2024 Overweging zondag 17 november

Overweging naar aanleiding van Marcus 13,24-32

Zondag 17 november 2024

Het gaat er Marcus in dit evangelie om zijn medemensen te bemoedigen en het vuur van de hoop en zin onder hen brandend te houden. De situatie was toen dat Keizer Nero in Rome de christenen oppakte en wegvoerde, martelde en doodde. Het leek alsof het eind van de tijden was aangebroken. Maar de bedoeling van het evangelie was niet voorspellingen over de toekomst te doen, maar de vervolgden moed en troost in te spreken. De vervolging en de chaos zullen het laatste woord niet hebben; er wordt redding in het vooruitzicht gesteld. Het gaat om te leren uit de geschiedenis, die leert dat in alle ellende een kiem aanwezig  is waaruit een nieuwe toekomst zal groeien

Het dagelijks leven ging toen door, en gaat door, ook in onze tijd, maar er zit een rouwrand aan met bv. de grote onrust die we ervaren hebben in Amsterdam. Denk aan de rellen met de voetbalwedstrijd tussen Maccabi Tel Aviv en Ajax en de nasleep ervan. Denk ook aan alle uit de hand gelopen demonstraties overal ter wereld waar voor- en tegenstanders van de aanpak van problemen die mensen diep raken elkaar tegen komen.

En als er doden en gewonden zijn gevallen bij terroristische aanslagen, zoals mijn man en ik vlak na de Bataclan-aanslag in Parijs meemaakten, is er vaak die overweldigende aanblik bij een monument, met al die waxinelichtjes, al die bloemen, al die boodschappen door kinderen van scholen en al die volwassenen geschreven om mensen het hart onder de riem te steken in een zwarte tijd. En dan die mensen die met hun aanstekers de lichtjes die in de regen en harde wind waren uitgegaan weer aansteken. In het je realiseren dat het licht dat staat voor het je herinneren van de doden en het gedenken, ook bedoeld is om de toekomst te verlichten, de hoop gaande te houden. Bij iedere regenbui zullen de lichtjes weer doven en iedere keer zijn er weer mensen om ze aan te steken.

Een mooiere symboliek voor het openhouden van de toekomst en het ondanks alles doorgaan kan ik bijna niet geven. Het is ook een beeld van waakzaamheid. Nu is er een stormvlaag die het licht dooft, straks is er windstilte en kunnen de lichtjes weer aangestoken worden.

Eenzelfde gewaarwording kunnen we hebben wanneer we een kaarsje aansteken voor een zieke. Ik heb onlangs een kaarsje aangestoken voor een vriendin van mij die een fietsongeluk heeft gehad en met hersenletsel in het AMC terecht kwam. Twee weken lang lag ze op de hersenzorg-afdeling van het ziekenhuis en kon niet uit haar woorden komen. Ze wist zich het ongeluk niet meer te herinneren en haar korte-termijn geheugen was weg. Het was voor haar chaotisch en donker om haar heen; wat we merkten was dat ze zich moeilijk kon uitdrukken, dat de woorden die ze sprak in een poging antwoord te geven op vragen niet klopten en zinloos waren. Wanneer zou dat goed komen? Wanneer zou er weer coherent gesproken worden? Ik was erg blij toen ik van haar dochter hoorde dat ze weer thuis was en uit de chaos van het delier waar ze in vertoefde gered was. Het was weer licht geworden.

Daarmee ervoer ik hoe in onze individuele levens daarmee de kracht van het licht van het aangestoken kaarsje ook merkbaar is. De kracht van God straalt door het leven heen, hoe duister de omstandigheden ook zijn.

Jezus’ woord over de  uitbottende vijgenboom is daarmee een boodschap van hoop en vertrouwen. God zal de mensen die voor de goede zaak te lijden hebben, nooit laten vallen en we worden dan ook uitgenodigd ook in de moeilijkste omstandigheden te blijven volharden in het goede. En op z’n minst na te denken over wat ons gebeurde en gebeurt; de zin en betekenis ervan.

Soms denk ik wel eens: hoe is het mogelijk… ik hoor verhalen van ouders, bonusouders en grootouders meegroeien met de in het gezin opgroeiende kinderen, vol verbazing wat er aan geluk en moois uit komt. Het verleden of de omstandigheden zitten soms niet mee, maar het uitbottende mensenkind trekt zich daar niets van aan en neemt zijn plaats in tot vreugde van de anderen om hem of haar heen.

Ik hoor ook om mij heen hoe verhalen over het verleden, over hoe het leven zich ontwikkeld heeft, door ouderen verteld worden. Ook in deze, steeds weer herhaalde verhalen zoekt men naar de zin en betekenis van het lange leven dat geleefd is. Een voorbeeld is wanneer na de dood van een partner naast het verdriet er een zekere opluchting kan zijn omdat het leven in de laatste jaren voor het echtpaar zwaar geworden kan zijn, bijna overbeladen met zorg. Maar nu er een paar jaar verstreken zijn, komen de mildere verhalen. De herinneringen aan de begintijd van het huwelijk en de manier waarop de overleden echtgenoot haar, zijn vrouw, die vanuit het buitenland naar Nederland was gekomen, heeft geleerd zich thuis te voelen in Nederland. Het zijn vertederende verhalen. De verliefdheid van het begin kleurt de verhalen steeds meer. En geeft zo zin aan haar leven.

We weten dat ons leven kwetsbaar en eindig is, maar we mogen ons ook realiseren dat het geen aflopende zaak is. We zijn zo gewend om naar ouder worden als naar een zich naar beneden aftekenende beweging te kijken. Daar zou geen vooruitgang of een blik naar de toekomst meer in zitten. Maar zo is het niet. De toekomst van je leven, het bloeiende, het uitbottende aspect zit in de zingevende beweging die in onze verhalen over ons leven vorm krijgt. Dat is de ontwikkeling, de beweging naar de toekomst toe. Na of in zware periodes in ons leven kan een lichter vervolg gevonden worden, of tenminste in de beoordeling ervan. Dat is het hoopvolle perspectief dat Jezus ons mee wil geven – ons vermogen om later, terugkijkend op dat zware, een andere betekenis en zin aan het leven te geven. Uitgelokt door de ervaring en het perspectief van de hoop dat Jezus ons bijbrengt. 

Het onder woorden brengen van de verhalen uit ons mensenleven kan onze blikrichting wijzigen naar een ons bewust worden van de cyclus, de rondgang van dood en geweld en verlies naar leven en vrede en naar wat je gegeven was aan goede dingen door de mensen om je heen. Jezus’ woord van liefde, door ons gedaan van dag tot dag, zal niet vergaan. En we mogen er onze eigen herinneringen door laten kleuren om zin aan ons leven te geven en vertrouwen te hebben in de toekomst.

Uschi Janssen