OVERWEGING Tweede zondag van Pasen, 27 april 2025
Lezingen: Handelingen 5, 12-16 en Johannes 20, 19-31
Zusters en broeders,
De leerlingen zaten bij elkaar en ze hadden de deur op slot. Ze waren bang voor de Joden, want zo noemt de evangelist Johannes degenen die de mensen tegen Jezus hadden opgehitst en die hadden gezorgd dat Hij gekruisigd werd. De leerlingen zijn bang en daar kun je je iets bij voorstellen.
Als je zo bij elkaar zit met alles op slot, verdedig je je tegen de buitenwereld. Een van de nare kanten die daaraan zit is, dat als die verdediging goed werkt, je zelf ook niet meer naar buiten kunt. Dan wordt de verdediging een gevangenis waar je opgesloten zit.
De leerlingen zitten bij elkaar en ondanks de sloten komt Jezus binnen. Voor Hem zijn die dichte deuren en sloten geen probleem, Hij komt gewoon binnen. Hij gaat naar zijn leerlingen toe. Voor Jezus gelden de veiligheidsmaatregelen die de leerlingen hadden genomen niet. Hij doorbreekt het isolement van de leerlingen.
Vorige week vierden we Pasen, het feest van de opstanding. Voor mij vooral ook het feest van de Heer die naar ons toe komt en hier zien we hoe dat gaat: Jezus doorbreekt de barrières, Hij doorbreekt onze barrières en zegt: ‘Vrede zij u.’ Vrede zij u. Hij begint niet met een uitleg over wat er allemaal gebeurd is. Nee. Vrede zij u. En dat is precies waar het over gaat, dat is het allerbelangrijkste: Jezus geeft de vrede die alle verstand en alle angst te boven gaat, de vrede die vrij maakt.
Jezus toont zijn handen en zijn zijde. Daarmee laat Hij aan zijn leerlingen zien dat zijn leven hier op aarde niet een soort van aanloopje naar de verrijzenis was, iets om na zijn verrijzenis maar zo snel mogelijk te vergeten. Nee, Hij laat zien dat Zijn leven hier op aarde en Zijn verrijzenis en vrede bij elkaar horen. De vrede van de Heer is bedoeld voor dit leven op aarde, voor òns leven op aarde.
Jezus komt de verblijfplaats van de leerlingen binnen hoewel de deur gesloten was. Hij doorbreekt hun afzondering en isolement. En de leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Hoe kan het dat ze niet totaal door hun knieën zakken omdat iemand die uit de dood is opgestaan naar hen toekomt? Dat snap ik niet, maar het maakt de ontmoeting met de Heer des te meer bijzonder. De leerlingen zijn blij. De vrede van de Heer en de vreugde om de ontmoeting met Hem horen bij elkaar. De vrede van de Heer doorbreekt hun angst.
Jezus geeft zijn vrede en Hij zendt zijn leerlingen. En het lijkt alsof het meteen ook Pinksteren is. Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik u, zegt Jezus. Ontvangt de Heilige Geest. De leerlingen worden er op uitgestuurd om zonden te vergeven en zo de hindernissen en barrières voor de vrede van de Heer te doorbreken en te overstijgen, zoals Jezus dat voor hen had gedaan.
Jezus zendt zijn leerlingen, maar Tomas was er niet bij en hij laat zich ook niet zomaar overtuigen. Hij blijft kritisch. Maar Jezus laat zien dat iederèèn van belang is: Hij doet moeite voor Tomas. Jezus doorbreekt ook de afzondering en isolement van Tomas en Hij toont ook aan hem zijn handen en zijn zijde. Dàn gelooft Tomas.
Het lijkt erop alsof Tomas daarna toch een veeg uit de pan krijgt: Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben. Voor mijn gevoel zijn die woorden eerder aan ons nu gericht, als hoorders van het evangelie. Zo’n speciale ontmoeting met de Heer als die Tomas had, is maar voor weinigen weggelegd. Laat je daardoor niet van de wijs brengen. Open je handen en je hart en ontvang de vrede van de Heer!
Jezus zegt tegen zijn leerlingen: Vrede zij u. Zoals de vader Mij gezonden heeft, zo zend ik u. Ontvangt de Heilige Geest. Wat betekent dat voor de leerlingen? Daarover gaat het in de eerste lezing. Door de handen van de apostelen gebeurden er vele wondertekenen en genezingen. Er waren zieken en mensen die van onreine geesten te lijden hadden, en allen werden genezen.
Vandaag de dag hebben we hele knappe dokters, die veel kunnen waar ze in de tijd van de apostelen nog helemaal geen idee van hadden. Maar mensen die genezing kunnen brengen, mensen die barrières en isolement kunnen doorbreken, die mensen hebben we nog steeds heel hard nodig. Daarom denken we deze dagen aan paus Franciscus. Hij was zo iemand. Vanaf dat hij tot paus was gekozen heeft hij zich ingezet voor vluchtelingen: hij ging naar ze toe om bij hen te zijn. Hij ging naar gevangenen en daklozen, hij ging naar de slachtoffers van de misbruikschandalen in de kerk. Hij gaf de mogelijkheid aan paren van hetzelfde geslacht de zegen te ontvangen over hun relatie. Hij startte in de kerk het synodaal proces. Hij vroeg aandacht voor het milieu en de klimaatcrisis. En nog veel meer. Paus Franciscus had niet altijd ieders instemming, natuurlijk niet. Er was vaak tumult, maar dat geeft niet. Dat hoort bij een leider die voorop gaat. We zullen zijn inzet missen.
Paus Franciscus ging voorop als een herder, als iemand die volop aandacht wilde voor de vele kwetsbaren in onze wereld. Hij leefde vanuit een diep geloof, een geloof dat hem inspireerde tot handelen. Dat ook wij hier in Amsterdam Oost mogen leven vanuit de ontmoeting met de verrezen Heer die ons zijn vrede schenkt, tot welzijn van ons en alle mensen.
Amen