2022 Preek zondag 6 februari Anna-Bonifatiuskerk

5e zondag door het jaar C

Jesaja 6,1-2a.3-8. Lucas 5,1-11

Vaar nu naar het diepe!

Sinds het jaar 2000 gebruikte ik deze bril om ver en dichtbij te kijken. Deze bril helpt me om goed te kunnen lezen en helder naar de wereld om mij heen te kunnen kijken. Ik maak de glazen van mijn bril heel vaak schoon vanwege alle stofjes die op het glas van mijn bril blijven hangen. Dan pas kan ik helder zien.   

Aan dit beeld moest ik in de afgelopen dagen terug denken toen ik de Schriftlezingen van deze zondag las. Want, zowel voor Jesaja als voor Petrus is dat beeld heel passend. Beide mannen kwamen direct in contact met Gods heiligheid. Jesaja had Gods heiligheid ervaren in zijn roepingsvisioen in de tempel. Daar riepen de serafs elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig de Heer der hemelse machten. Heel de aarde is vol van zijn glorie.’ Deze woorden bidden we elke keer opnieuw tijdens de eucharistie viering na het prefatie gebed. Heiligheid heeft te maken met Gods wereld. Waar God aanwezig is daar ervaart men het gevoel van Gods heil.  

Op het moment van zijn roeping werd Jesaja zich bewust van Gods aanwezigheid in zijn leven. Gods heiligheid raakte zijn hart en zijn ziel heel diep. Daardoor kwam hij in alle openheid tot de Heer. Hij toonde aan de Heer al zijn zwakheden. Dat hij  een mens met onreine lippen was. God zelf nam het initiatief om zijn onreine lippen, weer rein te maken.

Daarna kon hij God waardig ontmoeten. Hij voelde zich innerlijk blij en gelukkig. Daardoor kreeg hij een nieuw leven, een heilig leven met God. God maakte het glas van zijn hart en zijn ziel opnieuw schoon. God gaf hem de kracht van verzoening die hij op dat moment nodig had. Voor de rest van zijn leven wilde Jesaja met open hart Gods werk doen. Vanaf dat moment deed hij wat God van hem vroeg. De ontmoeting met God geeft een mens een nieuw perspectief in zijn of haar leven. Dat is precies wat toentertijd bij Jesaja gebeurde.

De Gods ervaring van Petrus is heel anders dan die van Jesaja. De tempel was de sociale context van Godservaring van Jesaja. De oever van het meer van Gennesaret, in de open lucht, midden in de natuur was de sociale context van de Godservaring van Petrus.  Veel mensen uit de omgeving van Gennesaret kwamen naar Jezus toe, omdat ze naar Hem wilden luisteren. Waarschijnlijk had Jezus op dat moment de boot van Petrus tijdelijk gebruikt om op te staan vanwaar Hij de mensen kon onderrichten. Want, bij de oever van het meer was geen plek voor Hem. Jezus was heel creatief om zich aan te passen aan een moeilijke situatie. Dat is precies de juiste missionaire houding van Jezus. Een houding die heel passend was bij de situatie in Gennesaret toentertijd. Wat een creatieve en missionaire houding betreft kunnen we iets van Hem leren.   

Toen Jezus klaar was met zijn toespraak voor de massa mensen, vroeg Hij aan Simon Petrus of hij zijn boot opnieuw naar het diepe wilde varen en de netten uitgooien voor de vangst. Waarschijnlijk wist Jezus heel goed dat Petrus en zijn vrienden niets hadden gevangen. Petrus deed precies wat Jezus hem vroeg. Het resultaat was duidelijk en heel verassend voor Petrus.  

De massa vissen die ze op dat moment vingen, raakte diep in de ziel van Petrus. Hij werd zich meteen bewust van wie hij werkelijk was. Op dat moment kreeg Petrus ook het gevoel dat hij niet waardig genoeg was om voor de Heer te staan. ‘Heer, zei Petrus, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.’  De reactie van Jezus op de woorden van Petrus was heel bijzonder en bemoedigend. ‘Wees niet bang, Petrus, zei Jezus, Ik zal je de visser van de mensen maken.’ Petrus en zijn vrienden lieten alles achter en volgden Jezus.

Wat is ‘zonde’ eigenlijk? Veel mensen van deze tijd willen het oude woord zondig of zonde niet meer horen. Dat woord willen ze vertalen in andere woorden zoals: de drempels en de tekortkomingen, de zwakheden, de minpuntjes van het leven. In dit verband begrijp ik de gevoelens van de mensen heel goed. Maar, laten we ook eerlijk zeggen dat er in deze wereld geen mens is die uit zichzelf heilig is. Ook niet voor de heilige mensen zoals: Paulus en Petrus, Anna en Bonifatius, Gerardus Majella en Augustinus, Teresa van Calcutta en Titus Brandsma van Nederland, enz.

God maakt het leven van een mens heilig. Dat kunnen we zien in de geschiedenis van onze kerk vanaf de generatie van Jezus leerlingen tot op heden. God maakt ons leven heilig. De zeven sacramenten van onze kerk zijn de weg naar de heiligheid voor ons leven. Daar komen we in contact met God, de bron van ons leven die heilig is. Zonder God is er geen heiligheid en geen doel in ons leven. Omdat we zwakke mensen zijn, daarom bidden of zingen we niet voor niets de kyrie litanie of de schuldbelijdenis elke keer opnieuw bij het begin van de eucharistie- en wocom-vieringen.  

Laten we even terug kijken naar Gods reactie op de woorden van Jesaja en Petrus, toen ze heel open en eerlijk hun zonden aan de Heer vertelden. De Heer had hen niet met lege handen weg gestuurd. Nee. De Heer vroeg hen om een nieuw leven te beginnen. Gods barmhartigheid had Jesaja en Petrus een nieuw perspectief en een nieuwe toekomst in hun leven gegeven.  

Laten we onszelf in hun situatie plaatsen. Gods houding tegenover ieder van ons is niet anders dan Zijn houding tegenover Jesaja en Petrus. Daarom, wees niet bang! God rekent ons onze tekortkomingen niet aan. Vaar nu naar het diepe van je leven, doe dat niet alleen, maar samen met God. Hij maakt het glas van je ziel en je hart elke keer schoon. Dat is voor ons een duidelijke teken dat God van je houdt, dat God van ons allen houdt.

Amen.

P.M.Jehandut SVD.