Naar aanleiding van de lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteus 22,1-10
Het evangelie vertelt van een maaltijd, een bruiloftsfeest zelfs dat gemeenschap moet stichten. Er worden mensen uitgenodigd, maar de genodigden kwamen niet of mishandelden en doodden de dienaren die hen uitnodigden. En de koning nam represailles. Hij stuurde zijn leger en bracht de moordenaars om. Wat is hier precies aan de hand? Waarom hebben de mensen geen zin in een feest? Een koning nodigt hen uit voor een bruiloftsfeest aan het hof!
Maar de genodigden in dit evangelieverhaal hebben er geen zin in. Meedoen aan dit verbond en drinken op deze verbintenis betekent dat ze een ander leven moeten gaan leiden. Ze zouden zich moeten inlaten met de wetten van het Koninkrijk van God. Daar hebben ze geen zin in. Ze willen niet ingaan op de uitnodiging om te leven als herder voor elkaar. Om dat koninkrijk van liefde gestalte te geven. Om voor elkaar te zorgen. Om een wereld omgekeerd vorm te geven! God zelf lijdt pijn eraan wanneer mensen anderen afwijzen en niet de moeite waard vinden om hun leven mee te delen. We kunnen ons oefenen in onze eigen omgeving, uitnodigingen tot delen in het leven van anderen positief te beantwoorden.
Ik had toen ik in 1977 sociale geografie ging studeren, tot dan toe nog weinig positieve ervaring met het me aansluiten in een groep. Ik had vanwege mijn gehoor altijd moeite om in te voegen in een gesprek en als de groep zich niet spontaan voor me opende en me erbij betrok bleef ik een buitenstaander. Ik besloot toen ik voor de eerste keer op de Jodenbreestraat kwam, waar de vakgroep sociale geografie gevestigd was en de medestudenten ontmoette om het heel anders aan te pakken dan ik tot dan toe had gedaan: ik zou niet afwachten of ik bij de groep kon invoegen, nee! Ik zou zelf het begin worden van een groep. Ik startte mijn verhaal over de wandeling dwars door de Rosse buurt naar de Jodenbreestraat met degene die toevallig naast me stond. Ik had namelijk de route van het centraal station naar de Jodenbreestraat niet goed in mijn hoofd en belandde al snel midden in de Rosse buurt, waar twee galante heren zich over me ontfermden en me begeleidden naar de Gelderse Kade met de opmerking dat een meisje als ik echt niet in haar eentje door zo’n buurt moest lopen. Hilarisch. Al snel voegden zich andere studenten bij ons en was ik het middelpunt. We gingen aan tafel zitten om de door het instituut klaargezette thee en koffie te drinken en leerden elkaar kennen. Een totaal nieuwe sfeer ontstond, een van geborgenheid en uitwisseling die ikzelf mogelijk had gemaakt.
Toch vreesde ik bij een latere reünie met de oud-studenten, voor de ervaring van uitsluiting en was vergeten hoe succesvol die eerste keer was geweest en bovendien dat we inmiddels ruim 40 jaar verder waren. De oude gevoelens golden niet meer. Ik paste prima bij de club en ervoer dat praktisch iedereen me begroette met herkenning en direct mijn naam wist. Wat een ander beeld: ik was nog steeds buitengewoon welkom in de groep.
Ik schrijf deze anekdote niet voor niets. De analogie met de koning en de nieuwe bruiloftsgasten is opvallend. De aansluiting mislukte in eerste instantie. Maar de koning liet zich niet ontmoedigen en nodigde opnieuw mensen uit. Hij weigerde om te geloven dat de mensen niet samen wilden komen rond zijn gastvrijheid. En de mensen kwamen en vormden een nieuwe groep van een totaal ander kaliber. Hier ontstond ware geborgenheid en uitwisseling over hoe het Koninkrijk van God gestalte te geven. Het gebeurde niet vanzelf en de koning moest echt zijn best doen om een nieuwe visie op de wereld te scheppen.
De maaltijd ging door met genodigden die in de ogen van de aanvankelijk genodigden weinig of niets voorstellen: armen, zwervers, prostituees, mensen van de straat. De werkelijkheid van het evangelie is de wereld omgekeerd. De armen gingen in op de uitnodiging en deelden in de vreugde, terwijl de machtigen buiten bleven. De machtigen hebben een eigen wereld opgebouwd, die gesloten blijft voor de vreugde van nieuwe mogelijkheden.
Mensen hebben het soms zo goed met elkaar dat hun eigen kring steeds meer gesloten wordt. Die ervaring is zo bekend dat we schrikken wanneer een kring zich plotseling opent. Want dat komt ook voor! Ik liep twee weken geleden met een vriendin langs het water en zag een boot met mensen aan boord langs de kant liggen. Ze zouden ieder moment vertrekken, maar er kwamen nog enkelen aanlopen met een krat bier en flessen wijn bij zich. Een feestje op het water! Voor ik het wist riep ik, mogen we meeliften, waarop een van de mannen riep: “Welja, waarom niet?” Mijn vriendin schrok en trok me verder, totaal niet verdacht op het spontane antwoord vanuit de boot dat we welkom waren.
Meestal zijn groepen gesloten en besloten. Ze kennen eigen waarden en normen. Als buitenstaander ken je ze niet altijd en probeer je soms met een smoes weg te blijven. Maar ook het omgekeerde is te bedenken: als buitenstaander wordt je juist hartelijk welkom geheten, juist omdat je nieuwe ideeën in te brengen hebt. Juist omdat je op dat andere gezichtspunt wijst. Dat anders zijn wordt bijna van je verlangd om de rijkdom aan visies en alertheid op mogelijkheden te onderstrepen. De groep opent zich om rijker te worden aan jouw aanwezigheid. Zo wil de Koning dat we het verbond dat hij ons heeft aangeboden aannemen. Dat we geloven dat de groep rijker wordt door onze aanwezigheid. Dat we nieuwe ideeën en creativiteit toevoegen, en warmte! En dat de groep op zijn beurt gelooft dat ze rijker en beter wordt van het toelaten van anderen.
Zo opent het Rijk van God zich voor mensen die anders zijn. Ons wordt gevraagd deel uit te maken van dat Rijk, van de club zogezegd, om de diversiteit te tonen. We hebben allemaal iets nieuws en iets eigens in te brengen dat waardevol is om het koninkrijk compleet te maken.
Wie op de bruiloft komt wordt deelgenoot aan een verbond. Meedoen aan dit verbond en drinken op deze verbintenis, betekent dat we een ander leven moeten gaan leiden. Met onze creativiteit, dat wat we te bieden hebben aan frisse en nieuwe ideeën geven we het Koninkrijk vorm. Wat we kunnen bieden zoals we zijn is meer dan genoeg. Maar we moeten wel deel durven uit te maken van de club. En vertrouwen hebben in de uitnodiging van God. Die ons gevraagd heeft deel uit te maken van zijn verbond. Mogen we zo samen gaan als ABG-gemeenschap in de Gerarduskerk vanaf begin december 2023.
Amen
Uschi Janssen