2022 Preek zondag 26 juni Anna-Bonifatiuskerk

Overweging op de dertiende zondag door het jaar

Lezingen: 1 Koningen 19, 16b.19-21; Lucas 9, 51-62

Zusters en broeders,

Stel je eens voor: je raakt in gesprek met iemand over het geloof. En hij zegt: ja, ik heb de laatste tijd enorm nagedacht over wat het geloof voor mij betekent.  Vroeger ging ik heel regelmatig naar de kerk, maar dat ben ik helemaal kwijt geraakt. En als ik eerlijk ben, dat is een gemis. Daarom heb ik besloten dat weer op te pakken. Over drie maanden ga ik weer. Als je dat hoort dan denk je vast:  huh, over drie maanden? Hoe zit dat?

Natuurlijk kunnen er van allerlei redenen zijn waarom iemand pas over drie maanden tijd heeft om naar de kerk te gaan, maar je vraagt je toch af waarom dat drie maanden moet duren en eigenlijk ook hoe serieus iemand is die drie maanden gaat wachten.

In de lezingen van vandaag komen van die situaties ook aan de orde. ‘Volg mij’, zeggen Elia en Jezus. Ja is goed, zeggen degenen die aangesproken worden, maar laat me eerst nog afscheid nemen van mijn vader en moeder, laat me eerst nog mijn vader begraven. Die antwoorden vallen niet goed bij Elia en Jezus. ‘Als je die dingen eerst wilt doen, kun je mij niet volgen’, zeggen ze. Maar is het dan niet nodig en goed om afscheid te nemen of je vader te begraven? Natuurlijk wèl. Maar hoe kom je daar dan uit?

Het moeilijke punt zit volgens mij in het woordje eerst: ik wil je wel volgen, maar eerst… Dan komt het volgen van Elia of Jezus op de tweede plaats en daar doen zij het niet voor.

Laten we nog eens kijken naar de evangelielezing. Jezus zegt tegen iemand: ‘Volg Mij’. Hij antwoordt:  Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven. En Jezus antwoordt: Laat de doden de doden begraven; maar gij, ga heen en verkondig het rijk Gods.

Volgens mij zegt Jezus: word mijn volgeling en ga van daaruit op weg. Verkondig het rijk van God en ga dan naar de plaats waar je moet zijn.  In dit geval: verkondig het rijk van God èn begraaf je vader. Tussen die twee is geen tegenstelling, al is het natuurlijk geen gemakkelijke combinatie. Dan bedenk ik me dat de verkondiging van het Rijk Gods niet alleen een kwestie van woorden is, maar soms ook juist van je mond houden, nabij blijven en volhouden op de nare momenten van het leven. Dat is zeker ook verkondiging.

Terug naar de evangelielezing. Jezus zegt tegen iemand: ‘Volg Mij’. Het is eigenlijk mooi dat daar geen naam bijstaat, want dat betekent dat wij die ander ook kunnen zijn. En dat Jezus ook tot ons zegt: ‘Volg Mij’. Jezus nodigt ook ons uit Hem te volgen.

Ik denk dat het belangrijk is dat we ons realiseren dat het initiatief van Jezus uitgaat. Hij nodigt ons uit, Hij heeft zijn leven gegeven om het met ons te delen. Hij heeft zijn leven gegeven om het met ons te delen en de eucharistie is daar het teken van. In de eucharistie is Hij, de verrezen Heer, aanwezig en Zijn uitnodiging is ‘Volg Mij’, deel je leven met Mij, zoals Ik mijn leven met jou deel.

Jezus nodigt ons uit Hem te volgen. Als je dat doet, deel je je leven met Hem. De ontmoeting met Hem is het beginpunt. En van daaruit gebruik je je gaven en talenten om Jezus te volgen op de weg van het Rijk Gods. Dat klinkt misschien een beetje vaag, maar in dit geval vind ik dat ook goed. Want het gaat erom dat iedereen, elk van ons, zijn eigen weg vindt vanuit de ontmoeting met Jezus. Dat je je door de ontmoeting met Jezus laat inspireren je gaven en talenten in te zetten op weg naar het Rijk Gods. Hoe dat precies moet, daarin maakt iedereen zijn eigen keuzes vanuit zijn of haar ontmoeting met de Heer. Dat is fijn, dat is soms moeilijk, dat is zoals het is.

Ik leg nu de nadruk op de ontmoeting met de verrezen Heer als basis en beginpunt om Hem te volgen. Je kunt er ook heel anders tegenaan kijken. Je kunt de Bijbel bestuderen en de geboden van de Kerk en dan tot de conclusie komen: als ik Jezus wil volgen moet ik me aan die en die geboden houden. Dan moet ik van mijn naaste houden als van mijzelf en elke zondag naar de kerk gaan en vast nog veel meer. Zo’n lijstje met geboden is wel concreet, maar toch spreekt het mij niet aan. Dan gaat het al snel meer over wat wel en niet mag en moet, dan over de ontmoeting met de levende Heer. Dan heb je opeens van die types die roepen: Heer, wilt Gij dat wij vuur van de hemel afroepen om hen te verdelgen? Zij houden zich niet aan uw heilige geboden! Gelukkig, gelukkig wijst Jezus hen op strenge toon terecht. Dat gaat echt niet gebeuren. Het ging over de Samaritanen die verdelgd hadden moeten worden. Een klein eindje verder in het evangelie komt Jezus met het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Iemand die verdelgd had moeten worden krijgt de hoofdrol.

De ontmoeting is de basis. Onze ontmoeting met Jezus, de ontmoeting tussen God en mens en de ontmoeting tussen mensen onderling evenzeer. In mijn beleving staan lijstjes met geboden die ontmoeting in de weg. Ze leiden af. Ze leggen de nadruk op wat moet en mag en niet op de ontmoeting met de Heer.

Wij mogen de Heer ontmoeten en Hij nodigt ons uit Hem te volgen. Wij mogen onze gaven en talenten inzetten als wij samen met Hem op weg gaan naar de toekomst die God voor ons bereid heeft.

 Dat wij de weg van de Heer in vrede en vreugde mogen gaan, tot welzijn van onszelf en iedereen met wie wij zijn verbonden.

Amen

Hans Mesdag