Gedachten voor beloken Pasen
Het is vandaag Beloken Pasen. Beloken komt van het woord beluiken, dat afsluiten betekent. Vandaag op het octaaf van Pasen, sluiten we de paasviering af. Dat afsluiten moet dan slechts slaan op het feestelijke van de vieringen in de kerk. Het kan niet echt slaan op het Pasen zelf. Pasen, de verrijzenis is de grondslag van ons geloof. Zonder de verrijzenis is ons geloof niets. Pasen is niet iets wat je herdenkt en dan afsluit en vergeet voor de rest van het jaar tot het weer Pasen wordt. Pasen, de verrijzenis, is niet alleen maar iets dat je weet, is niet zomaar een idee in je hoofd, niet iets theoretisch. Het is iets wat het hele jaar door, dag in dag uit, betekenis heeft, of.. zou moeten hebben. Geloven, christen zijn is iets wat je moet doen in de praktijk van het dagelijks leven. Geloven is een werkwoord. Ik denk dat ik niets nieuws of schokkends zeg als ik zeg, dat we daar in ons leven maar voor stukjes en beetjes in slagen. De praktijk van ons geloof is vaak een wonderlijk mengsel van geloof en ongeloof, van strijd misschien ook tussen geloof en twijfel, ons geloof is niet iets wat er zomaar in ene is, maar het is iets dat zich in ons ontwikkelt. Dat ons als genade gegeven wordt. Dat speelt ook door de teksten van de viering van vandaag heen: we bidden vandaag in deze viering om geloof.
De eerste lezing verhaalt wat het geloof deed voor de eerste christengemeenschap. We lezen daar een prachtig verhaal. Stelt u eens voor: gemeenschappelijk bezit, waarvan uitgedeeld wordt naar ieders behoefte, een gemeenschappelijk leven van gebed en van brood delen met elkaar. Niemand komt tekort, een paradijs, de hemel op aarde. Geen moordende concurrentie, maar leven om te delen. Niet de waarde van de mens zoeken in het hebben van meer, maar in het gezamenlijk gebed, iedereen mag zichzelf zijn, ook al levert het in geldelijke zin verder niets op. Het is een verhaal bijna te mooi om waar te zijn! Dat is trouwens ook al gauw gebleken: ook de eerste christengemeente heeft het niet volgehouden. Als je iets verder leest in de Handelingen van de apostelen blijkt dat de droom van een rechtvaardige samenleving, waar genoeg is voor iedereen, ook voor hén lastig te realiseren was. Het was blijkbaar te hoog gegrepen voor de mens met zijn egoïsme en zucht naar zelfhandhaving. Een mooi verhaal, maar, zo kunnen we ons afvragen, is het niet gewoon een Utopie, een wensdroom die maar beter verwezen kan worden naar de wereld van het sprookje? Een wensdroom, zeker, maar dat verhaal trekt toch mee, door heel de geschiedenis heen, van de kerk en de mensheid. Deze wensdroom heeft de kracht van de verrijzenis in zich. Steeds weer wekt dit verhaal nieuw leven. Het delende leven is de eerste weerklank van Jezus’ verrijzenis in de mensheid. Mensen, die geraakt worden door de verrezen Heer, veranderen grondig. Dan pas wordt Jezus revolutionair zou je kunnen zeggen, revolutionair in de zin dat hij de verhoudingen tussen mensen grondig verandert. Hij opent de horizon op een gemeenschap van verzoening en eenheid. Verzoening en eenheid is iets wat in onze wereld maar al te vaak ver te zoeken is. “Vrede zij U”, zegt hij tot zijn leerlingen in het evangelie van vandaag. Geloof, vergeving, geest, vrede: deze kernwoorden van het paasevangelie vinden hun afspiegeling in het verhaal van de eerste christengemeente. Waar die kernwoorden tussen de mensen werkelijkheid worden, daar is de Heer aanwezig en wordt hij zichtbaar. Maar… waar vind je dit nog? Zet de radio of tv aan of je nieuws-appjes op je telefoon: je wordt overspoeld door ellende in de wereld die we met recht ten-hemel-schreiend kunnen noemen. Onze wereld wordt beheerst door het hebben: een wedloop om meer hebben, of het nu gaat om wapens, om productiemiddelen of om geld of macht. De ander wegdrukken om zelf het hoofd boven water te houden.
Binnen de kerk, onder kerkmensen de gemeenschap van gelovigen in Jezus Christus is het soms niet veel beter. Maar toch, toch laat het verhaal van de eerste christengemeente zich niet wegdrukken. Je ziet het telkens weer tot leven komen. Steeds meer mensen worden zich bewust van de fundamenteel onrechtvaardige machtsverhoudingen in onze wereld, waardoor verdeling van voedsel naar ieders behoefte wordt verhinderd. Steeds meer mensen beseffen dat we iets moeten doen om het milieu, de wereld waarin we leven, de schepping, leefbaar te houden voor ons en de mensen die na ons komen. Ook binnen de kerk wekt het verhaal van de eerste christengemeente steeds nieuw leven. Daar bij kunnen we denken aan bijzondere figuren zoals Franciscus van Assisi; en tijdgenot van ons, Moeder Theresa en andere bijzondere figuren die zich bekommerd hebben om het lot van kwetsbare mensen, we kunnen ook denken aan basisgroepen in Zuid Amerika en zoals ik ze zelf op de Filippijnen heb mee gemaakt, basisgroepen, waar gelovigen vanuit het evangelie elkaars leven en zorgen en strijd om een menswaardig bestaan met elkaar delen. Maar ook dichter bij huis komen we dezelfde dingen tegen, als we met elkaar de parochiegemeenschap draaiende houden, en via acties van kiemkracht en van de Hangmannen er zijn voor anderen, voor de medemens, wie of wat ze ook zijn, en ook als we ons steentje bijdragen, voor acties in de advent en de vastentijd. Sommige mensen hebben de neiging te zeggen: waar begin je aan, het is toch maar een druppel op een gloeiende plaat. Weet je, miljoenen mensen zeggen, och wat ik kan bijdragen is toch maar een druppel op de gloeiende plaat en gebruiken dat maar al te vaak als een excuus om maar niets te doen. Als die miljoenen eens allemaal te gelijk hun druppel op de gloeiende plaat gooiden dan had het ongetwijfeld een enorme impact. Zo hield een spontaan te hoop gelopen volksmenigte in de Filippijnen eens een leger tegen. U kent dat misschien ook wel uit uw eigen ervaring: soms wordt een vruchteloos lijkende poging van een enkeling de aanleiding om met zijn allen iets te doen.
Gelukkig zijn er dus mensen die zeggen: ondanks het feit dat wat ik doe slechts een druppel op ene gloeiende plaat lijkt te zijn, wil ik er toch wat aan doen. Want het kan, het moet anders in deze wereld. Of zoals die Filipijnse boer tegen mij zei: die ene waterput die we via de vastenactie hebben kunnen slaan, verandert niets aan de economie van de Filippijnen, maar voor ons maakt het een wereld van verschil. Gelukkig zijn er steeds weer mensen die iets willen realiseren door hun brood, hun welvaart te delen met anderen. Zo werkt die wensdroom van de eerste christengemeenschap door, tussen mensen, nu hier, dan daar. Het zijn vaak de kleine dingen die het doen.
Het evangelieverhaal van de ongelovige Thomas is eigenlijk helemaal ons verhaal. Thomas is nuchter en realistisch. Hij zegt in feite: Dood is dood. en Ik wil het eerst wel eens zien. En in de verschijning, hoe die dan ook heeft plaats gevonden, ervaart Thomas dat Jezus leeft, dat hij dezelfde Jezus is die hij gekend heeft, met wie hij door Palestina getrokken is. Thomas wordt uitgenodigd te geloven en uit die zekerheid te gaan leven. Ook wij worden uitgenodigd te geloven. Johannes zegt het heel duidelijk: Ik heb dit alles opgeschreven opdat jullie zouden geloven. Wanneer Johannes dit schrijft, tegen het einde van de eerste eeuw, zijn degenen die Jezus tijdens zijn leven gekend hebben, al gestorven. Johannes schrijft voor mensen zoals wij. Wij hebben niet gezien wie Jezus was, wij hebben Hem niet lijfelijk meegemaakt. En toch willen wij geloven. Laten wij in deze dienst bidden dat ons geloof zich steeds verder mag ontwikkelen en ons de inspiratie mag geven, om iets van dat enthousiasme van de eerste christenen waar te maken in ons leven.
Cees de Haan