Overweging op de eerste zondag in de Veertigdagentijd, 6 maart 2022
Lezingen: Deuteronomium 26, 4-10; Romeinen 10, 8-13; Lucas 4, 1-13
Zusters en broeders,
Soms zie je op de televisie of lees je in de krant een interview met een topsporter die vertelt over hoe hij of zij zijn leven heeft georganiseerd om echt op topniveau te kunnen sporten. Om te beginnen weten topsporters heel goed wat ze willen bereiken: een gouden medaille op de olympische spelen of wereldkampioen worden. En ze weten wat en hoeveel ze al getraind hebben en nog moeten trainen om daar te komen. En bij de uitvoering van hun plan laten ze zich door niets afleiden. Hun hele leven is op het grote doel gefocust. Heden en verleden bekijken ze vanuit het doel dat ze in de toekomst willen bereiken.
Zo’n soort samenhang tussen toekomst, heden en verleden zit er voor mijn gevoel ook in de lezingen van vandaag. In de tweede lezing formuleert de heilige apostel Paulus de toekomst: ‘als uw hart gelooft dat Jezus uit de doden is opgewekt, zult gij gered worden. Niemand die in de Heer gelooft zal teleurgesteld worden, want al wie de naam van de Heer aanroept zal gered worden.’ Het verleden komt aan bod in de eerste lezing: Mozes tegen zijn volk: ‘jullie moeten niet vergeten waar jullie vandaan komen. De Heer heeft jullie uit Egypte geleid en een land van melk en honing geschonken.’ Het heden is de evangelielezing: ook al weet je goed waar je vandaan komt en waar je naartoe wilt, je wordt beproefd, en dat gold ook voor Jezus. Maar Hij blijft op Zijn ingeslagen weg, Hij laat zich niet van de wijs brengen.
Bij het schetsen van de samenhang tussen de lezingen begon ik met de heilige apostel Paulus: als uw hart gelooft dat Jezus uit de doden is opgewekt, zult gij gered worden. Wat is dat, gered worden? Dat is een hele grote vraag, waar ik eigenlijk alleen maar een persoonlijk antwoord op kan geven: gered worden is leven zonder angst. Gered worden is leven in het vertrouwen dat uiteindelijk Gods liefde het kwaad overwint, ook al lijkt het daar soms helemaal niet op. Gered worden is leven zonder angst voor de dood, is steeds opnieuw de moed hebben om ondanks tegenslagen en rampen tòch verder te gaan op de weg die Jezus ons heeft laten zien, de weg van de opstanding.
Als uw hart gelooft dat Jezus uit de doden is opgewekt, zult gij gered worden, zegt Paulus, en het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid. Als je je hart laat spreken kun je laten zien wat de liefde van God, wat leven zonder angst kan bewerkstelligen. Een voorbeeld daarvan is ons Vastenactieproject. Het is dit jaar een project in Ghana om 35 vrouwen met een handicap om zelf in hun levensonderhoud te voorzien en ook in het levensonderhoud van hun gezinnen. Om leven zonder angst ook voor hèn mogelijk te maken, om het zo maar te zeggen.
Leven zonder angst, je hoopt dat dat ook mogelijk is voor mensen in Oekraïne, want zij hebben de dood echt op de hielen.
Wij kunnen ons hart laten spreken door mee te doen aan acties, zoals de Vastenactie of de actie voor de slachtoffers van het oorlogsgeweld in Oekraïne. Je kunt je hart ook laten spreken door een keer nièt te luisteren naar wat de angst je ingeeft en iets verrassends te doen, klein of groot, als teken van het licht dat de duisternis overwint.
Je wilt je hart laten spreken, maar het is echt niet makkelijk om te leven zonder angst. Daarom is het belangrijk dat we ons realiseren waar we vandaan komen. Mozes begint met de uittocht uit Egypte en de intocht in het beloofde land. Paulus zegt dat de opstanding van Jezus uit de dood het begin is van alles. Kort gezegd: God baant voor ons een weg, een weg door de dood heen. God baant een weg voor ons mensen omdat wij Hem ter harte gaan. Mozes leidde zijn volk op die weg, Jezus is ons voorgegaan. Velen zijn gevolgd, en zij zijn niet teleurgesteld, zegt Paulus. Dat mag ons bemoedigen en inspireren. Wij zijn niet de eersten die de weg van God proberen te gaan en vast ook niet de laatsten.
God baant voor ons een weg omdat wij Hem ter harte gaan en we mogen die weg gaan samen met vele anderen. Maar er zijn ook veel zijwegen, wegen die afleiden. Daarover gaat het in het evangelie. Jezus werd door de duivel op de proef gesteld. Wil je niet brood maken van die stenen? Wil je niet macht over heel de wereld? Wil je niet even laten zien dat je ècht de Zoon van God bent? Jezus kan de vragen van de duivel pareren en de duivel liet Hem met rust, voorlopig dan.
De zijwegen, de wegen die afleiden, waren er niet alleen voor Jezus, die zijn er ook voor ons. Wat zou een vraag kunnen zijn van de duivel, nu vandaag? Zoiets als: kijk eens om je heen in de wereld, je hebt de mond vol over gerechtigheid en de liefde van God, wat is daar eigenlijk ècht van te zien? Daarom is het belangrijk dat we plaatsen kunnen aanwijzen die ons vertrouwen geven, plaatsen waar mensen hun hart ècht laten spreken. Daarom is het belangrijk dat er mensen zijn die leven zonder angst, ook al lukt dat misschien niet 100% en niet altijd of soms helemaal niet. En misschien kunnen ook wìj van die mensen zijn. Dan staan we tegenover de duivel niet met lege handen en een mond vol tanden.
Dat wij deze veertigdagentijd met elkaar op weg mogen zijn naar Pasen, gefocust op de redding die van God komt. Dan zijn we steeds meer in staat te leven zonder angst, omdat we weten dat ons leven in Gods hand is.
Amen
Hans Mesdag