2024 Overweging zondag 6 oktober

27 e zondag door het jaar

“Het is niet goed voor een mens om alleen te zijn”

Vandaag gaat het evangelie over Gods diepste bedoeling met de mens.

In de evangelielezing van vandaag vragen de Farizeeën aan Jezus of het een man vrij staat zijn vrouw te verstoten. Het is een strikvraag om Jezus partij te laten kiezen tussen de strenge farizeeën en de farizeeën die minder strenge opvattingen hadden.

Jezus ontwijkt de vraag door te verwijzen naar de eerste bladzijden van de bijbel het boek der schepping waarin Gods diepste bedoeling met de mensen beschreven staat. We lezen dat in de eerste lezing: het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past. Je zou het zo kunnen samenvatten: God wil dat ieder mens ten volle mens zou kunnen zijn. Daarvoor is het nodig dat mensen elkaar tot hulp zijn. Niet als slaaf of als hulpje, maar als volwas­sen, gelijkwaardige partners. Het Hebreeuwse woord voor hulp wordt elders in de Bijbel vooral voor God zelf gebruikt: Als God in het verhaal dus zegt Ik zal een hulp voor hem (Adam) maken die bij hem past staat er dus eigenlijk: Zoals God zelf de mensen te hulp komt zo moeten mensen elkaar tot hulp zijn.

Het is niet zo gemakkelijk een overweging te houden over de lezing uit het boek genesis en dit evangelie als je weet dat intens goede mensen hebben moeten ontdekken dat hun met veel idealisme begonnen huwelijk een fatale schipbreuk heeft gele­den. En over deze teksten spreken wordt nog moeilijker als je weet dat er mensen zijn die door hun aanleg niet als man en vrouw door het leven kunnen gaan. Toch zouden de lezingen van vandaag voor ieder van ons iets te zeggen moeten hebben. We mogen ook vandaag niet naar huis gaan zonder gesterkt en ge­ïnspireerd te zijn door het evangelie. Dit geldt voor ieder­een, hoe je ook in het leven staat: voor hen die gelukkig gehuwd zijn, maar ook voor hen, die gebukt gaan onder een verschrikkelijke mislukking. En dit geldt niet minder voor hen die als man en man of als vrouw en vrouw hun weg door het leven zoeken. En tenslotte geldt dit ook voor hen die vrijwil­lig, of door omstandigheden gedwongen alleen hun levensweg gaan.  Voor ons allen staat als een paal boven water wat in de eerste lezing werd gezegd: het is niet goed voor een mens om alleen te zijn. Hoe dan ook: wij zullen samen door het leven moeten gaan. Het liefdesverbond tussen twee mensen, waarin zij elkaar uit het hart gegrepen zijn is naar Gods diepste bedoe­ling één en onverbrekelijk. Dat is het Ideaal. Toch moeten we er voor oppassen dat we zinnen uit de evangelielezing van vandaag niet uit het verband rukken. Er is nogal wat onheil aangericht door het uit zijn verband gerukte zinnetje: “wat God heeft verbonden mag een mens niet scheiden.” Jezus geeft  in deze lezing antwoord op een concrete vraag van Farizeeën. Het ging in die vraag over echtbreuk en over de verstoting van een vrouw door haar man, waardoor ze onbeschermd in de Joodse samenleving kwam te staan. Echtscheiding is in onze dagen lang niet altijd het gevolg van echtbreuk in die zin. Soms is het het onvermijdelijke resultaat van een langdurig, machteloos samen zoeken.

Je kunt die mensen niet om de oren slaan met: “Wat God verbon­den heeft dat mag een mens niet scheiden.”

Maar wat moeten we dan met deze uitspraken, met deze lezing?

Jezus houdt ons het ideaal voor.  Het ideaal van trouw aan je medemens, – hoe je ook in het leven staat.  En dat ideaal staat. Daar valt niet aan te tornen. Dat ideaal betreft niet alleen de relatie die huwelijk heet. Het gaat over alle relaties, over heel ons mens zijn.

Als je gescheiden bent of op een andere manier uit elkaar bent, is die ervaring van het uit elkaar gaan, bijna altijd verschrikkelijk pijnlijk.  Als je van zo’n belangrijk terrein van je leven moet zeggen: Het is mislukt, of misschien  nog harder: ik ben mislukt. Dan voel je gebrokenheid. Ik heb weleens van iemand gehoord: “ Iedere keer als ik in de kerk dit evangelie hoor voorlezen, krimp ik in elkaar, want het confronteert me met de hardheid van het oordeel van de mensen. Keihard kunnen ze zijn. En ze doen ook nog alsof ze de harde veroordeling in godsnaam uitspreken. Mensen beroepen zich dan op de zin: Wat God verbonden heeft.. dat mag een mens niet scheiden.”
 Jezus zelf protesteert tegen deze opvatting. hij zegt tegen de Farizeeën: Het is jullie eigen hardheid die erom vraagt dat er dingen geregeld worden. De scheidingsbrief van Mozes was er vooral om de positie van de vrouw in de maatschappij te ver­sterken. Door de scheidingsbrief kreeg ze een nieuwe kans op een huwelijk. Het zou niet nodig moeten zijn, het ideaal is anders, God had het anders voor ogen, maar je weet hoe het gaat met de mensen. We schieten maar al te vaak te kort en halen het ideaal niet.

Als je naar deze lezingen luistert terwijl je midden in de worsteling zit om met elkaar te ontdekken, hoe je samen, of elk apart verder kunt of verder moet, doet het de meeste pijn hoe gemakkelijk men soms oordeelt: Ach ze scheiden tegenwoor­dig maar, ze gaan net zo gemakkelijk van el­kaar…. Ze doen maar tegenwoordig… Mensen die dat zeggen hebben er geen idee van wat mensen die midden in die strijd zitten, doormaken, Ze hebben er geen idee van wat een worsteling het kan zijn om het juiste te doen, om elkaar recht te doen.

En als je het geluk hebt te mogen zeggen: we hebben het goed met elkaar. Dank God dan voor die genade, die je gegeven is,  en bid dat je het zo mag houden. Er wordt soms heel wat van mensen  gevraagd om bij elkaar in het spoor te blijven, om oog te blijven houden voor de rijkdom van het leven, dat je voor elkaar vraag en antwoord kunt zijn, elkaar aan kunt vullen.

Geen mens kan zeggen Ik sta op me zelf. Niemand kan echt zeggen: Ik heb niemand nodig. Ik ga helemaal in mijn eentje verder. Dat is niet goed voor de mens.

Vandaag bidden wij dat wij in ons leven trouw mogen zijn  aan de mensen waar we mee verbonden zijn,  hoe dan ook, en we zingen in de liederen van onze diepe overtuiging dat een mens gemaakt is om mens voor anderen te zijn. Die prachtige liede­ren van de dichter Huub Oosterhuis zijn best de moeite waard om eens bij stil te staan en te herlezen. Ze zijn niet altijd even makkelijk van tekst. Zo is er lied dat bezingt dat we  Elkanders brood en wijn  zijn,: brood en wijn: eten en drinken betekent: Elkaar in leven houden het leven mogelijk maken voor elkaar. En een lied op de melodie van dat Poolse bruiloftslied, dat we vandaag als slotlied zingen: uit vuur en ijzer zuur en zout,   Om ijzer in vuur te zijn: mensen worden in een relatie omgesmeed naar elkaar toe, onbuigzame mannen  en vrouwen – eigenwijze harken  soms- ,  blijken in een relatie met elkaar als ijzer in vuur omgesmeed te kunnen worden, niet zonder pijn wellicht, maar toch. – Om zout en zoet en zuur te zijn, betekent, zou ik zeggen: smaak geven aan elkaars leven, maar ook zijn zout en zoet en zuur de oude conserveringsmiddelen je beschermt elkaar tegen bederf als je zout en zoet en zuur bent voor elkaar.  Om mens voor een mens te zijn wordt alleman geboren: dat is met andere woorden zeggen: Het is niet goed dat de mens alleen is.  Dat is de ene weg die God met ons voor heeft – om mens voor een mens te zijn wordt alleman geboren. Laten we in deze dienst bidden dat ieder van ons, hoe we ook in het leven staan, dát in ons leven moge waar maken.

Cees de Haan