Paasbrief Pastor Leo Nederstigt

Amsterdam, 27 maart 2017

Lieve broers en zussen, familieleden, vrienden en vriendinnen, parochianen en andere geïnteresseerden,

Het is al meer dan drie maanden geleden dat ik een brief schreef. Ik deed deze maanden moeite om het werk dat ik al jaren doe voort te zetten. Voor andere dingen dan het werk nam ik weinig moeite. Dat betekent niet, dat velen van u geen of nauwelijks plaats hebben inmijn hart.

Hoe gaat het met mij? Wonderlijk genoeg is mijn gezondheid tamelijk lang  stabiel gebleven. Wat al bekend was, is dat de energie afgenomen is. Ik ben gewoon gauw en vlugger moe. Ik moet meer tijd nemen voor rust dan in het verleden. Enige tijd kon ik tegen de avond nauwelijks lopen. Fysiotherapie heeft me geleerd beter met mijn lichaam om te gaan. Een vertegenwoordiger van buurtzorg, die iedere week even aankomt en de huisarts  geven me de  ruimte om te klagen, zodat ik daar niet overal mee hoef aan te komen. De klachten worden serieus genomen. Daarom was ik de afgelopen week weer eens in het  ziekenhuis. De darmen gaan hun eigen gang en opnieuw zijn er darmen verschenen op een plek waar ze niet horen. Dat veroorzaakt ongemak en pijn. Vermoedelijk is het een gevolg van een breuk. Operatie zou een  mogelijkheid zijn om dat te herstellen. Maar de kans op herstel is niet zo heel groot. Dat wordt dus niet aangeraden en ik moet met ongemakken leren leven. Eerder had ik veel last van buikpijn. Dat bleek niets met de tumoren in de lever te maken. Het was gewoon spierpijn, omdat ik wat buikspieroefeningen probeerde te doen. Wel heeft men een vorm van ondersteuning van de darmen gevonden en dat wordt uitgeprobeerd. Afgeraden wordt  om veel te staan. Ik zit dus-  ook tijdens vieringen- meer dan ik gewoon was.

Beter dan het over deze dingen te hebben is het plezier of liever gezegd de vreugde, die ik nog steeds in het leven beleef. In plaats van te treuren om wat ik niet kan ben ik blij met het leven en met alles wat me daarin wordt gegeven. Er zijn zoveel dingen, waar ik me dankbaar voor voel. Ik denk aan mijn families, mijn collega’s, vrienden en vriendinnen, de parochie waar ik nog steeds deel van uitmaak. Ik merk dat ik me niet laat verpletteren of neerdrukken door de grotere en kleinere teleurstellingen, die ik meemaak en die bij ieder van ons op haar of zijn weg komen. Het klinkt wat simpel, maar vaak breng ik dit soort dingen op in gebed. Dan lukt het om iets los te laten en een adres te vinden voor de tegenvallers.

Ook in deze dagen deel ik in het verdriet van velen. Mevrouw Jo van Rooy -Koot, die me jaren lang huishoudelijke steun gaf, is overleden. Ik mocht de uitvaart doen. Ook andere parochianen, die me heel dierbaar waren, zijn gestorven en dan was er nog het overlijden van een kind.  Dat ontroert me werkelijk heel diep. De aanwezigheid bij een afscheid komt vaak dicht bij me. Ooit zullen anderen afscheid van mij nemen. En hoe lang duurt het?  Ik ben heel blij dat het nog niet zover is, maar ik wil aanvaarden, dat het  niet al te lang meer duurt. Een aantal jaren geleden kreeg ik op een ochtend het bericht, dat mijn jongere zusje Ank ongeneeslijk ziek was. Vlak daarna moest ik een uitvaart doen. Het lukte me nauwelijks mijn ontroering te bedwingen. Mensen die dit opmerkten hadden het gevoel dat dit verband hield met de overledene, die ik ook tamelijk goed had gekend. Het ging om de vooruitzichten van mijn zusje, die een maand of tien later overleed.

Nu is het zo, dat ik heel veel moet denken aan mijn eigen dood, als ik afscheid neem van anderen. Ik lijk het doen van uitvaarten aan te kunnen. Het helpt me, om bij de voorbereiding om te gaan met gevoelens rond mijn eigen afscheid.

Mijn collega en goede vriend Lars zal binnenkort naar Ierland vertrekken, om assistentie te geven aan een internationaal noviciaat van Franciscanen. Dit afscheid kost ons beide zeer veel moeite. Boeiend vind ik het om nieuwe collega’s in te werken. Het gaat hier om priesters uit verschillende landen, lid van een congregatie. Zij wonen niet ver van hier in een SVD- communiteit en zullen steeds meer gaan doen in onze regio, ook in de parochie, die ik binnen niet al te lange tijd zal verlaten. Ook mijn taak als ‘pastoor’ zal ik binnenkort neerleggen. Ik word dan benoemd als assistent.  Het is een kunst om afstand te nemen en los te laten. Dat is goed voor mij onder ogen te  zien, voordat mijn aanwezigheid een last voor hen zal worden of een belemmering. Dat zie ik nogal eens gebeuren rond collega’s, die  ontslag nemen of ontslagen worden.

Was het en te vrome gedachte? Ik hoopte in de tijd, die me nog restte, dichter bij de  Heer te komen. Dat verlangen is er nog steeds, maar de werkelijkheid is alledaagser en ook wel eens weerbarstiger dan ik zou wensen. Ik merk ook dat de opgave van het leven ongeveer hetzelfde blijft. Ik moet of ik mag leven met mezelf en  met de mensen om mij heen. Dat is niet altijd eenvoudig, vooral het eerste niet.

Ik wil u allen hartelijk danken om de concrete aandacht en zorg, ook voor het gebed en de verdraagzaamheid. Mijn ongemakken maken mij ook wel eens chagrijnig. Van harte wens ik u alle goeds toe en ik geniet enorm van uw aanwezigheid en uw vriendschap.

 

Heel veel groeten,

 

Pastor Leo Nederstigt