het evangelie klinken de inspirerende woorden van Jezus. Hij haakt in op de actualiteit van zijn dagen. Een bloedbad in Galilea en een tragisch bouwongeluk in Jeruzalem. Door in te haken op deze gebeurtenissen legt Hij een mechanisme bloot bij zijn luisteraars dat ook voor ons vandaag herkenbaar is, meen ik. Ik wil dat het ‘zondebok-mechanisme’ noemen.

Jezus wil dat mechanisme corrigeren en daartoe vertelt Hij aan ons de gelijkenis van de vijgenboom. Een gelijkenis over Gods bijzondere zorg voor ons. Een bijzondere zorg om ons tot ons doel te laten komen, namelijk: een vruchtbaar leven.

Dit zondebok-mechanisme steekt ook vandaag de dag nog wel eens de kop op. Het komt op als je heel juridisch over zonde denkt. De denktrant is dan als volgt: ‘Ik overtreed een regel en ben dus schuldig. Ik ben fout. Voor die schuld moet ik boete doen. Jij overtreedt die regel niet, jij bent dus goed’. Het resultaat is dan dat je mensen indeelt in zij die goed zijn en zij die fout zijn. Je deelt je wereld op in zwart en wit.

Je hoort dit mechanisme ook als er rampen of andere ingrijpende gebeurtenissen plaatsvinden. Bijvoorbeeld bij de Enschedese vuurwerkramp op 13 mei 2000. In de dagen na de ramp klonk soms de vraag: ‘Zou dit straf van God zijn op de zonde?’ Het komt dus voort uit een juridisch nadenken over de zonde.

Maar het begrip zonde is in eerste instantie geen juridische term.

Het is een relationele term. Zonde is in feite een ontkenning van een relatie. De relatie met God, met de medemens, en ook de relatie met jezelf. Door de zonde kom je niet tot je doel, want je bent juist geschapen om in relatie met God, met anderen en met jezelf te leven. Zondigen is dus je doel missen, de relatie ontkennen. En dat terwijl God juist één en al relatie is. Hij wil daarin zo ver gaan dat Hij zijn Naam bekendmaakt aan Mozes: ‘Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob’. God wil er alles aan doen om de relatie met ons te herstellen en te bevestigen. Bijzonder veel, en dat doet Hij in elke ontmoeting opnieuw nadat wij onze schuld beleden hebben.

Misschien vindt u die schuldbelijdenis, of het sacrament van boete en verzoening wel erg streng en somber. ‘Ik voel me helemaal niet zo schuldig’, hoor je wel eens zeggen. En ook: ‘die schuldbelijdenis is me te zwaar en de biecht is gelukkig iets uit het verleden’.  Dit soort gedachten komen gauw op als je te juridisch over zonde blijft nadenken.

Maar wanneer je zonde aanschouwt als een relationeel begrip, zou je visie hierop kunnen veranderen. Want nadenken over je relatie met God, met anderen en met jezelf is altijd positief en goed. Daarmee stel je je open voor Gods bijzondere zorg voor jou. Je kunt die zorg in je leven dan op het spoor komen.

Vanuit welke motivatie zou God deze bijzondere zorg voor jou willen besteden? En nu kom ik tot de woorden van de wijngaardenier in het evangelie: ‘ Heer, misschien draagt hij volgend jaar dan wel vrucht’.  

Waarom al die aandacht voor zonde en schuld, zusters en broeders? Misschien komen we daardoor iets van Gods vergevende liefde en barmhartigheid op het spoor.

Misschien? Het is ook het kenmerkende woord voor deze veertigdagentijd. We bereiden ons voor op Pasen en misschien leven we juist in deze tijd wel soberder. Misschien helpt het ons daardoor dichter bij God, bij anderen en bij onszelf te leven. Ja, in dit ene woordje ‘misschien’ ligt een wereld aan betekenis. In dit woordje ‘misschien’ ligt de uitnodiging om Gods bijzondere zorg aan ons te herkennen en die dankbaar te aanvaarden.

Zusters en broeders,

Wij streven naar een vruchtbaar leven. Een vruchtbaar leven is mogelijk als je een goede relatie hebt met God, met anderen en met jezelf. Met deze gedachten gaan we met zijn allen verder op onze weg naar Pasen toe. Amen.

P.M.Jehandut SVD.