Preek op Hemelvaart op 25 mei 2017 in de Gerardus
Lezingen: Hand.1, 1-11 en Matth. 28, 16-20
Zusters en broeders,
U zult begrijpen dat ik op deze Hemelvaartsdag ook denk aan wat mij en ons te wachten staat. Natuurlijk weten maar weinig mensen, wat dit leen na de dood zal betekenen. Maar wat we vieren en daardoor op een bijzondere wijze weten, is dat Jezus daar zal zijn, waar wij mogelijk naar toe zullen gaan. Voor mij betekent het dat die angst voor de dood tot nog toe niet groot is.
.Hij leeft Maar voor de leerlingen is die Hemelvaart toch mooi maar het geeft ook een bijzonder gevoel. Maar het is toch anders dan vóór Zijn lijden en dood. Wat zij intens hebben gevoeld dat was: Hij is niet uit het leven weg. Hij leeft Het is misschien een gevoel van leegte of eenzaamheid: Leven zonder iemand, die heel belangrijk voor je was.
Dit gevoel kennen veel mensen en het heeft ook te maken met andere gevoelens. Er zijn mensen onder ons, d ie zich ooit uitgeschakeld hebben gevoeld. Ze zijn overbodig verklaard, soms door ontslag maar ook wel eens in hun persoonlijke leven. Ook als een man zijn vrouw verlaat of andersom kan dat gevoel nar boen komen. Als een vriendschap stopt, kan dat gevoel ook naar boven komen. Dat niet alleen. Een schijnbaar kleine gebeurtenis kan heel zwaar wegen. Omdat het andere verdrietige momenten in herinnering brengt.
Op deze dag gedenken we dat Jezus van deze aarde is weggegaan. Hij is niet meer aan te raken. De leerlingen kunnen niet meer met hem eten of drinken. Je ziet hem niet meer in levende lijve. Voor ons is dat gewoon. We weten niet anders, maar voor de leerlingen is dat niet gewoon. Ze zijn heel intens met Jezus omgegaan. Na de verrijzenismoet er een wonderlijke periode zijn geweest. Dan hier en dan daar kwam Jezus opdagen. Hij verscheen aan de leerlingen en ging weer. Hij at en dronk met hen. Hij sprak een bemoedigend woord. Dan was Hij weer. De leerlingen beseften dat ze te maken hadden met een levende Heer.Hij was niet uit hun leven weg.
We vieren Hemelvaart. Jezus Christus was begraven. Maar het graf, waarin Hij was neergelegd, werd leeg aangetroffen. In een periode van veertig dagen, zo zeggen de Schriften, verscheen Jezus, dan aan die en dan aan die. Maar dan is het tijd voor iets definitiefs. Jezus wordt ten hemel opgenomen. Zijn taak hier op aarde is ten einde. Hij keert terug naar Zijn Vader. Hij keert terug maar niet zonder een belofte. Hij zal de heilige Geest zenden, de Helper . Het is die Geest, die alles in herinnering zal brengen wat Hij heeft gezegd en gedaan. Het is die Geest, die hun het diepe besef ingeeft, dat Jezus niet uit de aardse werkelijkheid is verdwenen. Hij is nabij.
Hemelvaart maakt ons er van bewust dat Jezus op een andere en een nieuwe manier nabij is aan mensen. Net als bij de leerlingen is Hij ons nabij, maar wel op een eigen manier: Krachtdadig maar onzichtbaar, verborgen maar levend en werkzaam.
Kunnen we ons dat voorstellen? Misschien is dat niet nodig, maar ik probeer het toch. Er zijn in mijn leven gestorven mensen, die ik toch als heel dichtbij ervaar. Soms doe je dingen, omdat je vader en je moeder dat altijd zo leuk vonden. Soms schieten mij wijze woorden te binnen van een vriend of vriendin, die al lang gestorven is. Dat vind ik mooie dingen naast het verdriet dat je kan hebben omdat iemand er niet meer is.
Maar van Jezus geloven en weten we dat Hij er werkelijk is. In het Evangelie staat, dat Hij zit aan de rechterhand van de Vader. Er wordt ons de Geest beloofd en er wordt ons voorgehouden dat Hij op het einde der dagen terug zal keren.
Hij kan ons nabij komen door de woorden, die over Hem zijn opgetekend. Hij kan dichtbij komen door onze eigen ervaring of omdat er iemand is, die over Hem vertelt. Hij kan ons nabij zijn in de mens die onze hulp nodig heeft en een beroep op ons doet. Hij is , zo geloven wij, aanwezig in de sacramenten. Kortom, de ervaring dat Hij leeft, was een intense ervaring van de eerste leerlingen. Ze lieten niet na ons dat te vertellen en mee te delen. Maar het is ook een ervaring, die wij mogen hebben op verschillende manieren.
We mogen genieten van dat besef, maar dat moet wel gebeuren op een aardse manier. Ik denk aan die twee mannen in witte kleren. ‘Kijk niet de hele tijd naar wat hierna nog zal komen’. Concentreer je op wat hier gebeurt. Je mag met vertrouwen en hoop uitzien naar wat nog zal komen. Maar onze taak is hier op deze aarde en die taak eindigt niet. We zijn geroepen om mens voor een mens te zijn. En dat blijft onze taak, ook in ziekte, ook in ouderdom, ook in onze zwakheid en beperkingen.
Pastor Leo Nederstigt