2024 Preek zondag 7 april

Gedachten voor beloken Pasen

Het is vandaag Beloken Pasen. Beloken komt van het woord beluiken, dat afsluiten betekent.  Vandaag op het octaaf van Pasen, sluiten we  de paasviering af. Dat afsluiten moet  dan slechts slaan op het feestelijke van de vieringen  in  de kerk. Het kan niet  echt  slaan op het Pasen zelf.  Pasen,  de verrijzenis  is de grondslag van ons geloof.  Zonder de verrijzenis is  ons  geloof  niets.  Pasen is niet  iets wat je herdenkt  en  dan afsluit  en  vergeet voor de rest van het jaar tot het  weer  Pasen wordt.  Pasen,  de verrijzenis, is niet alleen maar iets dat je weet, is niet zomaar een idee in je hoofd, niet iets theoretisch.  Het is iets wat het hele jaar door,  dag in dag uit, betekenis heeft,  of..  zou moeten hebben.  Geloven,  christen zijn is iets wat je moet doen in de praktijk van het dagelijks leven. Geloven is een werkwoord.   Ik denk dat  ik niets nieuws of schokkends zeg als ik zeg, dat we daar  in  ons  leven maar voor stukjes en beetjes in slagen.  De praktijk van  ons geloof  is vaak een wonderlijk mengsel van geloof en ongeloof,  van strijd  misschien ook tussen geloof en twijfel,  ons geloof is niet iets wat er zomaar in ene is, maar het is iets dat zich in ons ontwikkelt. Dat ons als genade gegeven wordt.  Dat  speelt ook door de teksten van de viering van vandaag heen:   we  bidden vandaag in deze viering  om geloof.

De  eerste  lezing  verhaalt wat het geloof  deed  voor  de  eerste christengemeenschap.  We  lezen daar een prachtig verhaal.  Stelt u eens voor:  gemeenschappelijk bezit,  waarvan uitgedeeld wordt naar ieders behoefte, een gemeenschappelijk leven van gebed en van brood delen  met  elkaar. Niemand komt tekort,  een paradijs, de hemel op aarde.   Geen moordende concurrentie,  maar leven om te delen.  Niet  de waarde van de mens zoeken in het hebben van meer,  maar in het gezamenlijk  gebed,  iedereen mag zichzelf zijn,  ook al levert het in geldelijke zin verder niets op.  Het is een verhaal  bijna te mooi om waar te zijn!   Dat is trouwens ook al gauw  gebleken:  ook  de  eerste christengemeente heeft  het  niet volgehouden. Als je iets verder leest in de Handelingen van de apostelen blijkt dat de droom van een rechtvaardige samenleving, waar genoeg is voor iedereen, ook voor hén lastig te realiseren was.   Het  was blijkbaar te hoog gegrepen voor de mens  met zijn egoïsme en zucht naar zelfhandhaving.  Een mooi verhaal, maar, zo  kunnen we ons afvragen,  is het niet gewoon een Utopie,  een wensdroom die maar beter verwezen kan worden naar de wereld van het sprookje?  Een  wensdroom,  zeker,  maar  dat  verhaal trekt toch mee,  door heel  de geschiedenis heen, van de kerk en de mensheid.  Deze wensdroom heeft  de kracht  van  de verrijzenis in zich.  Steeds weer wekt dit  verhaal nieuw  leven.  Het delende leven is de eerste weerklank van  Jezus’ verrijzenis  in  de mensheid.  Mensen,  die geraakt worden door  de verrezen   Heer,    veranderen   grondig.   Dan  pas  wordt   Jezus revolutionair  zou  je  kunnen  zeggen,  revolutionair in  de  zin  dat  hij  de verhoudingen tussen mensen grondig verandert.  Hij opent de horizon op een gemeenschap van verzoening en eenheid. Verzoening en eenheid is  iets wat in onze wereld maar al te vaak ver te zoeken is.  “Vrede zij U”,  zegt hij  tot  zijn  leerlingen in het evangelie  van  vandaag.  Geloof, vergeving,  geest,  vrede:  deze  kernwoorden  van het paasevangelie vinden   hun   afspiegeling   in  het   verhaal   van   de   eerste christengemeente.   Waar   die   kernwoorden   tussen   de   mensen werkelijkheid  worden,  daar  is  de  Heer aanwezig  en  wordt  hij zichtbaar.  Maar…  waar  vind  je  dit  nog? Zet de radio of tv aan of je nieuws-appjes op je telefoon: je wordt overspoeld door ellende in de wereld die we met recht ten-hemel-schreiend kunnen noemen.  Onze wereld  wordt beheerst  door  het hebben:  een wedloop om meer hebben,  of het nu gaat  om  wapens,  om productiemiddelen of om geld of  macht. De ander wegdrukken om zelf het hoofd boven water te houden.

Binnen de kerk, onder kerkmensen  de  gemeenschap van gelovigen in Jezus Christus is het  soms niet  veel  beter.  Maar toch,  toch laat het verhaal van de eerste christengemeente zich niet wegdrukken. Je ziet het telkens weer tot leven komen.  Steeds meer mensen worden zich bewust  van  de fundamenteel onrechtvaardige machtsverhoudingen  in  onze wereld,  waardoor  verdeling van voedsel naar ieders behoefte wordt verhinderd. Steeds meer mensen beseffen dat we iets moeten doen om het milieu, de wereld waarin we leven, de schepping, leefbaar te houden voor ons en de mensen die na ons komen.   Ook  binnen  de  kerk wekt het verhaal van  de  eerste christengemeente  steeds nieuw leven. Daar bij kunnen we denken aan bijzondere figuren zoals Franciscus van Assisi; en tijdgenot van ons, Moeder Theresa en andere bijzondere figuren die zich bekommerd hebben om het lot van kwetsbare mensen,  we kunnen ook denken aan basisgroepen in Zuid  Amerika  en  zoals ik ze zelf op de Filippijnen heb mee gemaakt, basisgroepen, waar gelovigen  vanuit  het evangelie  elkaars  leven en zorgen en strijd  om  een  menswaardig bestaan  met  elkaar delen.  Maar ook dichter bij huis komen we  dezelfde  dingen  tegen,  als  we met elkaar  de  parochiegemeenschap draaiende  houden,  en via acties van kiemkracht  en van de Hangmannen er zijn voor anderen, voor de medemens,  wie of wat ze ook zijn, en ook als  we ons steentje bijdragen,  voor  acties  in de advent  en  de  vastentijd. Sommige mensen hebben de neiging te zeggen:  waar begin je aan, het is toch  maar  een druppel op een gloeiende plaat.  Weet je, miljoenen mensen zeggen, och wat ik kan bijdragen is toch maar een druppel op de gloeiende plaat en gebruiken dat maar al te vaak als een excuus om maar niets te doen.  Als die  miljoenen  eens allemaal te gelijk hun druppel op de gloeiende plaat gooiden dan had het ongetwijfeld een enorme impact. Zo hield een spontaan te hoop gelopen volksmenigte  in de Filippijnen   eens een leger tegen.  U kent dat misschien ook wel uit uw eigen ervaring: soms wordt  een vruchteloos lijkende poging van een enkeling de aanleiding om met zijn allen iets te doen.

 Gelukkig zijn er dus mensen  die  zeggen:  ondanks het feit dat wat ik doe slechts een druppel op ene gloeiende plaat lijkt te zijn, wil ik er toch  wat aan doen. Want het kan, het moet anders in deze wereld.  Of zoals die Filipijnse boer tegen mij zei: die ene waterput die we via de vastenactie hebben kunnen slaan, verandert niets aan de economie van de Filippijnen, maar voor ons maakt het een wereld van verschil. Gelukkig zijn er steeds weer mensen die iets  willen realiseren door hun  brood, hun welvaart te delen met anderen.  Zo  werkt die wensdroom van de eerste christengemeenschap door,  tussen mensen, nu hier,  dan daar.  Het zijn vaak de kleine dingen die het doen.

Het evangelieverhaal van de ongelovige Thomas is eigenlijk helemaal ons verhaal.  Thomas is nuchter  en realistisch.  Hij zegt in feite: Dood is dood. en Ik wil het eerst wel eens zien. En in de verschijning,  hoe die dan ook heeft plaats gevonden,  ervaart  Thomas dat  Jezus leeft,  dat hij dezelfde Jezus is die hij gekend heeft, met wie  hij door Palestina getrokken is.  Thomas wordt uitgenodigd te  geloven  en  uit die zekerheid te gaan leven.  Ook  wij  worden uitgenodigd  te geloven.  Johannes zegt het heel duidelijk:  Ik heb dit  alles  opgeschreven  opdat  jullie  zouden  geloven.   Wanneer Johannes  dit schrijft,  tegen het einde van de eerste eeuw,  zijn degenen  die Jezus tijdens zijn leven gekend hebben,  al gestorven. Johannes schrijft voor mensen zoals wij. Wij hebben niet gezien wie Jezus  was,  wij  hebben  Hem niet lijfelijk meegemaakt.   En  toch willen wij geloven.  Laten wij in deze dienst bidden dat ons geloof zich  steeds verder mag ontwikkelen en ons de inspiratie mag  geven, om  iets  van dat enthousiasme van de eerste christenen waar te maken  in ons leven.

Cees de Haan