OVERWEGING op het feest van de Openbaring des Heren, 5 januari 2025
Lezingen: Jesaja 60, 1-6 en Matteüs 2, 1-12
Zusters en broeders,
Het is lang geleden dat ik les had van professor Hemelsoet in het Nieuwe Testament, maar hij heeft indruk op me gemaakt, dus ik heb nog steeds duidelijke herinneringen aan zijn lessen. Zo had hij een zin die hij met enige regelmaat herhaalde: ‘theologie is een beleefd vak, want je moet altijd met twee woorden spreken.’ Dat gaat erover dat je altijd de verbanden moet zien. Het is niet zo òf zo, het is zo èn zo. Als je het Nieuwe Testament leest moet je ook het Oude Testament lezen, want de Bijbel is één boek. Oude en Nieuwe Testament zijn één, ze kunnen niet zonder elkaar.
Het verband tussen het Oude en Nieuwe Testament komt in de lezingen van vandaag heel sterk naar voren. De eerste lezing is een tekst van Jesaja uit het Oude Testament. De lezing begint met: ‘Sta op, laat het licht u beschijnen!’. ‘Over u gaat de Heer op en zijn glorie is boven u verschenen.’ Het gaat over de Zon die opgaat over Jeruzalem, maar het lijkt enorm op de ster van Bethlehem zou ik zeggen, de ster die de Wijzen uit het oosten de weg naar de stal en het Kind liet zien. Volkeren komen af op uw licht, koningen op de luister van uw dageraad. Ja, dat zijn de wijzen uit het Oosten op weg naar de stal. En alle bewoners van Sjeba trekken naar Jeruzalem en ze voeren goud en wierook aan en verkondigen luid de roem van de Heer. Ja, dat zijn ook de Wijzen uit het Oosten. De wijzen uit het Oosten en de ster van Bethlehem laten zien dat de profetie van Jesaja is vervuld en Gods tijd op aarde is aangebroken omdat Jezus in Bethlehem is geboren: de Openbaring des Heren. Dat is het feest van vandaag.
Tegelijkertijd is de rauwe werkelijkheid niet ver weg. De Wijzen uit het Oosten komen bij koning Herodes om te vragen naar de koning der Joden. Herodes zat natuurlijk helemaal niet te wachten op een concurrent, ook al was het maar een baby. Hij vraagt zijn eigen wijzen waar die koning geboren zou moeten worden en ze halen de profeet Micha aan: de Christus zal geboren worden in Bethlehem. Herodes zegt tegen de Wijzen uit het Oosten: ‘Kom het maar even vertellen als je Hem gevonden hebt.’ Ja, ja, gelukkig doen ze dat niet, ze gaan langs een andere weg terug naar huis. Mij verbaast het enorm dat Herodes niet een mannetje met de Wijzen meestuurde. Misschien kon hij zich toch gewoon niet voorstellen dat de Wijzen uit het Oosten en de profetie van Micha het bij het rechte eind hadden en dat de tijd van God was aangebroken.
Terug naar de evangelielezing. Het gaat over de geboorte van Jezus, geboren uit Heilige Geest. Om het in mijn woorden te zeggen: het gaat erover hoe God naar ons toekomt, het gaat erover dat God in onze wereld wil zijn en ons bestaan wil delen. God komt naar ons toe in het Kind van Bethlehem. Voor mij is dàt de basis van ons geloof: in dit kind, in deze mens Jezus deelt God zijn bestaan met ons.
En nu schieten de woorden van professor Hemelsoet mij weer te binnen: theologie is een beleefd vak, want je moet altijd met twee woorden spreken. Dat is hier eigenlijk ook van toepassing: In het Kind komt God naar ons toe, maar wij kunnen ook naar Hem op weg gaan. Dat laten de Wijzen uit het Oosten zien. Zij hebben de ster van de Koning der Joden in het Oosten gezien en volgden die ster. Ze waren uit het Oosten, ze waren heidenen en toch volgden ze de ster, op weg naar de Koning van de Joden. Ze hadden daar in het Oosten intuïtief de betekenis van de ster begrepen en ze lieten niet los.
Kunnen wij een voorbeeld nemen aan de Wijzen uit het Oosten? Zij hadden de ster gezien, zij hadden het licht gezien, en ze volgden dat licht. Ze bleven trouw aan hun inspiratie tot bij de kribbe. En daarna weer terug naar huis. De Wijzen openden hun ogen voor het Licht en lieten hun weg door dat Licht bepalen, ondanks problemen onderweg en ondanks dat ze niet precies wisten waar ze uit zouden komen.
Ja, we kunnen zeker een voorbeeld nemen aan de inspiratie en de vasthoudendheid van de Wijzen door ons eigen licht, onze eigen inspiratie te blijven volgen, ondanks tegenwerking en ondanks missers van onze kant. Je mag je eigen inspiratie volgen, niet om iedereen de je voor de voeten loopt aan de kant te duwen, maar omdat je met jouw inspiratie, omdat je met alles wat jij te bieden hebt bij de kribbe mag uitkomen. Omdat je onderdeel mag zijn van het Licht dat van God komt en dat opgaat over onze wereld.
Uitkomen bij de kribbe, met alles wat je te bieden hebt, dat lijkt me wel wat. De wijzen hadden goud, wierook en mirre, ook weer een verwijzing naar Jesaja. Wat is de betekenis van goud, wierook en mirre? Ik moest opeens denken aan het eerste van de tien geboden: Gij moet de Heer uw God beminnen met heel uw hart, heel uw ziel en met al uw krachten. Misschien is de overeenkomst alleen maar dat er drie dingen worden genoemd, zou kunnen. Maar met inzet van je hart, je ziel en je kracht kun je vast en zeker uitkomen bij de kribbe. Uitkomen bij de kribbe, dat is aankomen op de plek waar alles klopt, aankomen op de plek waar wat jij te bieden gezien wordt en belangrijk is.
De Wijzen uit het Oosten vinden het Kind en werden vervuld van overgrote vreugde. Om het met Jesaja te zeggen: hun hart werd wijs van vreugde. Daarom gingen ze via een andere weg terug naar hun land. Die bijzondere momenten waar alles klopt duren nooit lang. Ze gingen terug naar huis, ze gingen terug naar hun gewone leven. Maar ze gingen langs een andere weg, want als je bij de kribbe bent geweest, als je de Heer hebt ontmoet, dan verandert je leven en dan verandert ook je levensweg.
Dat wij durven te vertrouwen op het Licht dat over ons is opgegaan, dat wij ons hart, onze ziel en onze kracht mogen inzetten en zo getuigen mogen zijn van het Licht dat van God komt, in het spoor van de Wijzen uit het Oosten.
Amen
Hans Mesdag