2022 Preek zondag 28 augustus Anna-Bonifatiuskerk

Overweging op de 22e zondag door het jaar, 28 augustus 2022 in de AnnaBon

Lezingen: Ecclesiasticus 3, 17-18.20.28-29 en Lucas 14, 1.7-14

Twee weken geleden wist ik natuurlijk al dat ik nu zou voorgaan en ik had ook al naar de lezingen gekeken. Ik vind het fijn om voordat ik echt aan de slag ga met een overweging een tijdje over de lezingen te mijmeren. Een zin die eruit springt is: ‘wanneer gij door iemand op een bruiloft wordt uitgenodigd, ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats.

Twee weken geleden hadden we een familiefeestje met een rondvaart. We stonden op de kade te wachten totdat de boot zou komen en warempel, hij meerde zo aan dat de loopplank precies voor mijn voeten kwam te liggen. Ik kon als eerste de boot op en zitten waar ik wilde. Bovenop, buiten en vooraan. Zo kwam ik op de voornaamste plaats te zitten, vond ik zelf. ‘Er kom vast niet iemand die zegt: ga jij even ergens anders zitten? dacht ik’. Nee dat gebeurde inderdaad niet. Maar het begon te regenen. Gelukkig maar kort, vijf minuten, maar toch. Ik kon er wel om lachen.

Terug naar het evangelie. Zou het evangelie ècht gaan over beleefdheidsregels voor bruiloften en partijen? Dat kan vast, maar dan ga je ook wat missen. Want in de Bijbel zijn bruiloften en partijen een symbool voor hoe God met ons mensen wil omgaan, een symbool voor hoe God met ons mensen verbonden wil zijn. In zo’n verhaal, in zo’n gelijkenis is God de gastheer en zijn wij de gasten.

En het zou zomaar kunnen dat God een wat ander idee heeft over wie belangrijk zijn dan wij. In ieder geval ken ik geen Bijbelverhalen waarin God tegen iemand zegt: jij vindt jezelf heel erg goed en belangrijk en Ik moet toegeven: je hebt gelijk. Nee, God heeft zijn eigen liefdevolle manier om naar ons te kijken en het resultaat daarvan is altijd verrassend. Daarover zegt Jezus vanmorgen: als je ergens wordt uitgenodigd, ga dan op de minste plaats aanliggen. Als degene die u heeft uitgenodigd dan komt, zal hij zeggen: vriend, ga wat hoger op.

Als ik probeer me dat voor te stellen, dan denk ik: ja, dat zal wel eens een keer gebeuren, dat je hogerop mag gaan zitten, misschien nog eens, maar niet elke keer. Daar moet je tegen kunnen. Je moet sterk genoeg zijn om te zeggen: ‘OK, ook als ik niet op de voornaamste plaats kom is het toch goed. Ook als ik niet op de voornaamste plaats kom weet ik dat ik een plaats heb bij God, want ik weet dat ik bij Hem geborgen ben.’

Weten dat je een plaats hebt bij God is volgens mij een krachtige en sterke houding, die maakt dat je met vertrouwen in het leven kunt staan, een houding die maakt dat je met vertrouwen je leven kunt leven. Je hebt een plaats bij God, ook als dat niet met ereplaatsen wordt bevestigd. Je hebt een plaats bij God, ook als je nare dingen mee moet maken, je hebt een plaats bij God, ook als je dat besef misschien helemaal kwijt bent. God nodigt ons uit op Zijn feest.

We mogen met vertrouwen in het leven staan en naar onze toekomst kijken. Dat geldt voor ons persoonlijk, dat geldt ook voor ons als parochie. Er gaat het komend jaar nogal wat gebeuren in de ABG en zeker ook hier in de AnnaBon. We hebben een plaats bij God, en daarom mogen we met vertrouwen onze toekomst tegemoet gaan, ook al is die toekomst onduidelijk en onzeker. We mogen vertrouwen. We kunnen vertrouwen, ook al weten we niet precies of eigenlijk helemaal niet wat er gaat gebeuren. We gaan het zien.

Nadat Jezus het heeft gehad over dat je niet naar de ereplaatsen moet rennen, gaat Hij verder. Naar mijn idee doet Hij er nog een schepje bovenop: als je een feest geeft, nodig dan mensen uit die niets terug kunnen geven. Ja, zo is het natuurlijk als God ons uitnodigt voor Zijn feest. Wij zijn kinderen van God, dat kunnen we Hem nooit teruggeven. Wij zijn de kreupelen en de blinden die niets kunnen terugdoen op de uitnodiging van God. Wij kunnen niets doen om een ereplaats te verdienen.  Wij kunnen geen ereplaats afdwingen. Maar dat hoeft ook niet. We hèbben al een plaats bij God.

Ons leven is in Gods hand en bij de opstanding der rechtvaardigen wordt de rekening opgemaakt, zegt Jezus. Het laatste oordeel. Misschien heeft het laatste oordeel niet zo’n goede pers, ik heb het altijd een fijne gedachte gevonden. Dat oordeel betekent voor mij helemaal niet dat er gekeken wordt wie zich aan de regels hebben gehouden en met wie er nu voor altijd afgerekend gaat worden. Het laatste oordeel betekent voor mij dat er Iemand is die mij ten diepste kent, iemand die mijn hart peilt en voor wie niets verborgen blijft. Dat wordt verbeeld in het laatste oordeel. Daar blijkt dat de stappen die je opzij hebt gezet niet zijn vergeten. Daar blijkt dat wat je over hebt gehad voor je medemens niet voor niets is geweest, ook al lijkt het daar nu nog zoveel op. ‘Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen, zegt Jezus. Wat wij doen heeft betekenis voor God.

Terug naar het begin. Je kunt beter niet meteen de voornaamste plaats voor jezelf innemen, zegt Jezus. Je kunt beter afwachten en gevraagd worden om daar te gaan zitten.  Om dat te kunnen opbrengen moet je sterk zijn, en erop vertrouwen dat je hoe dan ook een plaats bij God hebt. Dan kun je met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan, ook al is de toekomst heel onzeker. Dan kunnen we als parochie vol vertrouwen met elkaar de toekomst tegemoet gaan, omdat de Heer ons zal leiden op onze weg.

Geve God dat wij met elkaar die weg kunnen gaan, vol van vertrouwen op de toekomst die Hij voor ons bereid heeft.

Amen

Hans Mesdag