De oorsprong en geschiedenis
Het is zo’n vertrouwd gezicht: Gerardus Majella ingelijst achter glas, links naast het altaar in de Gerardus Majellakerk. Niet alleen Gerardus gaat achter glas schuil. De afbeelding draagt een rijke historie met zich mee. Een geschiedenis die nog weinig mensen in onze gemeenschap zich kunnen herinneren.
In iedere parochiekerk werd vroeger op feestdagen een processie gehouden.
Dat gebeurde ook in de Gerardus Majellakerk aan het Ambonplein. De zijpaden, het middenpad en de tussenliggende paden, de hele kerkruimte werd benut. Dat was ook wel nodig want de stoet was lang en er mocht geen opstopping ontstaan. De stoet werd gevormd door leden van diverse RK verenigingen en bruidjes. Achteraan liep, voorafgegaan door misdienaars, acolieten, en priesters, de pastoor met “Ons Heer”. Liturgische gezangen van het kerkkoor begeleidden het geheel.
Iedere vereniging droeg bij deze gelegenheid haar eigen vaandel mee als herkenningsteken en als eerbetoon. Bij ons droeg “Het broederschap ter eere van den H. Gerardus Majella” het Gerardusvaandel.
Het was destijds een schenking van een Amsterdamse familie en werd officieel in 1918 gewijd. Het vaandel is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven in onze kerk.
Door de tijd aangetast
In de loop der jaren is met name de onderkant en de zijkanten van dit vaandel behoorlijk versleten. Delen van de sierlinten aan de onderzijde waren zelfs vergaan. Uit respect voor de geschiedenis achtte het kerkbestuur het in 1992 van groot belang dit vaandel voor de toekomst te behouden. Restauratie van het hele vaandel zou zeer kostbaar worden, als het al zou lukken. Gekozen is toen voor het verwijderen van de zeer versleten delen.
Het oorspronkelijke formaat, met een hoogte van 180 cm en een breedte van 104 cm werd hiermee teruggebracht tot een hoogte van 112 cm en een breedte van 75cm. De tekst in gotische letters “HEILIGE GERARDUS MAJELLA” kon behouden blijven, de tekst “BID VOOR ONS” onder de voorstelling, helaas niet.
De voorzijde van het vaandel is uitgevoerd in beige damast fond, de achterzijde (niet zichtbaar) in rood damast.
Op de achterzijde van het damast staat ook de tekst: ” VIDENTES AUTEM TURBAE TIMUERUNT ET GLORIFICAVERUNT DEUM. (Mt. 9,8)”. Vertaald betekent dit:” bij het zien hiervan werden de mensen bevreesd en brachten eer aan God”. Aan dit vers uit de Bijbel gaat de genezing van een verlamde man vooraf.
Het Broederschap van Gerardus
“Het Broederschap ter eere van den H. Gerardus Majella” droeg dus het vaandel. Maar wat was dat “Broederschap” en hoe werd je er lid van?
Het “Broederschap” werd opgericht op 19 maart 1914. Tegelijk met de oprichting van de parochie. Lidmaatschap van deze vereniging werd verkregen door een contributie voor een jaar te betalen of voor het leven. Een lid verplichtte zich zo veel mogelijk deel te nemen aan de diensten die speciaal aan Gerardus gewijd waren en aan de vieringen voor de eigen vereniging. Zo waren er iedere donderdag twee Missen en was er wekelijks op donderdagavond lof ter ere van Gerardus. Op de zondag na het feest van Gerardus (16 oktober) was er een Gerardus hoogmis.
Door de specifieke verering voor Gerardus hoopte men zijn voorspraak te verkrijgen. Gerardus was immers iemand die zich het lot aantrok van mensen die lijden en van iedereen die op welke wijze dan ook beproefd werd.
Bij de diverse vieringen van het, “Broederschap” had het vaandel van Gerardus een vaste plaats.
Wie was Gerardus Majella?
We hebben zijn naam vele malen laten vallen, maar wie was Gerardus Majella?
Gerardus Majella werd in 1726 in Muro Lucano, nabij Napels, geboren als zoon van een eenvoudige kleermaker. Hij verlangde ernaar om het klooster in te gaan. Bij meerdere ordes werd hij afgewezen vanwege zijn zwakke gezondheid. Maar dat niet alleen. Zij zagen ook niet zo veel in hem. Toch bleef hij hopen, bidden en vragen om toelating. Hij leerde intussen bij zijn vader het vak van kleermaker. Na lang aandringen mocht hij in 1749 alsnog lekenbroeder worden bij de orde van de Redemptoristen. Hier verrichtte hij eenvoudig dienstwerk. Hij was portier, kleermaker en tuinman. Gerardus staat bekend om zijn vroomheid, zijn groot geloof, het geduld en de manier waarop hij de zwakkeren in de samenleving troost gaf en hielp in hun geestelijke en materiële nood.
Gerardus Majella had tijdens zijn leven, zo wordt er gezegd, vele visioenen. Verder staan verscheidene bovennatuurlijke verschijnselen, zoals voorspellingen, broodvermenigvuldigingen en wonderbaarlijke genezingen op zijn naam. Gerardus overleed in 1755 op 29-jarige leeftijd aan tuberculose in Caposele in Zuid-Italië. Hij is niet oud geworden, maar wat een impact heeft zijn leven gehad!
Gerardus Majella is de patroonheilige van kleermakers, portiers en zwangere vrouwen. Hij werd in 1893 door paus Leo XIII zaligverklaard en in 1904 heiligverklaard door paus Pius X. Een aan hem gewijd Nederlands bedevaartsoord is het redemptoristenklooster van Wittem in Zuid-Limburg. Zij geven jaarlijks nog de Gerardus kalender uit, die ook in onze parochie te koop is bij Joke van Wees.
Het is niet zomaar dat de naam van Gerardus aan onze parochie is verbonden. De bouwpastoor van de Gerardus, pastoor Hogeman, was zelf vernoemd naar Gerardus. Hij vond het een goed idee ook onze parochie de naam van Gerardus Majella te geven. De Indische Buurt was immers aan het begin van de vorige eeuw een arme buurt. Veel mensen konden zeker wel wat voorspraak gebruiken.
De voorstelling op het vaandel
Op het vaandel zien we Gerardus die in vervoering is geraakt. Hij leeft tussen hemel en aarde. Op de achtergrond zien we een gebouw dat sterk doet denken aan een kerk of een klooster. Wellicht wordt op deze wijze de diepe verbondenheid verbeeld die Gerardus had met God of wordt zijn ten hemelopneming zichtbaar gemaakt. Het geloof was zijn levenskracht. Vanuit een innige relatie met God kon hij er zijn voor mensen. Iedereen vond bij Gerardus een luisterend oor. Zijn deur stond wijd open. Als portier ontmoette hij veel mensen aan de kloosterpoort. Hij trok zich met name het lot aan van de minderbedeelden. Zij hadden een warme plaats in zijn hart. In geestelijk en materieel opzicht konden zij bij hem terecht.
Op de voorstelling van het vaandel zien wij rechts een kreupele man en een knielende vrouw met een mand en een kan. Links zien we een man, die op een fluit speelt en een meisje met een wandelstok in de hand. Zij vertegenwoordigen samen de verscheidenheid aan mensen voor wie Gerardus veel betekende.
Er zijn allerlei verhalen over Gerardus bekend. Deze verhalen vertellen hoe Gerardus op hulpvragen van mensen inging. Zo zijn er verhalen bekend hoe hij de lege mand van een arme moeder tot de nok toe vulde met brood. Hij genas een gehandicapt kind, deelde aalmoezen uit en gaf mensen, die dorst hadden, te drinken. Er is een verhaal bekend over een blinde fluitspeler, die het lievelingslied van Gerardus speelde. Gerardus kwam los van de aarde en raakte in vervoering.
Al deze verhalen zouden een rol gespeeld kunnen hebben bij de voorstellingen op het vaandel. We moeten er naar gissen. Wel is duidelijk dat deze afbeeldingen op het vaandel een levende getuigenis zijn van wie Gerardus was.
Met het ingelijste vaandel bewaren wij een band met de vroegste geschiedenis van onze parochie, een kostbaar bezit. Bovendien is het een sieraad voor de ruimte en een bron van inspiratie. Zeker op het feest van Gerardus.
Ben Dieker