Overweging op de 23e zondag door het jaar
Lezingen: Ezechiël 33,7-9 en Matteüs 18, 15-20
Zusters en broeders,
Soms, als er ergens een ruzie of een conflict geweest is, zegt iemand daarover: nou ja, overal is wel eens wat. Het is een manier om wat er gebeurd is te relativeren, een manier om ruimte te scheppen om samen weer verder te gaan.
Samen verder gaan kan best lastig zijn, daar hadden de eerste christenen ook mee te maken. In het evangelie van vandaag geeft Jezus een procedure voor hoe daarmee om te gaan. Als je broeder gezondigd heeft, hoe kom je dan bij een oplossing? Het begint met: bespreek dat dan onder vier ogen: als dat gesprek werkt heb je je broeder gewonnen’. Wat mij enorm treft aan die eerste stap is het resultaat: als het gesprek werkt heb je je broeder gewonnen. Er staat niet: als het gesprek werkt houdt je broeder zich gelukkig weer aan de regels. Het gaat niet om de regels, het gaat om je broeder. En zuster natuurlijk ook. Het doet me denken aan een psalm (133): wat is het toch goed, wat is het heerlijk om als broeders en zusters eendrachtig samen te wonen; ja, daar schenkt de Heer zijn zegen. Bespreek het onder vier ogen, als dat werkt heb je je broeder gewonnen. Dat is het doel.
Maar helaas, bespreken onder vier ogen werkt niet altijd. Haal er dan twee of drie personen bij, zegt Jezus. Natuurlijk, want in de Wet van Mozes staat dat voor een beschuldiging een verklaring van twee of drie getuigen noodzakelijk is. Eén getuige is gewoon altijd te weinig. Het betekent ook dat degene die gezondigd heeft de gelegenheid krijgt zijn verhaal te doen. Dat spreekt me aan: ook degene die iets misdaan heeft wordt zorgvuldig behandeld. Logisch, want als je je broeder niet zorgvuldig behandelt, hoe kun je hem dan winnen?
Maar helaas, bespreken met getuigen erbij werkt ook niet altijd. Leg het dan voor aan de kerk, zegt Jezus. Dan gaat het denk om de gemeenschap van gelovigen, misschien mag je wel zeggen kerkgangers. De eerste twee stappen hielden het klein, niet teveel mensen erbij betrekken. Pas daarnà wordt ieders inbreng gevraagd. Als het dan nog steeds niet is opgelost mag je de broeder die gezondigd heeft beschouwen als een heiden of een tollenaar. Dan mag je de broeder die gezondigd heeft buiten gooien, zeg maar. Bij mij zorgt dat voor verwarring: ja maar: hoe ging Jezus zelf met heidenen en tollenaars om?
Zacheüs de tollenaar klom in een boom om Jezus te kunnen zien en toen Jezus hem zag ging Hij bij hem eten. De Samaritanen waren toch minstens hàlve heidenen, maar Jezus ging in gesprek met een Samaritaanse vrouw en liet zich door haar beleren. Kortom: Jezus zoekt de mensen die buiten gegooid zijn op en Hij wil hen ontmoeten. Ja, je mag op zeker moment je broeder die gezondigd heeft beschouwen als een heiden of een tollenaar. Maar het is een soort van open-einde-regeling: heidenen en tollenaars blijven welkom. Dat is heel fijn, want er zijn maar heel weinig mensen die altijd aan de goede kant staan.
Je mag iemand buiten gooien, je mag iemand beschouwen als een heiden of een tollenaar. Maar let op, zegt Jezus: wat gij zult binden op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult òntbinden op aarde zal ook in de hemel ontbonden zijn. Van deze woorden schrik ik ècht: wat wij als mensen doen heeft consequenties tot in de hemel. Hè? Staat dat er echt? Als ik daar een beetje rustig over nadenk, denk ik: ja misschien is dat toch wel logisch. God zoekt ons, en Zijn verbinding met ons moet ook zichtbaar zijn hier bij ons op aarde. Jezus heeft Zijn leven gegeven om die verbinding met God en zijn belofte zichtbaar te maken, en in dat spoor mogen wij ook leven. Als we niet proberen te leven in het spoor van Jezus, wordt de verbinding van God met ons steeds onduidelijker, dan wordt het zicht op God en de hemel steeds vager. Ja, wat wij doen heeft consequenties tot in de hemel.
Het is vandaag Nationale Ziekendag. De Nationale Ziekendag is een initiatief van de Zonnebloem om alle Nederlanders meer bewust te maken van de zieken en gehandicapten in hun eigen omgeving. En om contact te bevorderen. Ziekte en handicap kunnen heel ernstig zijn, en niemand verdient het om daarmee alleen gelaten te worden. Wat kun je daar zelf in betekenen? Dat is de vraag die de Nationale Ziekendag ons stelt. Helemaal niet om de gelovige uit te hangen, maar als teken van verbondenheid. Omdat we weten dat die verbondenheid consequenties heeft tot in de hemel.
Aan het eind van de evangelielezing van vandaag zegt Jezus: wanneer twee van u eensgezind op aarde iets vragen – het moge zijn wat het wil- zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is. Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. Raadselachtige woorden: kun je zomaar vragen en krijgen wat je wilt? Het noemen van twee of drie verenigd in mijn naam doet me denken aan het begin van de lezing van vandaag: als een gesprek onder vier ogen niet lukt, neem dan twee of drie getuigen mee. Waar twee of drie verenigd zijn in naam van de Heer, kan de verbinding groeien, waar twee of drie verenigd zijn in naam van de Heer, is Hijzelf aanwezig. Waar twee of drie in de naam van de Heer verenigd zijn, daar komt het goed. Wat een onmetelijk optimisme is dat!
Het is het optimisme dat we allemaal hard nodig hebben om te kunnen leven vanuit de verbinding die God met ons wil aangaan. Dat dat optimisme, dat van God komt, onze kracht mag zijn.
Amen
Hans Mesdag